Was heißt »bewegen« auf Niederländisch?
Das Verb »bewegen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- bewegen
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ich kann mich nicht bewegen.
Ik kan niet bewegen.
Nicht bewegen!
Niet bewegen.
Die Erde bewegt sich um die Sonne.
De aarde draait rond de zon.
Bitte bewege diesen Stein von hier nach dort.
Verplaats alsjeblieft deze steen van hier naar daar.
Die Rakete bewegt sich unheimlich schnell.
De raket beweegt zich heel vlug.
Ihre Freundlichkeit bewegte mich zutiefst.
Ik was erg ontroerd door haar vriendelijkheid.
Eichhörnchen bewegen sich schnell.
Eekhoorns bewegen snel.
Schnecken bewegen sich langsam fort.
Slakken bewegen langzaam.
Ich kann mein Bein nicht bewegen.
Ik kan mijn been niet bewegen.
Ich bewege mich.
Ik ben aan het bewegen.
Warten Sie dort und bewegen Sie sich nicht!
Blijf daar en beweeg u niet.
Seine Worte haben uns tief bewegt.
Zijn woorden hebben ons diep geraakt.
Nichts hatte sich bewegt.
Er was niets bewogen.
Synonyme
- bekommen:
- krijgen
- bringen:
- brengen
- einnehmen:
- gebruiken
- hingehen:
- heengaan
- indoktrinieren:
- indoctrineren
- rühren:
- zich verroeren
- schaffen:
- scheppfen
- überzeugen:
- overtuigen
Sinnverwandte Wörter
- beschäftigen:
- tewerkstellen
- ergreifen:
- vastpakken
- transportieren:
- transporteren
- verändern:
- veranderen
Niederländische Beispielsätze
Niet bewegen!
Untergeordnete Begriffe
- fahren:
- rijden
- fliegen:
- vliegen
- schaukeln:
- deinen
- schieben:
- duwen
- schütteln:
- schudden
- schwingen:
- zwaaien
- springen:
- springen
- tanzen:
- dansen
- tragen:
- dragen
- werfen:
- werpen
- wiegen:
- wegen
- ziehen:
- trekken