Was heißt »zie­hen« auf Niederländisch?

Das Verb »zie­hen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • trekken

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich ziehe mich aus.

Ik kleed me uit.

Ich ziehe nächsten Monat um.

Volgende maand ga ik verhuizen.

Mach mal die Tür zu, es zieht hier.

Doe de deur eens dicht, het tocht hier.

Ich zog zu dem Fest mein Lieblingskleid an.

Ik trok mijn lievelingsjurk aan naar het feest.

Lineale sind praktisch, um gerade Linien zu ziehen.

Linealen zijn praktisch om rechte lijnen te trekken.

Linialen zijn praktisch om rechte lijnen te tekenen.

Ihr Entschluss, nach Chicago zu ziehen, überraschte uns.

Haar beslissing om naar Chicago te verhuizen verbaasde ons.

Welche Schuhe ziehst du an?

Welke schoenen trek je aan?

Er zog nach Tokio.

Hij verhuisde naar Tokyo.

Wann bist du nach Berlin gezogen?

Wanneer zijt ge naar Berlijn verhuisd?

Lassen Sie den Tee zehn Minuten lang ziehen.

Laat de thee tien minuten trekken.

Sie zog mich mit Blicken aus.

Ze kleedde mij uit met haar ogen.

Was ziehen Sie vor, Reis oder Brot?

Wat heeft u liever: rijst of brood?

Sie zog die Gardine zur Seite.

Ze trok het gordijn opzij.

Sie haben jede Möglichkeit in Betracht gezogen.

Ze hebben met alle mogelijkheden rekening gehouden.

Wenn er traurig ist, zieht er sich zurück.

Als hij droevig is, trekt hij zich terug.

Welche Farbe ziehen Sie vor: Blau oder Grün?

Aan welke kleur geeft u de voorkeur, blauw of groen?

Er badete und zog sich an.

Hij baadde en kleedde zich aan.

Du musst sein Alter in Betracht ziehen.

Je moet rekening houden met zijn leeftijd.

Er zieht immer Vorteile aus den Fehlern seiner Rivalen.

Hij haalt altijd voordeel uit de gemaakte fouten van zijn tegenstanders.

"Wir geben keine Rabatte" sagte die Frau streng, "egal wie klein. Jetzt ziehen Sie den Anzug aus, wenn Sie ihn sich nicht leisten können."

"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"

Um ihrer Gesundheit willen zog sie an einen wärmeren Ort.

Voor haar gezondheid verhuisde ze naar een warmer oord.

Sie zieht sich immer schwarz an.

Zij kleedt zich altijd in het zwart.

Dein Vorschlag verdient es, in Erwägung gezogen zu werden.

Je voorstel is het overwegen waard.

Der Zahnarzt zog ihr ihren schlechten Zahn.

De tandarts trok haar slechte kies.

Er musste die Stadt verlassen und zog nach Berlin.

Hij moest de stad verlaten en verhuisde naar Berlijn.

Zwei Monate sind es nun schon, seit er nach Frankreich gezogen ist.

Twee maanden zijn voorbij sinds hij naar Frankrijk gegaan is.

Wir ziehen nächsten Monat um.

We verhuizen volgende maand.

Es zieht.

Het tocht.

Ihr rosafarbenes Abendkleid zog alle Blicke auf sich.

Haar rose avondjurk trok de aandacht van iedereen.

Die Hunde bellen und die Karawane zieht weiter.

De honden blaffen, de karavaan trekt verder.

Es ist kalt draußen, ziehe deinen Mantel an!

Het is koud buiten, doe uw jas aan!

Sie zog sich schnell an.

Ze kleedde zich rap aan.

Positive Atomkerne ziehen negative Elektronen an.

Positieve atoomkernen trekken negatieve elektronen aan.

Tom zog sein Hemd aus.

Tom trok zijn shirt uit.

Ich würde gern nach Australien ziehen.

Ik zou graag naar Australië verhuizen.

Ich kann mich nicht entsinnen, wann er nach Boston zog.

Ik kan me niet herinneren wanneer hij naar Boston is verhuisd.

Bitte ziehen Sie Ihre Schuhe aus.

Doe uw schoenen uit, alstublieft.

Tom zog seinen Badeanzug an.

Tom trok zijn zwemkleding aan.

Du kannst das nicht ernsthaft in Erwägung ziehen.

Dat kan je toch niet ernstig menen.

Tom zieht sich gerade aus.

Tom is zich aan het uitkleden.

Gegensätze ziehen sich an.

Tegenpolen trekken elkaar aan.

Er zog sich die Krankheit vor vielen Jahren zu.

Hij liep de ziekte lang geleden op.

Sie ist nach Deutschland gezogen.

Ze is naar Duitsland verhuisd.

Sie zog nach Deutschland.

Zij verhuisde naar Duitsland.

Er zog nach Deutschland.

Hij verhuisde naar Duitsland.

Tom zog sich an.

Tom kleedde zich aan.

Tom sagt, dass er unseren Plan ernsthaft in Erwägung ziehe.

Tom zegt dat hij ons plan serieus in overweging neemt.

Die Kinder ziehen den Schlitten den Berg hinauf.

De kinderen trekken de slede op de berg.

Johannes zog zuerst seinen Mantel an, und dann nahm er seinen Hut.

Eerst trok John zijn jas aan, en toen pakte hij zijn hoed.

Warum ziehst du dich aus?

Waarom kleed je je uit?

Warum zieht ihr euch aus?

Waarom kleden jullie je uit?

Warum ziehen Sie sich aus?

Waarom kleed u zich uit?

Er zog nach Kanada.

Hij verhuisde naar Canada.

Anfangs zog ich es vor, ihr schweigend zuzuhören.

In het begin verkoos ik zwijgend naar haar te luisteren.

Ich zog mir die Schuhe aus und stellte sie unters Bett.

Ik trok mijn schoenen uit en plaatste ze onder het bed.

Sie zog eine Grimasse.

Ze trok een grimas.

Ich ziehe es vor, alte Sätze zu übersetzen, statt neue hinzuzufügen.

Ik vertaal liever oude zinnen dan nieuwe toe te voegen.

Maria zieht sich lieber mit einem Buch zurück.

Maria trekt zich liever terug met een boek.

Tom zog seine Schuhe und Socken aus und krempelte seine Hosenbeine hoch.

Tom trok zijn schoenen en sokken uit en rolde zijn broekspijpen op.

Die Prinzessin zog die Handschuhe aus.

De prinses deed haar handschoenen uit.

Ich zog um.

Ik was aan het verhuizen.

Ich zog aus.

Ik verhuisde.

Sie zieht langsam den Slip, den Büstenhalter, die Bluse und den Rock an.

Traag trekt ze haar slipje, haar bh, haar bloes en haar jurk aan.

Ich ziehe Marmelade vor.

Ik heb liever confituur.

Ik heb liever marmelade.

Tom zog nach Deutschland um.

Tom verhuisde naar Duitsland.

Ein Magnet zieht Eisen an.

Een magneet trekt ijzer aan.

Der Wetterfrosch sagt, ein Sturm zieht auf.

De weerman voorspelt storm.

Tom wurde gestern ein Zahn gezogen.

Tom heeft gisteren een tand laten trekken.

Meines Wissens ist Tom vor zwei Jahren nach Dünkirchen gezogen.

Voor zover ik weet, verhuisde Tom voor twee jaar naar Duinkerken.

Er hat alle Register gezogen.

Hij heeft alle registers opengetrokken.

Er ist nach Tokio gezogen.

Hij is naar Tokyo verhuisd.

Tom zog bei seiner Freundin ein.

Tom trok in bij zijn vriendin.

Maria zog ihren Pulli aus und band ihn sich um die Taille.

Maria trok haar trui uit en bond die om haar middel.

Der Gürtel wird durch die Schlaufen gezogen und auf der Vorderseite des Kleidungsstücks mit der Schnalle arretiert.

De riem wordt door de lussen getrokken en aan de voorkant van het kledingstuk vastgegespt.

Tom zog seine Jeans und ein T-Shirt an.

Tom trok zijn spijkerbroek en T-shirt aan.

Tom zieht alle Register.

Tom trekt alle registers open.

Der Jäger zog dem Hirsch das Fell ab.

De jager vilde het hert.

Tom zog sich die Schuhe aus.

Tom trok zijn schoenen uit.

Sie zog sich eine unheilbare Krankheit zu.

Ze kreeg een ongeneeslijke ziekte.

Sie zog mit ihrem rosa Abendkleid die Aufmerksamkeit auf sich.

Ze trok de aandacht met haar roze avondjurk.

Wir ziehen morgen in die Stadt.

Wij verhuizen morgen naar de stad.

Ist Tom nach Boston gezogen?

Is Tom naar Boston verhuisd?

Nach der Scheidung meiner Eltern zog mein Vater in die damalige Karl-Marx-Stadt, und wir blieben in Leipzig.

Na de scheiding van mijn ouders, verhuisde mijn vader naar de toenmalige Karl-Marx-Stadt, en wij bleven in Leipzig.

Sein Wagen zieht die Frauen an.

Zijn auto trekt de vrouwtjes aan.

Zijn auto trekt de vrouwen aan.

Einigen wir uns so: wenn Sie den Auftrag von der Müller & Söhne GmbH an Land ziehen, dann bekommen Sie den Kredit. Ich werde mich persönlich dafür einsetzen. Sollten Sie den Zuschlag allerdings nicht erhalten, dann tut’s mir leid.

Laten we dit afspreken: als u de opdracht van Müller & Söhne GmbH binnenhaalt, krijgt u de lening. Ik zal me er persoonlijk voor inzetten. Maar als u het contract niet krijgt, dan spijt het me.

Sie zog sich ihre Skistiefel aus.

Zij deed haar skischoenen uit.

Tom hat alle Register gezogen.

Tom heeft alle registers opengetrokken.

Ich will keine voreiligen Schlüsse ziehen.

Ik wil geen voorbarige conclusies trekken.

Ich ziehe Qualität der Quantität vor.

Ik prefereer kwaliteit boven kwantiteit.

Viele Leute ziehen das in Zweifel.

Veel mensen trekken dat in twijfel.

Tom kommt gar nicht mehr vorbei. Vielleicht ist er in eine andere Stadt gezogen.

Tom komt niet meer langs. Misschien is hij naar een andere stad verhuisd.

Sie beschloss, nach Belgien zu ziehen.

Ze besloot naar België te verhuizen.

Synonyme

an­spre­chen:
aanspreken
bren­nen:
branden
dau­ern:
duren
lau­fen:
hollen
lopen
rennen
werken
mäs­ten:
vetmesten
neh­men:
benemen
gebruiken
nemen
onderscheppen
ontnemen
pakken
sau­gen:
zuigen
spu­ken:
spoken
tras­sie­ren:
traceren
trasseren
trei­ben:
stuwen
ver­las­sen:
verlaten
weggaan
wa­bern:
flakkeren
onrustig bewegen
wan­dern:
lopen
weg­zie­hen:
vertrekken
wegtrekken
zäh:
taai
zeich­nen:
afschilderen
inschrijven
intekenen
kenmerken
kenschetsen
kentekenen
markeren
merken
ondertekenen
plaatsen
schilderen
stempeln
tekenen
uitbeelden
uitschilderen
züch­ten:
kweken

Antonyme

Niederländische Beispielsätze

  • Ik hou ervan om in de bergen rond te trekken.

  • U moet de knoop strakker trekken.

  • Zij moeten de knoop strakker trekken.

  • Jullie moeten de knoop strakker trekken.

  • Jij moet de knoop strakker trekken.

  • Op het eerste gezicht hebben ze meerdere trekken gemeenschappelijk.

  • Mag je in dit huis foto's trekken?

  • Kinderen huilen vaak alleen maar om de aandacht te trekken.

  • Ik zou graag ooit eens naar het buitenland trekken.

  • Bij de ingang van een Japans huis worden bezoekers meestal verzocht hun schoenen uit te trekken.

  • Mijn hobby is foto's trekken van wilde bloemen.

  • Ze spaart om naar het buitenland te trekken.

  • Er zijn veel buitenlanders die naar Japan trekken om Japans te leren.

Übergeordnete Begriffe

be­we­gen:
bewegen

Untergeordnete Begriffe

an­zie­hen:
aantrekken
be­zie­hen:
betrekken
ein­zie­hen:
intrekken
er­zie­hen:
africhten
onderwijzen
groß­zie­hen:
naar boven brengen
um­zie­hen:
verhuizen
weg­zie­hen:
vertrekken
wegtrekken

Ziehen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: ziehen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: ziehen. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 570, 378026, 391736, 401989, 406409, 407687, 427538, 430500, 448162, 504377, 518338, 581338, 594394, 679258, 682778, 683143, 699931, 702075, 769970, 784498, 820710, 852589, 913917, 928465, 944874, 969642, 1054583, 1071822, 1108759, 1208650, 1270953, 1428723, 1468488, 1483029, 1490078, 1768831, 1807096, 1819207, 1973387, 2203958, 2283013, 2309263, 2514763, 2514764, 2514766, 2924226, 2971966, 3013629, 3050095, 3106732, 3106733, 3106734, 3153405, 3385183, 3524545, 3540955, 3796214, 4325466, 4571939, 4683455, 4787639, 4787641, 4822073, 4961972, 5221192, 5304647, 5320248, 5474041, 6172788, 6313051, 6593807, 6740443, 6740941, 6856024, 7007542, 7036547, 7871968, 7948414, 8036088, 8065236, 8090928, 8100222, 8170607, 8223497, 8779654, 8786806, 8943328, 10065020, 10956492, 11098774, 11463559, 11491761, 4272758, 7327459, 7327467, 7327484, 7327485, 3851661, 7759443, 7953467, 3443931, 2783738, 847790, 745004 & 11048547. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR