Was heißt »vor­stel­len« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Kannst du dir vorstellen, wie unser Leben ohne Elektrizität aussehen würde?

Kun je je voorstellen hoe ons leven eruit zou zien zonder elektriciteit?

Ich werde dich meinen Eltern vorstellen.

Ik zal jou aan mijn ouders voorstellen.

Fantasie ist etwas, das sich die meisten Leute gar nicht vorstellen können.

Fantasie is iets, dat de meeste mensen zich helemaal niet kunnen voorstellen.

Du hättest dich dem Mädchen vorstellen sollen.

Je had je aan het meisje moeten voorstellen.

Kannst du dir das vorstellen?

Kan je je dat voorstellen?

Können Sie sich das vorstellen?

Kunt ge het u voorstellen?

Darf ich mich vorstellen?

Mag ik mij voorstellen?

Ein solches Leben kann ich mir nicht vorstellen.

Zo'n leven kan ik me niet voorstellen.

Sogar der Friedhof hat seine eigene Auftritt, und dort gibt es eine Seite "Neuigkeiten"! Kannst du dir Neuigkeiten vom Friedhof vorstellen?!

Dit kerkhof heeft zelfs een eigen site, en daarop staat een pagina "Nieuws". Kunnen jullie het je voorstellen, nieuws van de begraafplaats?!

Alles, was man sich vorstellen kann, ist real. Aber die einzig wahre Frage ist: Was ist wirklich real?

Alles wat we ons kunnen voorstellen is echt, maar wat echt echt is, is de echte vraag.

Er hatte die Ehre, einem großen Schriftsteller vorgestellt zu werden.

Hij had de eer voorgesteld te worden aan een groot schrijver.

Das ist nicht ganz das, was ich mir vorgestellt hatte.

Dat is niet precies wat ik in gedachten had.

Das kann ich mir nicht vorstellen.

Dat kan ik me niet voorstellen.

Dat kan ik me niet inbeelden.

Du kannst dir nicht vorstellen, wie durstig ich mich fühle.

Je kan je niet voorstellen hoe dorstig ik ben.

Du hättest dich vorstellen sollen.

Je had je moeten voorstellen.

Bringen wir den Ball ins Rollen, indem wir uns vorstellen.

Laten we de bal aan het rollen brengen door onszelf voor te stellen.

Können Sie sich vorstellen, was das Leben ohne Fernsehen wäre?

Kan je je voorstellen hoe het leven zou zijn zonder televisie?

Lass mich dich Herrn Brown vorstellen.

Laat me je voorstellen aan meneer Brown.

Ich kann mir nicht vorstellen, warum.

Ik kan me niet voorstellen waarom.

Du kannst dir nicht vorstellen, wie glücklich sie war.

Je kan je niet inbeelden hoe blij ze was.

Ich hätte mich vorstellen sollen.

Ik had mezelf moeten voorstellen.

Ich muss meine Uhr zwei Minuten vorstellen.

Ik moet mijn horloge twee minuten vooruit zetten.

Du kannst dir nicht vorstellen, wie glücklich ich bin.

Je kunt je niet indenken hoe gelukkig ik ben.

Ich werde dich ihr vorstellen.

Ik zal je aan haar voorstellen.

Ich werde dich ihm vorstellen.

Ik zal je aan hem voorstellen.

Er hat sich mir nicht vorgestellt, und ich habe auch nicht nach seinem Namen gefragt.

Hij heeft zich niet aan mij voorgesteld, en ik heb hem ook niet naar zijn naam gevraagd.

Sie konnten sich das Leben ohne Auto schon nicht mehr vorstellen.

Ze konden zich het leven zonder auto al niet meer voorstellen.

Ich habe die schönsten Ferien erlebt, die man sich vorstellen kann.

Ik heb leukste vakantie beleefd die je je kunt voorstellen.

Tom kann sich ein Leben ohne Maria an seiner Seite nicht vorstellen.

Tom kan zich een leven zonder Maria aan zijn zijde niet voorstellen.

Willst du uns nicht vorstellen?

Ga je ons niet voorstellen?

Wollen Sie uns nicht vorstellen?

Gaat u ons niet voorstellen?

Wollt ihr uns nicht vorstellen?

Gaan jullie ons niet voorstellen?

Ich möchte dich meinen Eltern vorstellen.

Ik wil je aan mijn ouders voorstellen.

Das kann ich mir vorstellen.

Dat kan ik me voorstellen.

Das kann ich mir gut vorstellen.

Dat kan ik me wel voorstellen.

Synonyme

ab­bil­den:

afbeelden

por­t­rä­tie­ren:

portretteren

vor­zei­gen:

laten zien

tonen

zei­gen:

tonen

Niederländische Beispielsätze

• Ik kan me niet voorstellen dat mensen hun vreugde voor de volgende dag bewaren.

• Ik zou de volgende wijziging voorstellen.

• Ik vind het ideaal wat jullie daar voorstellen.

• Wilt ge mij voorstellen aan de jongedame die in gesprek is met mevrouw Allen?

• Kunt ge u voorstellen hoe mijn leven is?

• Statistieken houden zich bezig met getallen die de werkelijkheid voorstellen.