Was heißt »fin­den« auf Niederländisch?

Das Verb »fin­den« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • vinden

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich habe eine Lösung gefunden, aber ich habe sie so schnell gefunden, dass es nicht die richtige Lösung sein kann.

Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.

Ik heb een oplossing gevonden, maar ik heb haar zo snel gevonden dat het niet de juiste oplossing kan zijn.

Zuerst fand er Englisch sehr schwer, aber jetzt findet er es einfach.

Eerst vond hij Engels heel moeilijk, maar nu vindt hij het gemakkelijk.

Es ist ein Wort, für das ich gerne einen Ersatz finden würde.

Het is een woord waarvoor ik graag een vervanging zou vinden.

Man kann immer Zeit finden.

Men kan altijd wel tijd vinden.

Die Polizei wird euch dazu bringen, die Kugeln zu finden.

De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.

Ich finde Fremdsprachen sehr interessant.

Ik vind vreemde talen erg interessant.

Primzahlen sind wie das Leben, sie sind völlig logisch, aber es ist unmöglich, Regeln für sie zu finden, selbst wenn man seine ganze Zeit dem Nachdenken darüber widmet.

Priemgetallen zijn als het leven, ze zijn helemaal logisch, maar het is onmogelijk er regels voor te vinden, zelfs als je al tijd wijdt aan het nadenken erover.

Wenn man eine Augenbraue hochzieht, kann das bedeuten "Ich habe Lust, mit dir Sex zu haben", aber auch "Ich finde, dass das, was du gerade gesagt hast, vollkommen idiotisch ist."

Als men een wenkbrauw optrekt, kan dit betekenen "ik wil seks met je hebben," maar ook "dat wat je net zei, vind ik volstrekt onnozel."

Es ist gut, Ideale zu haben, findest du nicht?

Het is goed idealen te hebben ..., denk je niet?

Im siebten Jahrhundert hat der indische Mathematiker Brahmagupta die kleinste positive ganzzahlige Lösung der Gleichung x²-92y²=1 gefunden.

In de zevende eeuw vond de Indische wiskundige Brahmagupta de kleinste positieve gehele oplossing voor de vergelijking x²-92y²=1.

Wir haben ihn lebend gefunden.

We hebben hem levend gevonden.

Meg hat ein vierblättriges Kleeblatt gefunden.

Meg heeft een klavertjevier gevonden.

Ich habe das Gebäude gefunden.

Ik heb het gebouw gevonden.

Ich habe dieses Restaurant zufällig gefunden.

Ik kwam dat restaurant toevallig tegen.

Ik vond dit restaurant toevallig.

Ik vond dit restaurant bij toeval.

Ich habe noch keine Arbeit gefunden.

Ik heb nog geen baan gevonden.

Ich habe ein gutes mexikanisches Restaurant gefunden.

Ik heb een goed Mexicaans restaurant gevonden.

Er hat eine schöne Wohnung für Mary gefunden.

Hij heeft een mooie woning voor Mary gevonden.

Ich habe ein Geldstück auf dem Gehsteig gefunden.

Ik heb een muntstuk op de stoep gevonden.

Ik heb een geldstuk op het trottoir gevonden.

Am Schluss fand er die Wahrheit heraus.

Uiteindelijk ontdekte hij de waarheid.

Die Polizei konnte den Verbrecher finden.

De politie kon de crimineel vinden.

Ich muss es finden.

Ik moet het vinden.

Das Konzert findet im nächsten Sommer statt.

Het concert zal de volgende zomer plaatshebben.

Het concert vindt de volgende zomer plaats.

Nachdem er drei Wochen lang nach einem Job gesucht hatte, fand er eine gut bezahlte Stelle.

Na drie weken op zoek te zijn geweest naar een baan, vond hij een goedbetaalde betrekking.

Wenn du 30€ in deiner Schublade findest, dann liegt das daran, dass ich zu viele Geldscheine hatte und sie deswegen bei dir gelassen habe.

Als je €30 in je la vindt, dan komt dat doordat ik te veel bankbiljetten had en ze daarom bij jou gelaten heb.

Dies habe ich in der Höhle gefunden.

Dit heb ik in de grot gevonden.

Ich fand die Frage sehr einfach.

Ik vond de vraag erg eenvoudig.

Das Alter macht nicht kindisch, wie man spricht, es findet uns nur noch als wahre Kinder.

De ouderdom maakt ons niet kinds, zo het heet, hij vindt ons veeleer nog als echte kinderen.

Ich finde alles scheiße oder gar nicht.

Ik vind alles shit of helemaal niet.

Er hatte das Glück, eine Arbeit zu finden.

Hij had het geluk een baan te vinden.

Das Treffen fand gestern statt.

De ontmoeting had gisteren plaats.

De vergadering was gisteren.

Endlich fand ich eine Lösung für das Problem.

Ik heb eindelijk de oplossing voor het probleem gevonden.

Eindelijk vond ik een oplossing voor het probleem.

Ich bin sicher, dass ich es finden kann.

Ik weet zeker dat ik het kan vinden.

Ich fand das Buch interessant.

Ik vond het boek interessant.

Die Olympischen Spiele finden alle vier Jahre statt.

De Olympische Spelen hebben ieder vierde jaar plaats.

Ich finde nicht, dass das Hemd zu der roten Krawatte passt.

Ik denk niet dat dit overhemd bij die rode stropdas past.

Ich fand es schwierig, nett zu den anderen zu sein.

Ik vond het moeilijk om vriendelijk te zijn tegen de anderen.

Ich kann das Messer nicht finden.

Ik kan het mes niet vinden.

Ich fand den Test schwierig.

Ik vond de test lastig.

Ik vond de test moeilijk.

In den Vereinigten Staaten findet alle zehn Jahre eine Volkszählung statt.

In de Verenigde Staten vindt om de tien jaar een volkstelling plaats.

In de Verenigde Staten vindt iedere tien jaar een volkstelling plaats.

Wir finden, dass Venedig eine faszinierende Stadt ist.

Wij vinden Venetië een fascinerende stad.

Wann fand der Dreißigjährige Krieg statt?

Wanneer vond de Dertigjarige Oorlog plaats?

Ich finde das Messer nicht.

Ik vind het mes niet.

Ich finde sie nett.

Ik vind haar vriendelijk.

Wo hast du diesen Schlüssel gefunden?

Waar heb je die sleutel gevonden?

Ich kann meine Tasche nicht finden.

Ik kan mijn tas niet vinden.

Sie haben immer noch keinen Käufer für das Haus gefunden.

Ze hebben nog geen koper gevonden voor het huis.

Der Schlüssel war nirgends zu finden.

De sleutel liet zich nergens vinden.

An einem schönen Frühlingstag fand Jan beim Buddeln im Sandkasten im Garten hinter dem Haus eine kleine Kiste. In der Kiste war ein glänzendes Klappmesser mit einer rätselhaften Inschrift.

Op een mooie lentedag, toen Jan in de zandbak in de achtertuin aan het graven was, vond hij een klein doosje. In het doosje zat een blinkende stiletto met een geheimzinnig opschrift.

Schau einem zivilisierten Mensch unter die Haut, und du findest einen Barbaren.

Kijk onder de huid van een geciviliseerd mens en je vindt een barbaar.

Wie findest du diese Fotos? Ich habe sie heute entwickeln lassen.

Wat vindt je van deze foto's? Ik heb ze vandaag laten ontwikkelen.

Ich habe gefunden, was ich suchte.

Ik heb gevonden wat ik zocht.

Wenn ich deinen Reisepass finde, rufe ich dich an.

Als ik je paspoort vind, zal ik je roepen.

Die Deutschen haben keinen Sinn für Humor? Ich finde das nicht lustig!

De Duitsers hebben geen gevoel voor humor? Ik vind dat niet grappig!

Ich finde, du schuldest ihr eine Erklärung.

Ik denk dat ge haar wat uitleg zult moeten geven.

Ich finde, dass der Tisch zu viel Platz verbraucht.

Ik vind dat deze tafel te veel ruimte inneemt.

Ich habe im Tatoeba-Blog einen Artikel über eine neue Version gefunden, die bald herauskommt. Hast du den gelesen?

Ik zag een artikel op de Tatoebablog over een nieuwe versie die binnenkort uitkomt, hebben jullie het gelezen?

Wenn ich mal was finde, was mir gefällt, ist es immer zu teuer.

Steeds wanneer ik iets vind dat me bevalt, is het te duur.

Ich fand deine Bemerkung interessant.

Ik vond je opmerking interessant.

Eigentlich fand sie es überhaupt nicht gut, aber sie sagte nichts.

Eigenlijk vond ze het helemaal niet leuk, maar ze zei niets.

Wie findet man Nahrung im Weltraum?

Hoe vind je eten in de ruimte?

Ich kann Tim nicht finden.

Ik kan Tim niet vinden.

Hast du dein Buch gefunden?

Heb je je boek gevonden?

Ich habe dich gefunden.

Ik vond je.

Ich habe Sie gefunden.

Ik heb u gevonden.

Wie findest du diesen Whisky?

Hoe vind je deze whisky?

Zebras und Giraffen findet man in einem Zoo.

Zebra's en giraffes vind je in de dierentuin.

Jedes Töpfchen findet sein Deckelchen.

Op elk potje past een deksel.

So etwas findet man nicht überall.

Zoiets vindt men niet overal.

Ich würde laut schreien, wenn ich einen Skorpion in meinem Zimmer fände.

Ik zou hard schreeuwen als ik een schorpioen in mijn kamer zou vinden.

Du findest den Laden zwischen einer Bank und einer Schule.

Je vindt de winkel tussen een bank en een school.

Ich finde nicht, dass sie ihrer Mutter ähnelt.

Ik vind niet dat ze op haar moeder lijkt.

Toms Beerdigung findet dieses Wochenende statt.

Toms begrafenis zal dit weekend zijn.

Wie findest du diese Situation?

Wat vind jij van deze situatie?

Ich kann die Klitoris meiner Freundin nicht finden.

Ik vind de clitoris niet bij mijn vriendin.

Ich habe die Stadt auf der Karte gefunden.

Ik heb de stad op de kaart gevonden.

Ich finde, es ist zu groß.

Ik vind dat het te groot is.

Gestern bin ich ein Gott geworden, fand das aber etwas langweilig, also bin ich heute ein Teufel geworden.

Gisteren werd ik een god, maar ik vond dat te vervelend, dus vandaag werd ik een duivel.

Ich kann meine Uhr nicht finden.

Ik kan mijn horloge niet vinden.

Ich muss unbedingt pinkeln und ich kann keine Toilette finden.

Ik moet nodig plassen en kan geen wc vinden.

Bitte finde eine Lösung für das Problem.

Vind alsjeblieft een oplossing voor het probleem.

Ich konnte sein Haus nicht finden.

Ik kon zijn huis niet vinden.

Ich bin sicher, dass wir eine Lösung finden werden.

Ik ben zeker dat we een oplossing zullen vinden.

Ich finde nicht, dass er recht hat.

Ik vind niet dat hij gelijk heeft.

Das Meeting fand gestern statt.

De vergadering had gisteren plaats.

Ich habe meine Schuhe gefunden.

Ik heb mijn schoenen gevonden.

Ich habe überall gesucht, aber ich finde meinen Geldbeutel nicht.

Ik heb al overal gezocht, maar ik kan mijn beurs niet vinden.

Ich werde eine Lösung für das Problem finden.

Ik zal een oplossing voor het probleem vinden.

Trink doch etwas Kaffee. Er schmeckt sehr gut, finde ich.

Drink toch wat koffie. Het smaakt zeer goed, vind ik.

Die Jungen haben eine Münze gefunden.

De jongens vonden een geldstuk.

Die neue Methode hat schon in vielen Ländern Anhänger gefunden.

De nieuwe methode heeft al in vele landen aanhangers gevonden.

Man findet schnell einen Stock, wenn man einen Hund schlagen will.

Wie een hond wil slaan, kan gemakkelijk een stok vinden.

Du findest dort die schönsten Mädchen und das beste Bier.

Je vindt er de mooiste meisjes en het beste bier.

Ich finde das ausgesprochen kleinlich von dir.

Ik vind dat uitgesproken kleinzielig van je.

Hast du inzwischen meinen Zettel gefunden?

Heb je intussen mijn briefje gevonden?

Der Ring war nirgendwo zu finden.

De ring was nergens te vinden.

Die Europäische Union wurde mit dem Ziel gegründet, den häufigen und blutigen Kriegen zwischen Nachbarn ein Ende zu bereiten, die ihren Höhepunkt im Zweiten Weltkrieg gefunden hatten.

De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog.

Ich fand das Buch einfach.

Ik vond dat boek eenvoudig.

Ich finde Dante besser als Milton.

Ik vind Dante beter dan Milton.

Ich konnte es nirgendwo finden.

Ik kon het nergens vinden.

Wo finde ich Zahnpasta?

Waar is er tandpasta?

Synonyme

an­tref­fen:
aantreffen
ontmoeten
be­geg­nen:
ontmoeten
be­kom­men:
krijgen
den­ken:
denken
ein­fan­gen:
strikken
ein­schät­zen:
evalueren
inschatten
ent­de­cken:
ontdekken
grei­fen:
grijpen
kom­men:
komen
krie­gen:
klissen
krijgen
ontvangen
oorlog voeren
vatten
Mei­nung:
mening
opinie
se­hen:
zien
zei­gen:
tonen

Sinnverwandte Wörter

glau­ben:
geloven
mei­nen:
denken
menen

Antonyme

su­chen:
zoeken
ver­lie­ren:
verliezen

Niederländische Beispielsätze

  • In de overvolle bus was geen zitplaats meer te vinden.

  • Ik moet ze vinden.

  • Ik moet haar vinden.

  • De kans is klein dat we hem vinden.

  • De kans is klein dat we het vinden.

  • Waar kan men een defibrillator vinden?

  • Hier is alles wat ik kon vinden.

  • Ik weet waar ik hem kan vinden.

  • Ik keek rond om nog andere niet meer zo jonge gasten te vinden.

  • We kunnen Tom niet vinden.

  • Hier gaat u niets vinden.

  • Hier ga je niets vinden.

  • We vinden het heel jammer, maar we kunnen uw verzoek niet accepteren.

  • We moeten de sleutel vinden.

  • Hoe kan je Tom nou niet aardig vinden?

  • Ik ben erin geslaagd zijn kantoor te vinden.

  • We moeten niet proberen om het wiel opnieuw uit te vinden.

  • Tom zei dat we jullie hier zouden vinden.

  • Weet iemand waar ik er een zou kunnen vinden?

  • We moeten een verstopplaats vinden.

Untergeordnete Begriffe

er­fin­den:
uitvinden
statt­fin­den:
plaatsvinden

Finden übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: finden. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: finden. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 224, 663545, 152, 160, 202, 611, 654, 655, 736, 139390, 353572, 359424, 360895, 360896, 360900, 360903, 360905, 360906, 361085, 361400, 364409, 367479, 374378, 389242, 390555, 391638, 393597, 393971, 395230, 397749, 404912, 408514, 408563, 413768, 415178, 418464, 426784, 431460, 435690, 443900, 445020, 445053, 449503, 449994, 476107, 480342, 483754, 486961, 537688, 541946, 542418, 550163, 568161, 571328, 599021, 605607, 612798, 621124, 636137, 641987, 651907, 655663, 661937, 665002, 670454, 682545, 715294, 721355, 739305, 740391, 747173, 759342, 769979, 777247, 783990, 809318, 810041, 816990, 825494, 831593, 909186, 915732, 927818, 968176, 971084, 974700, 990257, 1139095, 1177382, 1198665, 1218708, 1222129, 1245989, 1251510, 1345227, 1349529, 1358765, 1360397, 1389028, 1403675, 4297565, 4297662, 4297665, 4297770, 4297773, 4307811, 4328647, 3704702, 3645095, 3621322, 3601401, 3601399, 4722683, 4850761, 4948098, 3173197, 2889004, 5462395, 5687446 & 5730242. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR