Was heißt »Mann« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Mann« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • man (männlich)
  • echtgenoot (männlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

"Daran habe ich nie gedacht", sagte der alte Mann. "Was sollen wir tun?"

"Daar heb ik nog nooit aan gedacht," zei de oude man. "Wat moeten we doen?"

Beim Verlassen des Bahnhofs sah ich einen Mann.

Toen ik het treinstation uitging, zag ik een man.

„Eine Katze?“ fragte der alte Mann.

"Een kat?" vroeg de bejaarde man.

"Een kat?" vroeg de oude man.

Mann bist du doof! Ich muss dir echt alles erklären!

Man, wat ben je dom! Ik moet je alles uitleggen!

God, wat een idioot ben je toch! Ik moet je alles uitleggen.

Er ist schon ein Mann.

Hij is al een man.

Wusstest du, dass Männer, die regelmäßig die Pille nehmen, nicht schwanger werden?

Wist je dat mannen die regelmatig de pil slikken niet zwanger raken?

Einen Mann, dessen Ehefrau gestorben ist, nennt man Witwer.

Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.

Ich bin ein Mann.

Ik ben een man.

Ich bin ein freier Mann.

Ik ben een vrije man.

Ik ben een vrije mens.

Ik ben een vrij mens.

Der alte Mann versuchte, 5 Kilometer zu schwimmen.

De oude man probeerde vijf kilometer te zwemmen.

Herr Ito ist ein hochgebildeter Mann.

Meneer Ito is een hoogopgeleide man.

Mein Mann verdient 100.000 $ pro Jahr.

Mijn echtgenoot verdient honderdduizend dollar per jaar.

Ein Dichter betrachtet die Welt, wie ein Mann eine Frau betrachtet.

Een dichter bekijkt de wereld zoals een man kijkt naar een vrouw.

Der alte Mann ist sozusagen ein wandelndes Wörterbuch.

Die oude man is, bij wijze van spreken, een wandelend woordenboek.

Ich weiß nicht, wer dieser Mann ist.

Ik weet niet wie deze man is.

Ein Mann muss ehrlich sein.

Een man moet eerlijk zijn.

Der Mann ist im ganzen Dorf gut bekannt.

De man is goed gekend in het hele dorp.

Papa ist ein Mann, der hart arbeitet.

Papa is een man die hard werkt.

Der alte Mann starb letzte Woche.

De oude man is vorige week overleden.

Der alte Mann lebt alleine.

De oude man woont alleen.

Wir sind Männer.

We zijn mannen.

Wij zijn mannen.

Mein Chinesischlehrer ist ein Mann.

Mijn leraar Chinees is een man.

Ein echter deutscher Mann mag keinen Franzosen leiden, doch ihre Weine trinkt er gern.

Een echte Duitse man kan geen Fransman verdragen, maar toch drinkt hij graag zijn wijnen.

Vorsicht, der Mann hat eine Pistole.

Wees voorzichtig, de man heeft een pistool.

Mein Mann ist ein sehr guter Koch.

Mijn man is een heel goede kok.

Sie überredete ihren Mann, die Ferien in Frankreich zu verbringen.

Ze heeft haar man overgehaald de vakantie in Frankrijk door te brengen.

Der Mann blickte mich an.

De man keek me aan.

Frauen leben im Allgemeinen länger als Männer.

Vrouwen leven over het algemeen langer dan mannen.

So kamen Scott und seine Männer am Südpol an.

Zo kwamen Scott en zijn mannen op de Zuidpool aan.

Ein Mann ist auf dem Mond gelandet. Eine Mauer wurde in Berlin niedergerissen. Eine Welt wurde verbunden durch unsere eigene Wissenschaft und Vorstellungskraft.

Een man landde op de maan. Een muur viel in Berlijn. Een wereld werd aaneengesloten door onze wetenschap en verbeelding.

Der fette Mann sprang über den Graben und rutschte aus.

De dikke man sprong over de ondiepe sloot en struikelde.

Ich sah 5 Männer.

Ik zag vijf mannen.

Der junge Mann weiß wenig über sein Land.

De jonge man weet weinig over zijn land.

Hätten Sie mir diese Frage gestellt, wenn ich ein Mann wäre?

Zoudt ge mij deze vraag gesteld hebben als ik een man was?

Ein unbekannter Mann lief auf dem Trottoir hin und her.

Een onbekende man stapte op het voetpad heen en weer.

Wer ist dieser Mann?

Wie is deze man?

Wie is die man?

Der Polizist richtete seine Waffe auf den Mann.

De politieagent richtte zijn pistool op de man.

Rock spricht junge Männer und Frauen an.

Rock spreekt jonge mannen en vrouwen aan.

Dima schlief in einer Nacht mit 25 Männern und tötete sie dann.

Dima sliep met 25 mannen in één nacht en bracht ze daarna om het leven.

Sie hasste ihren Mann.

Ze haatte haar echtgenoot.

"Der alte Mann und das Meer" ist ein Roman von Hemingway.

"De oude man en de zee" is een roman van Hemingway.

Vor zwölf, fünfzehn Jahren wohnte in der Stadt in einem Privathaus in der Hauptstrasse der Beamte Gromov, ein rechtschaffener und reicher Mann.

Een jaar of twaalf, vijftien geleden woonde in de stad, in een particulier huis aan de hoofdstraat, ambtenaar Gromov, een betrouwbaar en vermogend man.

Sie wird ihren Mann für immer lieben.

Zij zal voor altijd van haar echtgenoot houden.

Junge Männer neigen dazu, Opfer ihrer eigenen Gier zu werden.

Jonge mannen zijn geneigd slachtoffer te worden van hun eigen gretigheid.

Ist es wahr, dass Männer fettigere Haut haben als Frauen?

Is het waar dat mannen een vettere huid hebben dan vrouwen?

Gestern sind drei Männer aus dem Gefängnis geflohen.

Gisteren zijn drie mannen uit de gevangenis ontsnapt.

Der alte Mann saß ganz allein.

De oude man zat gans alleen.

De oude man zat helemaal alleen.

Der Mann starb an Krebs.

De man stierf aan kanker.

Ein weiser Mann sagte einmal: „Wenn Esperanto eine künstliche Sprache ist, dann ist mein Auto ein künstliches Pferd.“

Een wijze heeft eens gezegd "Als Esperanto een kunstmatige taal is, dan is mijn auto een kunstmatig paard".

Einige Männer ertragen es nicht, wenn ihre Frauen mehr verdienen.

Enkele mannen verdragen het niet als hun vrouw meer verdient.

Der alte Mann belud sein Maultier mit Sandsäcken.

De oude man belaadde zijn muildier met zakken zand.

Ich sah einen jungen Mann auf der Bank unter dem Kirschbaum im Park liegen.

Ik zag een jonge men liggen op de bank onder de kerselaar in het park.

Sechzig Prozent der erwachsenen japanischen Männer trinken regelmäßig Alkohol.

Zestig procent van de volwassen Japanse mannen drinken regelmatig alcoholische dranken.

Der alte Mann saß dort mit überkreuzten Beinen.

De oude man zat daar in kleermakerszit.

De oude man zat daar met gekruiste benen.

Jane war wie ein Mann angezogen.

Jane was gekleed als een man.

Es besteht die Möglichkeit, dass der Mann ermordet wurde.

Er is een mogelijkheid dat de man vermoord werd.

Einmal lebte ein reicher Mann in dieser Stadt.

Eens leefde er een rijke man in deze stad.

Ein Mann namens Slim wurde bei dem Unfall getötet.

Een man met de naam Slim is bij dat ongeval gedood.

Der Mann griff sie an, mit der Absicht, sie zu töten.

De man viel haar aan met de bedoeling haar te doden.

Er ist ein sehr tapferer Mann.

Hij is een zeer dappere man.

Ein Mann - ein Wort!

Een man, een woord!

Wer war der Mann, der auf dem Hügel getötet wurde?

Wie was de man die op de heuvel werd gedood?

Der alte Mann wurde von einem Auto überfahren.

De oude man werd door een auto overreden.

Ich kann mich sehr gut an den Namen des Mannes erinnern.

Ik herinner mij de naam van die man heel goed.

Letztlich wurde aus dem armen Mann ein großer Künstler.

De arme man is uiteindelijk een grote kunstenaar geworden.

Der Mann stellte sich als Privatdetektiv heraus.

De man bleek een privédetective te zijn.

Der Mann und die Frau trinken Tee.

De man en de vrouw drinken thee.

Ein alter Mann saß neben mir im Bus.

Een oude man zat naast mij in de bus.

Ein Mann wählt aus, ein Sklave gehorcht.

Een man maakt keuzes; een slaaf gehoorzaamt.

Der alte Mann nannte die Holzpuppe Pinocchio.

De oude man noemde de houten pop Pinokkio.

Der alte Mann lebt allein.

De oude man leeft alleen.

Ein Mann, der dich sehen wollte, kam, während du weg warst.

Een man die je wilde zien, kwam terwijl je weg was.

Ihr Mann ist ein hervorragender Koch.

Haar man is een uitstekend kok.

Der Mann zeigte auf, um eine Frage zu stellen.

De man stak zijn hand op om een vraag te stellen.

Er ist ein sehr gefährlicher Mann.

Hij is een zeer gevaarlijk man.

Haben Sie diesen Mann gesehen?

Hebt u deze man gezien?

Das ist der Mann, dessen Autos gestohlen wurden.

Dat is de man wiens auto's gestolen zijn.

Der Mann aß Brot.

De man at brood.

Dieser Mann ist tot.

Deze man is dood.

Er ist ein reicher, aber langweiliger, Mann.

Hij is een rijke maar saaie man.

Gestern hat er einen großen Mann gesehen.

Gisteren heeft hij een grote man gezien.

Gestern hat sie einen großen Mann gesehen.

Gisteren zag ze een grote man.

Sie war als Mann verkleidet.

Ze was als man verkleed.

Der Tod eines Mannes ist eine Tragödie, der Tod von Millionen ist eine Statistik.

De dood van één persoon is een tragedie; de dood van miljoenen is statistiek.

Vier Männer singen.

Vier mannen zingen.

Die Männer kommen.

De mannen komen.

Der Hund biss den Mann.

De hond beet de man.

Ihr verstorbener Mann war Geiger.

Wijlen haar echtgenoot was violist.

Aus ihm wurde ein sehr verlässlicher Mann.

Hij werd een heel betrouwbare man.

Alle Männer sind fleißig.

Alle mannen zijn ijverig.

Der Mann besucht Moskau.

De man bezoekt Moskou.

Der Mann hat meine Handtasche gestohlen.

De man heeft mijn handtas gestolen.

Der Mann isst Brot.

De man eet brood.

Echte Männer trinken Tee.

Echte mannen drinken thee.

Der Mann sprach mit einer tiefen Stimme.

De man sprak met een lage stem.

Eine Frau, deren Mann gestorben ist, wird Witwe genannt.

Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.

Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.

Den Zeitungen zufolge hat der Mann endlich gestanden.

Volgens de kranten heeft de man eindelijk toegegeven.

Im Allgemeinen sind Männer größer als Frauen.

In het algemeen zijn mannen langer dan vrouwen.

Höre nicht auf den Mann.

Luister niet naar die man.

Der Mann versteckte sich in einem dichten Wald.

De man verstopte zich in een dicht bos.

Synonyme

Bru­der:
broer
Bur­sche:
joch
jochie
jongen
knaap
Cow­boy:
cowboy
Herr:
heer
meester
meneer
mijnheer
Kerl:
kerel
pik
vent
Keu­le:
knuppel
Kol­le­ge:
collega
Kopf:
hoofd
kop
Leu­te:
lieden
lui
mensen
Ma­cker:
kluns
oen
Meis­ter:
baas
groot vakman
kampioen
meester
patroon
Mensch:
mens
Pa­t­ron:
patroon
Per­sön­lich­keit:
persoonlijkheid
Per­son:
persoon
Sub­jekt:
onderwerp
ver­dammt:
doemen

Antonyme

Ehe­frau:
echtgenote
vrouw
Frau:
echtgenote
mevrouw
vrouw
Jun­ge:
joch
jochie
jongen
Kind:
kind
Weib:
wijf

Niederländische Beispielsätze

  • Kleren maken de man.

  • Er staat een vreemde man voor het huis.

  • De zwaargewonde man was al gestorven bij aankomst in het ziekenhuis.

  • De man werd gearresteerd als spion.

  • De oude man overdrijft graag.

  • Voor een wijze man is één woord genoeg.

  • Voor zover ik weet is hij een eerlijk man.

  • Hij zal een goede echtgenoot zijn.

  • De oude man viel op de grond.

  • Een gewaarschuwd man is er twee waard.

  • De dikke man sprong over de gracht en viel op de grond.

  • De man heeft gelijk.

  • De oude man lijkt bedroefd.

  • De oude man stak voorzichtig de straat over.

  • De oude man trok een massa mensen rondom zich met zijn muziek.

  • De oude man is blind aan een oog.

  • Hij toonde zich een ideale echtgenoot.

  • Ze zei dat haar man haar sloeg maar eigenlijk was het andersom.

  • De oude man vertelde de kinderen een amusant verhaal.

  • De man die ge bij het station ontmoet hebt, is mijn vader.

Übergeordnete Begriffe

Mensch:
mens

Untergeordnete Begriffe

Eis­mann:
ijscoman
Feu­er­wehr­mann:
brandweerman
Frosch­mann:
kikvorsman
Gun­der­mann:
aardveil
hondsdraf
Kauf­mann:
koopman
Om­buds­mann:
ombudsman
Schnee­mann:
sneeuwman
sneeuwpop
See­mann:
zeeman
Sen­sen­mann:
man met de zeis
Toch­ter­mann:
schoonzoon
Tor­mann:
doelman
keeper
Zim­mer­mann:
timmerman

Mann übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Mann. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Mann. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 259, 359, 418, 428, 618, 6070, 138820, 139166, 139174, 340773, 342080, 344928, 349954, 350189, 358435, 359576, 360581, 361051, 361280, 366368, 383169, 386707, 393604, 396994, 400203, 400708, 406725, 423277, 424558, 431180, 437359, 439128, 441910, 444012, 446184, 450131, 456805, 459061, 478014, 496132, 523885, 530293, 541154, 547240, 555696, 555937, 562476, 586887, 587366, 595585, 595613, 595621, 596382, 604648, 605247, 614810, 615117, 616893, 623067, 626185, 626244, 642208, 644018, 644402, 651293, 653397, 653416, 659766, 675583, 692893, 708218, 745751, 751289, 756042, 756827, 758090, 759023, 770096, 772492, 774989, 775315, 775318, 775364, 782239, 782591, 782806, 783266, 784346, 837361, 838190, 852572, 863917, 880706, 882413, 884581, 898648, 913666, 931647, 963147, 971157, 375962, 384434, 384437, 402666, 415097, 461114, 473362, 554991, 650099, 657050, 662709, 666565, 699721, 720212, 720222, 720227, 769811, 847948, 948946 & 949372. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR