Was heißt »Weg« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Weg« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- weg
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Alle Wege führen nach Rom.
Alle wegen leiden naar Rome.
Wegen des dichten Nebels war kein Mensch zu sehen.
Door de dichte mist, was er geen mens te zien.
Könnten Sie mir den Weg zum Bahnhof zeigen?
Kunt u mij de weg naar het station wijzen?
Können Sie mir den Weg zum Hafen zeigen?
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Es ist sehr nett von Ihnen, mir den Weg zu zeigen.
Het is heel aardig van hem om mij de weg te wijzen.
Das Flugzeug befindet sich auf dem Weg von Tokio nach Italien.
Het vliegtuig is onderweg van Tokio naar Italië.
Auf dem Weg zur Schule habe ich mein Portemonnaie verloren.
Ik heb mijn portemonnee verloren op weg naar school.
In der Ferne höre ich den Laut leise rauschender Wege.
In de verte hoor ik het geluid van zacht ruisende wegen.
Hm, ich habe das Gefühl, dass ich mich verlaufen werde, egal, welchen Weg ich nehme.
Hmm. Ik heb het gevoel dat ik ga verdwalen, welke weg ik ook neem.
Wo ein Wille ist, ist auch ein Weg.
Waar een wil is, is een weg.
Kannst du mir den Weg erklären?
Kan je me de weg wijzen?
Tom traf Mary auf dem Weg zur Schule.
Tom kwam Mary tegen op weg naar school.
Er war so freundlich, mir den Weg bis zur Post zu zeigen.
Hij was zo vriendelijk om me de weg naar het postkantoor te wijzen.
Folge mir, dann zeige ich dir den Weg.
Volg me en ik zal je de weg wijzen.
Wegen des Gewitters geriet der Zugfahrplan durcheinander.
Vanwege het onweer raakte de treindienstregeling in de war.
Das Leben ist ein langer, langer Weg.
Het leven is een lange, lange weg.
Er sah den Unfall auf seinem Weg zur Schule.
Hij zag het ongeval onderweg naar school.
Es ist sehr freundlich von Ihnen, mir den Weg zu zeigen.
Het is erg aardig van u om me de weg te wijzen.
Erg vriendelijk van u om me de weg te wijzen.
Wenn du unzufrieden mit deinem Privatleben bist, empfehle ich dir, dich auf Facebook anzumelden. Das ist der einfachste Weg, wie du es loswerden kannst.
Als je je privéleven beu bent, raad ik je aan om je bij Facebook in te schrijven. Het is de beste manier om ervanaf te geraken.
Er ist so aggressiv, dass ihm andere aus dem Weg gehen.
Hij is zo agressief dat anderen hem uit de weg gaan.
Du bist auf dem richtigen Weg.
Je zit op de goede weg.
Sollte ich vielleicht auch Sätze ohne Übersetzung hinzufügen? Das ist ein sehr schneller Weg, die Popularität der eigenen Sprache zu verbessern.
Zal ik misschien ook zinnetjes toevoegen zonder vertalingen? Dat is een erg snelle methode om de populariteit van de eigen taal te verbeteren.
Obwohl jeder seinen eigenen Weg geht, sind unsere Ziele dieselben.
Hoewel elke persoon een ander pad volgt, is onze bestemming dezelfde.
Entschuldigen Sie bitte, könnten Sie mir den Weg zur Post zeigen?
Excuseert u mij, kunt u mij de weg naar het postkantoor wijzen?
Viele Wege führen nach Rom.
Er zijn vele wegen die naar Rome leiden.
Diese Stühle stehen im Weg.
Deze stoelen staan in de weg.
Kennst du den Weg?
Kent ge de weg?
Es muss da einen anderen Weg geben.
Er moet nog een andere weg zijn.
Eine Sprache kann auf verschiedenen Wegen genutzt werden.
Een taal kan op verschillende manieren gebruikt worden.
Een taal kan op verschillende manieren worden gebruikt.
Könnten Sie mir den Weg zur Bushaltestelle zeigen?
Kun je me de weg naar de bushalte tonen?
Zeig mir den Weg zur Bushaltestelle.
Laat me de weg naar de bushalte zien.
Toon me de weg naar de bushalte.
Der Weg ist mit umgefallenen Bäumen versperrt.
De weg is versperd door omgevallen bomen.
Auf dem Weg zur Schule traf ich Tom.
Ik kwam Tom tegen toen ik naar school ging.
Der Weg teilt sich hier.
Hier splitst de weg zich.
Die dicken Linien auf der Karte sind Wege.
De dikke lijnen op de kaart zijn wegen.
Wegen des Regens bin ich zu Hause geblieben.
Vanwege de regen ben ik thuis gebleven.
Door de regen ben ik thuis gebleven.
Das ist ein langer Weg von hier bis zur Schule.
Het is een lange weg van hier naar de school.
Das ist ein weiterer Schritt auf dem Weg zu mir selbst.
Het is een verdere stap op de weg naar mezelf.
Inge ging den Weg des geringsten Widerstandes.
Inge nam de weg van de minste weerstand.
Die Wege stehen voll mit Autos.
De wegen staan vol met auto's.
Sie geht mir aus dem Weg.
Ze ontwijkt mij.
Zeigst du mir bitte den Weg?
Wil je me alsjeblieft de weg wijzen?
Ich traf sie auf dem Weg zur Schule.
Ik kwam haar tegen op weg naar school.
Nichts versperrt unseren Weg.
Niets staat ons in de weg.
Eine Frau fragte mich nach dem Weg.
Een vrouw vroeg mij de weg.
Sie haben Angst, dass sie den Weg verlieren werden.
Ze zijn bang dat ze zullen verdwalen.
Sie hat Angst, dass wir den Weg verlieren werden.
Ze is bang dat we de weg kwijt zullen raken.
Ze is bang dat we de weg zullen kwijtraken.
Dort macht der Weg eine Linkskurve.
Daar draait de weg naar links.
Wegen der Weltmeisterschaft sind alle Häuser in unserer Straße mit orangefarbenen Fähnchen verziert.
Alle huizen in onze straat zijn versierd met oranje vlaggetjes vanwege het WK.
Zeig mir den Weg, bitte?
Wijs me de weg, wil je?
„Auf halbem Wege halt zu machen, das ist ein Zeichen von Feigheit.“ – „Manchmal ist es ein Zeichen von Mut.“
"Halverwege stoppen is een teken van lafheid." "Soms is het een teken van moed."
Alle Wege führen nach Helsingör.
Alle wegen leiden naar Helsingør.
Das Glück folgt uns auf allen Wegen.
Het geluk volgt ons op alle wegen.
Wegen der schlechten Konjunktur wurde bei VW die Arbeitswoche um 10 Stunden gekürzt.
Als gevolg van de slechte conjunctuur, werd bij Volkswagen de arbeidsweek met tien uur ingekort.
Es muss einen Weg geben.
Er moet een manier zijn.
Der Weg zu einem guten Stil führt über die Reduktion des Materials und die wirksamste Darstellung des Wesentlichen.
De weg naar een goede stijl loopt over de reductie van het materiaal en een zo efficiënt mogelijke voorstelling van de essentie.
Soweit ich weiß, ist der Weg gar nicht so weit.
Voor zover ik weet is het niet te ver om te lopen.
Frag den Polizisten nach dem Weg.
Vraag de weg aan de politieagent.
Wegen der Kälte sprang mein Wagen nicht an.
Mijn auto startte niet vanwege de kou.
Trauermusik begleitet den Sarg auf dem Weg zum Grab.
Rouwmuziek begeleidde de kist op weg naar het graf.
Der Weg geht am Fluss entlang.
De weg loopt langs de rivier.
Tom kaufte eine Zeitung und las sie auf dem Weg zur Arbeit im Zug.
Tom heeft een krant gekocht en las hem op weg naar het werk in de trein.
Ich kenne den Weg nicht bis zu deinem Haus.
Ik weet de weg naar je huis niet.
Kein Weg ist lang mit einem guten Freund als Begleiter.
Geen enkele weg is lang, met een goede vriend als metgezel.
Der Weg ist wichtiger als das Ziel.
De reis is belangrijker dan de bestemming.
Es führen viele Wege zum Gipfel eines Berges, doch die Aussicht bleibt die gleiche.
Vele wegen leiden naar de top van de berg, maar het uitzicht blijft hetzelfde.
Um diese Straße in der Hauptverkehrszeit zu überqueren, muss man sich manchmal lebensgefährliche Wege bahnen.
Om deze straat tijdens het spitsuur over te steken, moet je soms halsbrekende toeren uithalen.
Wir werden den Weg finden.
Wij zullen de weg vinden.
Das Töten eines Ehegatten ist ein Weg, um eine Ehe zu beenden. Es wird jedoch abgelehnt.
Het doden van je echtgenoot is een manier om een huwelijk te beëindigen. Echter wordt het afgekeurd.
Als der Nebel kam, sah man kaum noch den Weg.
Toen de mist kwam, zagen we nauwelijks de weg.
Bezahlen Sie vorzugsweise auf elektronischem Weg.
Betaal bij voorkeur elektronisch.
Es gibt noch einen anderen Weg.
Er is nog een andere manier.
Der Weg zum Himmel führt durch die Hölle.
De weg naar de hemel gaat door de hel.
Wegen Armut und Unterentwicklung kursieren auch viele merkwürdige Gerüchte. Zum Beispiel, dass man Ebola nicht bekommt, wenn man sich mit Salzwasser wäscht.
Door armoede en onderontwikkeling gaan er ook veel rare verhalen rond: dat je geen ebola krijgt door je in zout water te wassen bijvoorbeeld.
Wegen des Schnees fuhren die Züge nicht.
De treinen reden niet wegens de sneeuw.
Wegen der Klimaanlage habe ich mich erkältet.
Vanwege de airco ben ik verkouden.
Tom scheint den Weg gut zu kennen.
Tom lijkt de weg goed te kennen.
Zeigen Sie uns bitte den Weg!
Wijs ons de weg, alstublieft!
Der Weg ist auf unbestimmte Zeit gesperrt.
De weg is voor onbepaalde tijd gesloten.
Ich fragte den Polizisten nach dem Weg.
Ik vroeg de weg aan een politieman.
Unsere Wege haben sich gekreuzt.
Onze banen hebben elkaar gekruist.
Sein und mein Weg haben sich gekreuzt.
Zijn weg en mijn weg hebben elkaar gekruist.
Wo geht dieser Weg hin?
Waar gaat dit pad naartoe?
Wo führt dieser Weg hin?
Waar leidt dit pad naartoe?
Dieser Weg ist gefährlich.
Dit pad is gevaarlijk.
Bleib nur auf diesem Weg.
Blijf gewoon op dit pad.
Ich werde diesen Weg nehmen.
Ik zal dit pad nemen.
Ich habe einen anderen Weg gewählt.
Ik heb een andere weg gekozen.
Tom kennt den Weg.
Tom weet de weg.
Sei auf dem Weg nach Hause vorsichtig!
Wees voorzichtig op de weg naar huis.
Der Weg zur Hölle ist mit guten Absichten gepflastert.
De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens.
Weg!
Ga weg!
Aus dem Weg, Junge!
Uit de weg, knul.
Ich werde nie von meinem Weg abweichen.
Ik zal nooit van mijn pad afwijken.
Nehmen Sie bitte den Stuhl weg! Er steht im Weg.
Haalt u alstublieft die stoel weg, want hij staat in de weg.
Ich bin auf dem Weg nach Haus.
Ik ben op weg naar huis.
Synonyme
Antonyme
Niederländische Beispielsätze
Gooi dit tijdschrift niet weg.
Hij raakte zijn weg kwijt in de sneeuw.
De hond ging weg.
Mijn vrouw heeft me opgedragen deze oude hoed weg te gooien.
Zodra hij mij zag, liep hij weg.
Er stak een rat de weg over.
De dief rende weg in de richting van het station.
De lord rijdt weg met de Ford.
Ik was dicht bij de rivier, toen ik de weg kwijt raakte.
We hebben geen andere keuze dan weg te gaan.
De weg naar het dorp is zeer hobbelig.
Wij hebben iemand nodig die op de baby past terwijl we weg zijn.
Tom is weg.
Gelieve deze stoelen weg te zetten.
Hij is al weg.
Na de storm was de weg door omgevallen bomen geblokkeerd.
Scheer je weg!
Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.
Misverstanden zijn soms moeilijk uit de weg te ruimen.
Wil je weg?