Was heißt »Rich­tung« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Rich­tung« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • richting (weiblich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Sie warf einen Blick in seine Richtung.

Zij wierp een blik in zijn richting.

Die Kinder nahmen ihre Schlittschuhe und gingen in Richtung des gefrorenen Teiches.

De kinderen pakten hun schaatsen en gingen richting de bevroren vijver.

Gehe ich in die richtige Richtung?

Ga ik in de juiste richting?

Norden ist die entgegensetzte Richtung von Süden.

Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.

In welche Richtung ist er gegangen?

Welke richting is hij uitgegaan?

Aus welcher Richtung?

Uit welke richting?

In welcher Richtung liegt der Strand?

Welke kant is het strand op?

Welche Richtung wird er wählen?

Welke richting gaat hij kiezen?

Maria tat, als ob sie mich nicht sähe, wandte ihr Gesicht ab und schaute in eine andere Richtung.

Maria deed als of ze me niet zag, wendde haar gezicht af en keek een andere richting op.

Tom hat einen Schub in die richtige Richtung erhalten.

Tom kreeg een duwtje in de goede richting.

Leute machen sich viel mehr Sorgen über die Ewigkeit nach ihrem Tod als über die Ewigkeit, die vor ihrer Geburt vergangen ist. Es ist aber die gleiche Menge Ewigkeit und sie erstreckt sich von unserem Standpunkt aus in jede Richtung.

Mensen maken zich veel meer zorgen over de eeuwigheid na hun dood dan over de eeuwigheid die zich voor hun geboorte heeft afgespeeld. Het is echter dezelfde hoeveelheid eeuwigheid, die zich uitrolt in alle richtingen vanaf het punt waar wij staan.

Tatoeba ist wie das Weltall: es dehnt sich stets in alle Richtungen aus.

Tatoeba is zoals het heelal: het deint altijd maar uit in alle richtingen.

Der Dieb lief in Richtung Bahnhof davon.

De dief rende weg in de richting van het station.

Ich werde in diese Richtung gehen.

Ik zal in die richting gaan.

Fahrt Richtung Norden.

Ga noordwaarts.

Warum hast du in die andere Richtung geschaut, als du ihm begegnet bist?

Waarom keek je de andere kant op toen je hem tegenkwam?

Warum hast du in die andere Richtung geschaut, als du ihr begegnet bist?

Waarom keek je de andere kant op toen je haar tegenkwam?

Synonyme

Kurs:
cursus
koers
Rou­te:
route
Stre­cke:
afstand
Weg:
weg

Niederländische Beispielsätze

  • De wereld komt langzamerhand in de richting van de wijsheid.

  • Gelukkig werd het schot nog van richting veranderd.

  • Welke richting is het noorden?

  • Tom keek ontzet in de andere richting wanneer Maria nog mayonaise bij haar friet met ketchup deed.

  • De jachthond liep richting het bos.

Untergeordnete Begriffe

Richtung übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Richtung. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Richtung. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 371127, 406580, 601012, 764890, 812661, 969661, 1565070, 1732903, 2738784, 3066931, 3081194, 3231734, 3525427, 7060542, 8861487, 11028841, 11028844, 9826048, 10350143, 8759458, 6451193 & 384541. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR