Was heißt »an­zie­hen« auf Niederländisch?

Das Verb »an­zie­hen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • aantrekken

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Sie hat sich wie eine Schauspielerin angezogen.

Ze had zich gekleed als een actrice.

Gravitation ist die Naturkraft, mit der sich Gegenstände gegenseitig anziehen.

Zwaartekracht is de natuurkracht waardoor voorwerpen elkaar aantrekken.

Du solltest einen Mantel anziehen.

Doe een mantel aan.

Was soll ich anziehen – eine Hose oder einen Rock?

Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?

Wat zou ik aandoen: een broek of een rok?

Jane war wie ein Mann angezogen.

Jane was gekleed als een man.

Sie ist immer schwarz angezogen.

Ze is altijd in het zwart gekleed.

Sie war rot angezogen.

Ze was in het rood gekleed.

Tom hat sich schnell angezogen.

Tom heeft zich snel aangekleed.

Mama, ich will das nicht anziehen!

Mama, ik wil dit niet aan!

Sie haben sich angezogen.

Ze hebben zich aangekleed.

Ich habe meine Schuhe sofort angezogen.

Ik heb meteen mijn schoenen aangetrokken.

Amy will sich was Neues anziehen.

Amy wil iets nieuws aantrekken.

Mama, das will ich nicht anziehen.

Mam, ik wil dit niet aantrekken.

Ich kann mich nicht allein anziehen. Kannst du mir bitte helfen?

Ik kan me niet alleen aankleden. Kun je me alsjeblieft helpen?

Synonyme

wer­fen:
werpen

Antonyme

ab­sto­ßen:
afstoten
lo­ckern:
op losse schroeven zetten
verslappen
versoepelen

Anziehen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: anziehen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: anziehen. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 362297, 401654, 421605, 444451, 605247, 936357, 1039060, 1523642, 2655103, 2924241, 4734212, 6005703, 6005708 & 6537688. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR