Was heißt »Frau« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Frau« (ver­altet: Frauw & fraw) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • vrouw (weiblich)
  • echtgenote (weiblich)
  • mevrouw (weiblich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Was wäre die Welt ohne Frauen?

Wat zou de wereld zonder vrouwen zijn?

In ihrem Pantherfellsessel sitzend, las die junge Frau mit der roten Unterwäsche laut ein Buch mit dem Titel "Die schwarze Prinzessin".

Zittend in haar fauteuil van panterpels las de jonge vrouw in rood ondergoed voor uit een boek met de titel "De zwarte prinses".

Haben Sie Schwierigkeiten zu verstehen, was Ihnen Frauen oder kleine Kinder sagen?

Heeft u moeite te verstaan wat vrouwen of kleine kinderen tegen u zeggen?

Meine Frau hasst Katzen.

Mijn vrouw haat katten.

Meine Schwester war eine wunderschöne Frau.

Mijn zuster was een heel mooie vrouw.

Mijn zus was een erg knappe vrouw.

Seine Frau kommt aus Kalifornien.

Zijn vrouw komt uit Californië.

Rosa Montero ist eine außergewöhnliche Frau.

Rosa Montero is een heel bijzondere vrouw.

Ich hörte eine Frau schreien.

Ik hoorde een vrouw schreeuwen.

Frauen wollen auch Sex haben.

Vrouwen willen ook neuken.

Vrouwen willen ook seks hebben.

Die alte Frau wurde beinahe überfahren.

De oude vrouw werd bijna overreden.

Seine Tochter ist eine schöne Frau geworden.

Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.

Ein Dichter betrachtet die Welt, wie ein Mann eine Frau betrachtet.

Een dichter bekijkt de wereld zoals een man kijkt naar een vrouw.

Frau Smith unterrichtet an dieser Schule Englisch.

Mevrouw Smith geeft Engels op deze school.

Wer ist die Frau mit dem braunen Mantel?

Wie is de vrouw in de bruine jas?

Wie is de vrouw in de bruine mantel?

Er fürchtete sich vor seiner Frau.

Hij had schrik voor zijn vrouw.

Wer ist die Frau da?

Wie is die vrouw?

Frau Roland, was denken Sie über das Problem?

Mevrouw Roland, wat denkt gij over het probleem?

Wenn deine Augen eine schöne Frau erblicken, dann schlage sie nieder.

Wanneer je ogen een schone vrouw aanschouwen, sla ze dan neer.

Ich hasse selbstbewusste Frauen.

Ik heb een hekel aan vrouwen die zelfverzekerd zijn.

Meine Frau liebt Apfelkuchen.

Mijn vrouw houdt van appeltaart.

Nein, ich verstehe Frau Kunze nicht.

Neen, ik begrijp mevrouw Kunze niet.

Er grüßte die Frau.

Hij begroette de vrouw.

Meine Frau schien überrascht zu sein.

Mijn vrouw leek verrast te zijn.

Frau Jones unterrichtet Informatik.

Mevrouw Jones doceert informatica.

Er verkleidete sich als Frau.

Hij verkleedde zich als vrouw.

Frauen leben im Allgemeinen länger als Männer.

Vrouwen leven over het algemeen langer dan mannen.

Wie geht es deiner Frau?

Hoe gaat het met je vrouw?

Meine Frau ist Ärztin.

Mijn vrouw is arts.

Sie ist eine hübsche Frau.

Ze is een knappe vrouw.

Meine Frau ist eine schlechte Autofahrerin.

Mijn vrouw kan slecht autorijden.

Die alte Frau verleiht Geld zu einem Zinssatz von drei Prozent.

De oude vrouw leent geld tegen een rentetarief van drie procent.

Wer ist die Frau mit der braunen Jacke?

Wie is de vrouw met de bruine jas?

Ist Frau Smith Englischlehrerin?

Is mevrouw Smith lerares Engels?

Is juffrouw Smith lerares Engels?

Rock spricht junge Männer und Frauen an.

Rock spreekt jonge mannen en vrouwen aan.

Frau Smith brachte ihr zweites Kind zur Welt.

Mevrouw Smith heeft haar tweede kindje ter wereld gebracht.

Wo hast du diese Frauen gesehen?

Waar heb je die vrouwen gezien?

Die alte Frau stieg aus dem Bus aus.

De oude vrouw ging de bus uit.

Begrüßen Sie bitte Frau Andreescu!

Doe de groeten aan mevrouw Andreescu!

Würden Sie mich mit der jungen Dame bekannt machen, die sich mit Frau Allen unterhält?

Wilt ge mij voorstellen aan de jongedame die in gesprek is met mevrouw Allen?

Seine Frau ist unsere Italienischlehrerin.

Zijn vrouw is onze lerares Italiaans.

Frauen reden gerne.

Vrouwen spreken graag.

Ist es wahr, dass Männer fettigere Haut haben als Frauen?

Is het waar dat mannen een vettere huid hebben dan vrouwen?

Die Frau ist fast taub.

De vrouw is bijna doof.

Die Liebe eines jungen Mädchens ist ein Gedicht, die Liebe einer reifen Frau ist Philosophie.

Liefde van een jonge vrouw is een gedicht. Liefde van een rijpe vrouw is filosofie.

Er ist finanziell abhängig von seiner Frau.

Hij is financieel afhankelijk van zijn vrouw.

Einige Männer ertragen es nicht, wenn ihre Frauen mehr verdienen.

Enkele mannen verdragen het niet als hun vrouw meer verdient.

Wie geht es Ihnen, Frau Jones?

Hoe gaat het met u, mevrouw Jones?

Ich kannte diese Frau überhaupt nicht.

Ik kende die vrouw helemaal niet.

Er sagte der Frau hallo.

Hij zei de mevrouw hallo.

Hij zei de vrouw hallo.

Deine Frau ist mit dir böse.

Je vrouw is boos op je.

Meine Frau ist Vegetarierin.

Mijn vrouw is een vegetariër.

Der Mann und die Frau trinken Tee.

De man en de vrouw drinken thee.

Das ist die Frau, die dich sehen möchte.

Dat is de vrouw die u wil zien.

Dat is de vrouw die jou wil zien.

Meine Frau hat einen neuen Kinderwagen gekauft.

Mijn vrouw heeft een nieuwe kinderwagen gekocht.

Meine Frau leidet an einer Lungenentzündung.

Mijn vrouw lijdt aan een longontsteking.

Frauen und Kinder zuerst!

Vrouwen en kinderen eerst!

Er hat keine Frau, keine Kinder und keine Freunde.

Hij heeft geen vrouw, geen kinderen en geen vrienden.

Meine Frau und Kinder sind von mir abhängig.

Mijn vrouw en kinderen zijn afhankelijk van mij.

Ich schaue mich nach einer Tasche für meine Frau um.

Ik zoek een tas voor mijn vrouw.

Ich ging ins Krankenhaus, um meine Frau zu besuchen.

Ik ging naar het ziekenhuis om mijn vrouw te bezoeken.

Ich bin wegen des trockenen Hustens meiner Frau besorgt.

Ik maak mij zorgen over de droge hoest van mijn vrouw.

Warum dankst du deiner Frau nicht ein bisschen?

Waarom bedankt ge uw vrouw niet een beetje?

Eine Frau schrieb 30 Bücher darüber, wie man glücklich wird, und beging dann Selbstmord.

Een vrouw schreef dertig boeken over hoe men gelukkig wordt, en pleegde toen zelfmoord.

Der Vater meiner Frau ist mein Schwiegervater.

De vader van mijn vrouw is mijn schoonvader.

Die Frauen zuerst.

Dames voor alles!

Dames eerst.

Ich bin eine Frau.

Ik ben een vrouw.

Die alte Frau hat keine Kraft um aufzustehen.

De oude vrouw heeft niet de kracht om op te staan.

Das ist die Frau, deren Autos gestohlen wurden.

Dat is de vrouw wier auto's gestolen zijn.

"Ich habe es schrecklich eilig ... aus Gründen, die ich nicht erklären kann", antwortete Dima der Frau. "Bitte lassen Sie mich einfach diesen Anzug hier anprobieren."

"Ik heb verschrikkelijke haast... om redenen die ik niet kan noemen," antwoordde Dima de vrouw. "Laat me alstublieft gewoon dat pak daar passen."

"'Geschichte'?" fragte die Frau. "Was meinen Sie damit?"

"'Verhaal'?" vroeg de vrouw. "Wat bedoelt u?"

"Wir geben keine Rabatte" sagte die Frau streng, "egal wie klein. Jetzt ziehen Sie den Anzug aus, wenn Sie ihn sich nicht leisten können."

"We geven geen kortingen," zei de vrouw streng, "ongeacht hoe klein. En wilt u nu alstublieft het pak uittrekken als u het zich niet kunt veroorloven?"

Es lebte einmal eine alte Frau auf einer kleinen Insel.

Er was eens een oude vrouw op een eilandje.

Er wollte zeitig von seiner Frau geweckt werden.

Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.

Die Frau liest.

De vrouw is aan het lezen.

Er heiratete diese Frau.

Hij trouwde met die vrouw.

Wie geht es meiner Frau?

Hoe gaat het met mijn vrouw?

Meine Frau hat mir aufgetragen, diesen alten Hut wegzuschmeissen.

Mijn vrouw heeft me opgedragen deze oude hoed weg te gooien.

Darf ich Ihnen helfen, gnädige Frau?

Kan ik u helpen, mevrouw?

Ich konnte mich nicht damit abfinden, dass meine Frau tatsächlich tot war.

Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.

Er ist doppelt so schwer wie seine Frau.

Hij is twee keer zo zwaar als zijn vrouw.

Die Frau wäscht sich das Gesicht.

De vrouw wast haar gezicht.

Er hat eine Frau und zwei Kinder zu ernähren.

Hij heeft een vrouw en twee kinderen te onderhouden.

Eine Frau, deren Mann gestorben ist, wird Witwe genannt.

Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.

Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.

Frauen sind schön.

Vrouwen zijn mooi.

Frau Ionescu, ich würde Ihnen gern eine Frage stellen.

Mevrouw Ionescu, ik zou u iets willen vragen.

Die Frau hatte getan, was sie tun musste.

De vrouw heeft gedaan wat ze moest doen.

Ich träume von einer schönen Frau.

Ik droom van een mooie vrouw.

Im Allgemeinen sind Männer größer als Frauen.

In het algemeen zijn mannen langer dan vrouwen.

Ich habe eine ältere Frau getroffen.

Ik kwam een oude vrouw tegen.

Ich frage mich, warum Frauen keine Glatze bekommen.

Ik vraag me af hoe het komt dat vrouwen niet kaal worden.

Der Dieb verkleidete sich als alte Frau.

De dief verkleedde zich als een oude vrouw.

Wenn eine Frau einen Mann ruinieren will, braucht sie ihm nur alles erlauben.

Als een vrouw een man wil ruïneren, hoeft ze hem alleen maar alles te gunnen.

Ich liebe meine Frau.

Ik hou van mijn vrouw.

Deutsche Männer gehen öfter zum Frisör als deutsche Frauen.

Duitse mannen gaan vaker naar de kapper dan Duitse vrouwen.

Ich habe das Buch für mich selbst gekauft, nicht für meine Frau.

Ik heb dit boek voor mijzelf gekocht, niet voor mijn vrouw.

Wie würdest du dich fühlen, wenn dich deine Frau verließe?

Hoe zou jij je voelen als je vrouw je zou verlaten?

Sucht die Frau!

Zoek de vrouw!

Männer und Frauen brauchen einander gegenseitig.

Mannen en vrouwen hebben elkaar nodig.

Man sagt gewöhnlich, dass Frauen länger leben als Männer.

Gewoonlijk zegt men dat vrouwen langer leven dan mannen.

Sie ist eine extrem schüchterne Frau.

Ze is een extreem schuchtere vrouw.

Synonyme

Braut:
bruid
Mensch:
mens
Mut­ti:
mammie
Per­le:
parel
Per­sön­lich­keit:
persoonlijkheid
Per­son:
persoon
Sub­jekt:
onderwerp
Tan­te:
tante
Weib:
wijf

Antonyme

Ehe­mann:
echtgenoot
Herr:
Heer
meester
meneer
mijnheer
Mann:
echtgenoot
man

Niederländische Beispielsätze

  • Hij heeft geluk zo'n goede vrouw te hebben.

  • Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.

  • Zijn vrouw is Franse.

  • Kies een vrouw met de oren, niet met de ogen.

  • De vrouw is dik.

  • De vrouw is mooi.

  • De eerste vrouw, die Esperanto als moedertaal sprak, werd in 1904 geboren; vandaag zijn er meerdere duizenden Esperanto-moedertaalsprekers.

  • Zij is de vrouw van Alain.

  • De vrouw ruikt de koffie.

  • De wit geklede jonge vrouw is mijn verloofde.

  • Mijnheer en mevrouw West zijn op huwelijksreis.

  • Een vrouw vroeg mij de weg.

  • De bus was leeg, op een oude vrouw na.

  • Kristy Anderson is de echtgenote van Larry Ewing.

  • Extremisten ontvoerden de vrouw van de president.

  • Een vrouw wier echtgenote is overleden is een weduwe.

  • Hij hecht altijd waarde aan de mening van zijn vrouw.

  • Zij is een vrouw met een sterke persoonlijkheid.

  • Je bent een mooie vrouw.

  • Wie is deze vrouw?

Übergeordnete Begriffe

Mensch:
mens

Untergeordnete Begriffe

Ärz­tin:
arts
doktores
Haus­frau:
huisvrouw
Jung­frau:
jufvrouw
maagd
vrijster

Frau übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Frau. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Frau. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 504, 989, 1019, 136441, 136443, 136446, 139499, 340947, 341227, 347928, 348427, 349954, 353832, 357126, 370418, 374085, 375492, 379573, 399528, 399565, 403041, 404967, 409159, 413886, 418955, 423277, 435166, 439867, 444722, 444962, 451109, 451349, 454122, 459061, 479821, 479943, 497243, 506124, 510144, 543715, 553013, 555696, 569530, 570409, 591226, 595585, 611606, 614061, 618264, 638331, 644852, 653416, 653837, 661990, 666008, 667659, 675187, 692948, 692951, 697075, 699472, 700342, 704271, 709756, 710142, 740897, 756821, 759026, 784453, 784474, 784498, 785871, 785872, 789503, 797835, 831280, 871916, 877080, 879983, 884509, 884982, 896434, 898648, 901620, 915736, 924827, 927074, 931647, 934050, 951920, 957303, 978144, 1021940, 1030539, 1059022, 1067068, 1104839, 1111105, 1206342, 1225316, 388051, 437308, 450681, 657858, 659375, 659376, 669000, 683417, 696041, 714452, 716367, 734921, 767580, 839992, 846493, 847547, 848943, 934494, 1099058 & 1305004. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR