Was heißt »stel­len« auf Niederländisch?

Das Verb »stel­len« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • plaatsen
  • stellen

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ich muss dir eine dumme Frage stellen.

Ik moet je een domme vraag stellen.

Musst du wirklich die Frage stellen, um die Antwort zu erfahren?

Moet je echt de vraag stellen om het antwoord te weten te komen?

Kann ich ein paar Fragen stellen?

Mag ik enkele vragen stellen?

Mag ik een paar vragen stellen?

Er stellte mir eine Frage.

Hij stelde me een vraag.

Darf ich Ihnen eine Frage stellen?

Mag ik u een vraag stellen?

Ich habe dem Arzt ein paar Fragen gestellt.

Ik heb enkele vragen gesteld aan de dokter.

Er hat mir ein paar Fragen zum Mathetest gestellt.

Hij stelde enige vragen over het wiskundeproefwerk.

Sie stellte die dreckigen Teller in die Spüle.

Zij zette de vuile borden in de gootsteen.

Er hat ihr Fragen gestellt.

Hij heeft haar vragen gesteld.

Hätten Sie mir diese Frage gestellt, wenn ich ein Mann wäre?

Zoudt ge mij deze vraag gesteld hebben als ik een man was?

Es stellte sich heraus, dass das Gerücht weder Hand noch Fuß hatte.

Het bleek dat dit gerucht noch kop noch staart had.

Wir stellen hier eine Liste der häufigsten Fragen, die Esperanto betreffen, zur Verfügung.

We presenteren hier een lijst met vaak gestelde vragen over Esperanto.

Er stellt Zeitungen zu.

Hij brengt kranten.

Das Klonen von Menschen stellt uns vor große ethische Probleme.

Het klonen van mensen stelt ons voor serieuze ethische problemen.

Diese Firma stellt zweihundert Autos am Tag her.

Dit bedrijf produceert tweehonderd auto's per dag.

Ich würde gern zwei Fragen stellen.

Ik zou twee vragen willen stellen.

Ik zou graag twee vragen willen stellen.

Der Mann stellte sich als Privatdetektiv heraus.

De man bleek een privédetective te zijn.

Diese Fabrik stellt Automobilteile her.

Deze fabriek produceert auto-onderdelen.

Es stellte sich heraus, dass die sensationell genannte Entdeckung auf gefälschten Messergebnissen beruhte.

De zogezegd ophefmakend ontdekking bleek te berusten op vervalste meetgegevens.

Das Gerücht stellte sich als falsch heraus.

Het gerucht bleek vals te zijn.

Was stellen diese Punkte auf der Karte dar?

Wat stellen deze punten op de kaart voor?

Können Sie bitte die Musik leiser stellen?

Kan u alstublieft de muziek zachter zetten?

Kunt u de muziek zachter zetten alstublieft?

Ich trank etwas von der Milch, den Rest stellte ich in den Kühlschrank.

Ik heb wat melk gedronken en de rest in de koelkast bewaard.

Der Mann zeigte auf, um eine Frage zu stellen.

De man stak zijn hand op om een vraag te stellen.

Frau Ionescu, ich würde Ihnen gern eine Frage stellen.

Mevrouw Ionescu, ik zou u iets willen vragen.

Darf ich Ihnen ein paar Fragen stellen?

Mag ik u een aantal vragen stellen?

Er stellt bei dieser Sache sein Leben aufs Spiel.

Hij zet hier zijn leven op het spel.

Diese Fabrik stellt CD-Player her.

Deze fabriek produceert cd-spelers.

Deze fabriek maakt cd-spelers.

Er stellt oft dumme Fragen.

Hij stelt vaak domme vragen.

Wenn du ehrlich bist, stelle ich dich an.

Als je eerlijk bent, dan neem ik je aan.

Wenn er fließend Englisch kann, stelle ich ihn ein.

Als hij vloeiend Engels spreekt, neem ik hem aan.

Ich würde gerne eine Frage stellen.

Ik wil graag een vraag stellen.

Ik zou iets willen vragen.

Diese Frage wird mir häufig gestellt.

Die vraag wordt me dikwijls gesteld.

Was hat dich dazu bewogen, dich dieser außergewöhnlichen Herausforderung zu stellen?

Hoe ben je ertoe gekomen om deze bijzondere uitdaging aan te gaan?

Ich stelle dir dieselbe Frage.

Ik vraag je dezelfde vraag.

Ik stel je dezelfde vraag.

Sie können jederzeit einen formlosen Antrag stellen.

U kunt op elk moment een vrijblijvend verzoek indienen.

Tom stellte sich vor.

Tom stelde zichzelf voor.

Tom introduceerde zichzelf.

Der Arzt stellte seinen Tod fest.

De arts verklaarde hem dood.

Bitte stelle das Radio leiser.

Doe alsjeblieft de radio zachter.

Ich stelle den Strom an.

Ik zet de elektriciteit aan.

Ik schakel de stroom in.

Ich stelle das Radio leiser.

Ik zet de radio zachter.

Sie stellte sich den dort anwesenden Leuten vor.

Ze stelde zich aan de aanwezigen voor.

Er stellte seine Verlobte vor.

Hij stelde zijn verloofde voor.

Diese Flaschen muss man stellen, nicht legen.

Deze flessen moeten rechtop staan, niet liggen.

Tom stellte Mary als Dolmetscherin ein.

Tom heeft Mary als tolk aangesteld.

Wir sind auf uns allein gestellt.

We staan er alleen voor.

Sie stellte ihm einige Fragen.

Zij stelde hem een paar vragen.

Tom isst alles, was Maria auf den Tisch stellt.

Tom eet alles wat Maria op tafel zet.

Ich will dir einige Fragen stellen.

Ik wil je een paar vragen stellen.

Tom wollte sich stellen.

Tom wou zich komen aangeven.

Könntest du bitte den Fernseher leiser stellen?

Kun je alsjeblieft de televisie zachter zetten?

Tom nahm die Fernbedienung und stellte den Fernseher leiser.

Tom nam de afstandsbediening en zette de tv wat zachter.

Ich möchte Ihnen eine grundsätzliche Frage stellen.

Ik wil u een fundamentele vraag stellen.

Es stellte sich heraus, dass er ihr Vater war.

Het bleek dat hij haar vader was.

Tom stellte sich die gleiche Frage.

Tom vroeg zich hetzelfde af.

Ich wette, wir haben uns alle schon mehr als einmal eben diese Frage gestellt.

Ik durf erop wedden dat we ons allen die vraag al meermaals hebben gesteld.

Wenn es in unserer Familie Streit gibt, stellt sich mein Mann immer auf die Seite seiner Mutter statt auf meine.

Als we thuis ruzie hebben, kiest mijn man niet mijn kant maar altijd die van zijn moeder.

Dürfte ich Ihnen eine Frage stellen?

Zou ik u een vraag mogen stellen?

Ich stellte mich schlafend.

Ik deed alsof ik sliep.

Darf ich eine Frage stellen?

Mag ik een vraag stellen?

Melanie hat die Vase auf den Tisch gestellt.

Melanie heeft de vaas op de tafel gezet.

Gott wird deinen Glauben auf die Probe stellen.

God zal je geloof op de proef stellen.

Sie alle wollen mir am Zeug flicken und mich als boshaften Typ an den Pranger stellen.

Ze willen me naar de keel vliegen en me als een slechterik aan de schandpaal nagelen.

Er stellte dem Ausschuss ein anderes Projekt vor.

Hij stelde een ander project voor aan de commissie.

Ich zog mir die Schuhe aus und stellte sie unters Bett.

Ik trok mijn schoenen uit en plaatste ze onder het bed.

Während des Zweiten Weltkrieges stellte die Fabrik zwölftausend Panzer her.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog produceerde de fabriek twaalfduizend tanks.

Wir zögerten unserem Biolehrer Fragen zu stellen.

Wij aarzelden aan onze docent biologie vragen stellen.

Im ersten Moment schämte ich mich, eine solche Frage gestellt zu haben; dann aber war ich froh, da ich durch die Antwort das Gefühl hatte, klüger geworden zu sein.

In eerste instantie schaamde ik mij dat ik zo een vraag gesteld had, maar later was ik blij, want door het antwoord kreeg ik het gevoel dat ik wijzer geworden was.

Es stellte sich heraus, dass Tom recht hatte.

Tom bleek gelijk te hebben.

Es stellte sich heraus, dass das Gerücht wahr war.

Het gerucht bleek waar te zijn.

Es stellte sich heraus, dass seine Gechichte wahr war.

Zijn verhaal bleek waar te zijn.

Letztendlich stellte sich das Gerücht als falsch heraus.

Uiteindelijk bleek het gerucht vals te zijn.

Er stellte die Mädchen in drei Reihen auf.

Hij groepeerde de meisjes in drie rijen.

Kaum hatte Tom seine Jacke ausgezogen, fingen sie schon an, Fragen zu stellen.

Tom had nauwelijks zijn jas uitgetrokken toen ze vragen begonnen te stellen.

Tom stellte die Zeitmaschine mit einer kleinen Abweichung auf die räumlichen und zeitlichen Koordinaten seines ersten Treffens mit Maria ein.

Tom stelde de tijdmachine met een kleine afwijking in op de ruimtelijke en temporele coördinaten van zijn eerste ontmoeting met Maria.

Tom stellte viele Fragen.

Tom stelde veel vragen.

Sie stellte die schönen Blumen in eine silberne Vase.

Ze zette de mooie bloemen in een zilveren vaas.

Er stellte banale Fragen.

Hij stelde banale vragen.

Wie stelle ich meinen Körper nach meinem Tode der Wissenschaft zur Verfügung?

Hoe stel ik mijn lichaam na overlijden ter beschikking van de wetenschap?

Tom stellte den Aschenbecher vor Maria hin.

Tom zette de asbak voor Maria.

Die Mutter stellte die Zuckerdose auf den Tisch.

De moeder zette de suikerpot op tafel.

Tom stellte Maria seiner Mutter vor.

Tom stelde Maria aan zijn moeder voor.

Japan stellt viele gute Kameras her.

Japan produceert veel goede camera’s.

Für wen stellst du eine Kerze auf?

Voor wie steek jij een kaarsje op?

Wir stellen keine Frauen ein.

We nemen geen vrouwen aan.

Nachts stelle ich meine Paprikapflänzchen vor das offene Fenster, damit sie ein bisschen verhärten können, bevor ich sie draußen pflanze, weil sie jetzt noch solche dünnen Stiele haben.

's Nachts zet ik mijn paprikaplantjes bij het open raam, zodat ze een beetje kunnen harden voor ik ze buiten poot, want ze hebben nu nog zulke dunne steeltjes.

Sie hat ihre Arbeit fertig gestellt.

Ze heeft haar werk voltooid.

Er hat seine Arbeit fertig gestellt.

Hij is klaar met zijn werk.

Tom, dein Vater hat dir eine Frage gestellt.

Tom, je vader heeft je een vraag gesteld.

Kreative Menschen neigen dazu, die besten Fragen zu stellen, und daher bekommen sie die besten Antworten.

Creatieve mensen zijn geneigd de beste vragen te stellen, en zo bekomen ze de beste antwoorden.

Maria stellte die Stühle in einem Halbkreis auf.

Mary plaatste de stoelen in een halve cirkel.

Maria stellte ihre Handtasche auf den Küchentisch.

Maria zette haar handtas op de keukentafel.

Du stellst dumme Fragen.

Jij stelt domme vragen.

Je stelt domme vragen.

Ich stelle meinen Wagen dorthin.

Ik parkeer mijn auto daar.

Der Lehrer hat angefangen, uns Fragen zu stellen.

De leraar was begonnen ons vragen te stellen.

Die Lehrerin hat angefangen, uns Fragen zu stellen.

De lerares was begonnen ons vragen te stellen.

Tom stellte sich tot.

Tom hield zich dood.

Maria stellt Tom an den Pranger.

Maria nagelt Tom aan de schandpaal.

Maria klaagt Tom aan.

Ich wollte Ihnen ein paar Fragen stellen.

Ik wil u een paar vragen stellen.

Ich muss noch ein paar Fragen stellen.

Ik moet nog een paar vragen stellen.

Synonyme

auf­ste­hen:
opstaan
overeindkomen
aus­lie­fern:
afleveren
er­grei­fen:
vastpakken
er­tap­pen:
betrappen
er­wi­schen:
betrappen
halen
het haasje worden
pakken
fest­neh­men:
aanhouden
arresteren
oppakken
grei­fen:
grijpen
gril­len:
grillen
grilleren
ha­schen:
krijgertje
pakkertje
tikkertje
hin­stel­len:
neerzetten
krie­gen:
klissen
krijgen
ontvangen
oorlog voeren
vatten
set­zen:
neerzitten
zetten
zitten
ver­wen­den:
gebruiken

Sinnverwandte Wörter

bei­steu­ern:
bijdragen
contributie betalen
zah­len:
betalen

Antonyme

flie­hen:
vluchten
lie­gen:
liggen
sit­zen:
zitten
um­ge­hen:
vermijden

Niederländische Beispielsätze

  • Tot nu toe lukte het onze specialisten nog niet de doodsoorzaak vast te stellen.

  • Het kost niets om vragen te stellen.

  • We zullen nu elke onregelmatigheid, hoe klein ook, niet meer door de vingers zien maar openlijk aan de kaak stellen.

  • Ik zou het op prijs stellen als je dat niet meer zou doen.

  • Het is moeilijk een leven zonder huisdieren voor te stellen.

  • Ik kan niet op twee plaatsen tegelijk zijn.

  • In mijn "Agenda voor stedelijke mobiliteit", die ik morgen zal presenteren op een congres van de Wereldvereniging van Steden, zal ik een aantal van de noodzakelijke maatregelen aan de orde stellen.

  • Aarzel niet om vragen te stellen!

  • Je moet een nieuwe batterij plaatsen. Dan zal de klok weer lopen.

  • Ze wilden sterven omdat ze er niet in geslaagd waren om hun ouders tevreden te stellen.

  • Ik zou het erg op prijs stellen.

  • Ik stelde voor om de vergadering uit te stellen.

  • Ik zou het erg op prijs stellen als u dat voor mij zou willen doen.

  • Durf je hem vragen te stellen over dat ongeval?

  • Ik stel voor hier een komma te plaatsen.

  • Laten we de bal aan het rollen brengen door onszelf voor te stellen.

  • Er zijn vele mooie plaatsen in Japan.

  • Ze hadden besloten het huwelijk uit te stellen tot haar broer terug was gekomen uit het buitenland.

  • Katten kunnen zelfs op donkere plaatsen zien.

  • Aarzel niet vragen te stellen indien je iets niet begrijpt.

Untergeordnete Begriffe

aus­stel­len:
etaleren
tentoonstellen
be­stel­len:
bestellen
bloß­stel­len:
blameren
compromitteren
desavoueren
in opspraak brengen
er­stel­len:
vervaardigen
hin­stel­len:
neerzetten
ver­stel­len:
versperren
vor­stel­len:
introduceren
voorstellen

Stellen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: stellen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: stellen. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 219, 291, 342639, 351685, 364970, 368266, 398915, 399504, 403838, 444012, 457098, 504711, 540261, 588631, 601444, 621577, 653397, 658409, 661800, 665964, 689672, 706477, 741093, 756042, 915736, 945189, 960795, 963160, 999147, 1010840, 1021089, 1126983, 1198396, 1307738, 1449935, 1496025, 1512965, 1521419, 1559258, 1641017, 1729426, 1804107, 1812999, 1829953, 1842167, 1898486, 1907277, 1924774, 2233558, 2433882, 2550643, 2767984, 2775418, 2815141, 2817114, 2898678, 2924815, 2996890, 2997354, 3082034, 3092433, 3226328, 3264002, 3451389, 3524545, 3601548, 3689389, 3703277, 3833315, 3833328, 3833352, 3833414, 3901175, 3937016, 4242722, 4277912, 4603869, 4750071, 4926809, 5275311, 5277984, 5683717, 5687435, 5829010, 5903904, 5975033, 5997032, 5997033, 6116271, 6288263, 6363306, 6523245, 6562348, 6839772, 6855874, 6855875, 6864336, 7036529, 8064860, 8110775, 8586926, 8759600, 7373640, 9313879, 6621332, 9870938, 10040736, 10088787, 11162749, 4640014, 4570858, 4509230, 4491338, 4158522, 3828070, 3257483, 3209100, 3039292, 1959310 & 1866478. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR