Was heißt »Va­ter« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Va­ter« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • vader

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Der Gitarrist von Bang wird laut einer Ankündigung des Sprechers der Band zum zweiten Mal Vater.

De gitarist van Bang wordt volgens een aankondiging door de woordvoerder van de groep voor de tweede keer vader.

Wie der Vater, so der Sohn.

Zo vader, zo zoon.

Zo de abt, zo de monniken.

Zo de vader, zo de zoon.

Gestern habe ich meinem Vater geholfen.

Gisteren heb ik mijn vader geholpen.

Der Vater erzählte den Kindern eine schöne Geschichte.

De vader vertelde de kinderen een mooi verhaal.

Mein Vater mag sehr gerne Pizza.

Mijn vader houdt erg van pizza.

Hör auf, deinen Vater zu stören.

Stop met je vader lastig te vallen.

Hou op met je vader te storen.

Mein Vater spricht gut Englisch.

Mijn vader spreekt goed Engels.

Er ist Vater von drei Kindern.

Hij is de vader van drie kinderen.

Sein Vater ist Polizist.

Zijn vader is politieagent.

Vater nahm seinen Platz am Kopf des Tisches ein.

Vader nam zijn plaats in aan het hoofd van de tafel.

Wo ist dein Vater?

Waar is je vader?

Als Kind bin ich öfter mit meinem Vater fischen gegangen.

Als kind ging ik dikwijls vissen met mijn vader.

Paula muss ihrem Vater in der Küche helfen.

Paula moet haar vader in de keuken helpen.

Mein Vater mag starken Kaffee.

Mijn vader heeft graag sterke koffie.

Ich kenne deinen Vater.

Ik ken je vader.

Dein Vater ist groß.

Je vader is groot.

Sein Vater ist Japaner.

Zijn vader is Japans.

Zijn vader is Japanner.

Ihr Vater ist Japaner.

Haar vader is Japanner.

Was ich bin, verdanke ich meinem Vater.

Wat ik ben, heb ik te danken aan mijn vader.

Mein Vater versucht, mit dem Trinken aufzuhören.

Mijn vader probeert te stoppen met drinken.

Mein Vater ist ein wenig altmodisch.

Mijn vader is een beetje ouderwets.

Sein Vater isst dort zweimal pro Woche.

Zijn vader eet daar tweemaal per week.

Ich kenne deinen Vater sehr gut.

Ik ken jouw vader zeer goed.

Ik ken je vader heel goed.

Er ist für mich wie ein Vater gewesen.

Hij is voor mij als een vader geweest.

Hier arbeitet mein Vater.

Hier werkt mijn vader.

Sie war sehr stolz auf ihren Vater.

Zij was heel trots op haar vader.

Meine Mutter ist zwei Jahre älter als mein Vater.

Mijn moeder is twee jaar ouder dan mijn vader.

Mein Vater ist mit 65 Jahren in Rente gegangen.

Mijn vader ging op 65-jarige leeftijd met pensioen.

Ist ihr Vater Lehrer?

Is haar vader leraar?

Er kann stolz sein auf seinen Vater.

Hij kan trots zijn op zijn vader.

Er hat genauso viele Bücher wie sein Vater.

Hij heeft evenveel boeken als zijn vader.

Mein Vater hat viele Bücher.

Mijn vader heeft veel boeken.

Mein Vater liebt es, Gitarre zu spielen.

Mijn vader speelt heel graag gitaar.

Vater kam vor ungefähr zehn Minuten nach Hause.

Vader is ongeveer tien minuten geleden thuisgekomen.

Vater, was machst du?

Vader, wat doe je?

Ich habe die Uhr verloren, die mein Vater mir gegeben hat.

Ik ben het uurwerk verloren dat mijn vader mij gegeven had.

Mein Vater ist schweigsam.

Mijn vader is zwijgzaam.

Ich bin genauso groß wie mein Vater.

Ik ben even groot als mijn vader.

Mein Vater lebt seit über fünfzehn Jahren in Nagoya.

Mijn vader leeft al langer dan vijftien jaar in Nagoya.

Mein Vater ist nicht zu Hause.

Mijn vader is niet thuis.

Mein Vater fährt normalerweise mit dem Bus zum Büro.

Normaal gaat mijn vader met de bus naar kantoor.

Mein Vater mag Fußball nicht.

Mijn vader houdt niet van voetbal.

Mein Vater hat ein neues Auto gekauft.

Mijn vader heeft een nieuwe auto gekocht.

Mein Vater hat fünf Geschwister.

Mijn vader heeft vijf broers en zussen.

Mein Vater geht jeden Morgen spazieren.

Mijn vader gaat iedere morgen wandelen.

Mein Vater isst nicht viel Obst.

Mijn vader eet niet veel fruit.

Erinnern Sie sich an das Geburtsdatum Ihres Vaters?

Herinner je je de geboortedag van je vader?

Mein Vater vergisst alles.

Mijn vader vergeet alles.

Mein Vater lebt und arbeitet in Tokio.

Mijn vader woont en werkt in Tokio.

Wenn er sich für Esperanto interessieren würde, würde der Sohn seinem Vater eine Freude bereiten.

Door zich voor Esperanto te interesseren zou de zoon zijn vader verheugen.

Das ist mein Vater.

Dit is mijn vader.

Das ist das Dorf, wo mein Vater geboren wurde.

Dit is dus het dorp waar mijn vader geboren is.

Mein Vater hat ein Restaurant.

Mijn vader heeft een restaurant.

Mein Vater kommt gewöhnlich um sechs nach Hause.

Mijn vader komt gewoonlijk om zes uur thuis.

Mein Vater interessiert sich für Alte Geschichte.

Mijn vader interesseert zich voor oude geschiedenis.

Mein Vater ist beschäftigt.

Mijn vader is bezig.

Mein Vater fährt ein sehr altes Auto.

Mijn vader rijdt met een heel oude auto.

Sein Vater scheint Anwalt zu sein.

Zijn vader schijnt advokaat te zijn.

Het schijnt dat zijn vader advocaat is.

Sowohl sein Vater als auch seine Mutter sind tot.

Zowel zijn vader als moeder zijn gestorven.

Sein Vater starb vor 10 Jahren an Krebs.

Zijn vader stierf 10 jaar geleden aan kanker.

Was macht dein Vater?

Wat doet je vader?

Ich möchte meinen Vater sehen.

Ik zou mijn vader willen zien.

Mein Vater ist immer beschäftigt.

Mijn vader is altijd bezig.

Der Wunsch ist Vater des Gedanken.

De wens is de vader van de gedachte.

Mein Vater ist nach China gegangen.

Mijn vader is naar China gegaan.

Man sagt, sein Vater sei im Ausland gestorben.

Naar men zegt, zou zijn vader in het buitenland overleden zijn.

Mein Vater fing gestern drei Fische.

Mijn vader heeft gisteren drie vissen gevangen.

Mein Vater rasiert sich gerade im Badezimmer.

Mijn vader is zich aan het scheren in de badkamer.

Mein Vater wohnt auf dem Lande.

Mijn vader leeft op de buiten.

Mijn vader woont op het platteland.

Mein Vater schläft oft vor dem Fernseher ein.

Mijn vader valt vaak in slaap voor de tv.

Ich kenne euren Vater.

Ik ken jullie vader.

Das Auto meines Vaters ist neu.

De auto van mijn vader is nieuw.

Mein Vater ist Lehrer.

Mijn vader is leraar.

Mijn vader is een leraar.

Er hat Angst vor seinem Vater.

Hij is bang voor zijn vader.

Der Vater von Abraham Lincoln war Schreiner von Beruf.

De vader van Abraham Lincoln was van beroep schrijnwerker.

Er ging anstelle seines Vaters.

Hij ging in plaats van zijn vader.

Er ging an Stelle seines Vaters dorthin.

Hij ging naar daar in plaats van zijn vader.

Dein Sohn ist fast eine Kopie deines Vaters.

Je zoon is bijna een kopie van je vader.

Wir besuchten das Grab unseres Vaters.

We bezochten het graf van onze vader.

Er ist Vater von zwei Söhnen.

Hij is vader van twee zonen.

Michael, dies ist das Restaurant, in dem dein Vater und ich unser erstes Rendezvous hatten.

Michael, dit is het restaurant waar uw vader en ik onze eerste afspraak hadden.

Wie alt ist dein Vater?

Hoe oud is je vader?

Vater gründete sein Geschäft vor 40 Jahren.

Vader stichtte zijn onderneming 40 jaar geleden.

Mein Vater ist 48, aber er sieht jung aus für sein Alter.

Mijn vader is achtenveertig, maar hij ziet er jong uit voor zijn leeftijd.

Mein Vater fegt die Garage.

Mijn vader veegt de garage.

Rubén ist Vater von drei Kindern.

Rubén is vader van drie kinderen.

Sie hat ihrem Vater bei der Gartenarbeit geholfen.

Ze hielp haar vader bij het werk in de tuin.

Ich habe einen Freund, dessen Vater ein berühmter Pianist ist.

Ik heb een vriend, wiens vader een beroemd pianist is.

Mein Vater starb an Lungenkrebs.

Mijn vader stierf aan longkanker.

Mein Vater starb an Krebs.

Mijn vader is gestorven aan kanker.

Ich schlief ein, bevor mein Vater heimkam.

Ik viel in slaap voor mijn vader thuiskwam.

Sein Vater starb letztes Jahr.

Zijn vader is vorig jaar overleden.

Mein Vater hat den Briefkasten rot gestrichen.

Mijn vader verfde de brievenbus rood.

Mijn vader heeft de brievenbus rood geverfd.

Ich habe einen Freund, dessen Vater ein berühmter Schauspieler ist.

Ik heb een vriend wiens vader een beroemd acteur is.

Ein siebzehnjähriger Junge ist oft so groß wie sein Vater.

Een jongen van zeventien is vaak even groot als zijn vader.

Mein Vater pflegte zu sagen, dass Geld nicht alles ist.

Mijn vader placht te zeggen dat geld niet alles is.

Mijn vader was gewoon te zeggen dat geld niet alles is.

Mijn vader zei altijd dat geld niet alles is.

Er ist so groß wie sein Vater.

Hij is zo groot als zijn vader.

Das ist unser Vater.

Dat is onze vader.

Der Vater meiner Frau ist mein Schwiegervater.

De vader van mijn vrouw is mijn schoonvader.

Unsere Familie ist ziemlich groß. Zum Geburtstag meines Vaters kamen über 80 Leute.

Onze familie is redelijk groot. Bij de verjaardag van mijn vader waren we met meer dan 80 personen.

Weibliche Wortform

Mut­ter:
moeder

Synonyme

Ar­chi­tekt:
architect
Aus­lö­ser:
actuator
opnameknopje
El­ter:
ouder
Er­zeu­ger:
producent
Grün­der:
grondlegger
oprichter
Va­ti:
pappje
Ver­ant­wort­li­cher:
verantwoordelijke
Vor­va­ter:
voorvader

Niederländische Beispielsätze

  • Hij wordt binnenkort vader.

  • Zaterdag is mijn vader vrij.

  • Mijn vader is arts.

  • Mijn vader is dokter.

  • Mijn vader en mijn broer werken in een fabriek.

  • Mijn vader is niet thuis op het moment.

  • De zoon staat naast de vader.

  • Kom samen met de vader.

  • Omdat mijn vader dokter is, moet ik het nog niet worden.

  • Zijn vader en moeder zijn beiden dood.

  • Mijn vader is nu in de tuin.

  • Mijn vader reist graag met het vliegtuig.

  • Kom, Emilia! Je vader wacht op jou.

  • Het bleek dat hij haar vader was.

  • Zij wou niet gaan maar haar vader dwong haar om te gaan.

  • Mijn vader is voor het ogenblik in de tuin.

  • Hij is het evenbeeld van zijn vader.

  • Ik heb een vriend wiens vader leraar is.

  • Jullie vader is groot.

  • Ik vond mijn vader noch op zijn kamer, noch in de tuin.

Übergeordnete Begriffe

El­tern:
ouders
Füh­rer:
gids
leider
leidsman
Grün­der:
grondlegger
oprichter

Untergeordnete Begriffe

Groß­va­ter:
grootvader
Stief­va­ter:
stiefvader

Vater übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Vater. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Vater. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 1079, 1182, 331895, 332159, 341396, 344310, 344689, 344855, 344859, 344949, 349907, 349923, 349974, 351107, 353015, 353021, 353097, 353098, 359549, 362211, 362269, 363403, 364964, 364968, 367564, 369622, 370226, 372251, 372401, 373110, 381121, 381126, 384217, 386336, 394572, 395864, 398598, 400349, 404685, 406648, 408720, 410067, 413925, 418977, 418979, 426449, 427510, 432620, 435174, 441582, 442192, 446451, 446768, 448643, 450267, 451230, 454123, 458888, 458889, 458893, 466480, 474557, 483766, 501270, 508490, 522570, 531275, 531359, 535680, 550188, 563934, 567413, 576259, 581468, 586066, 591849, 591850, 593566, 593589, 594290, 594781, 604189, 608412, 609445, 609935, 612855, 635554, 640713, 642227, 646677, 659491, 661846, 662234, 684200, 689103, 692960, 696643, 703776, 709756, 713092, 383617, 387097, 392971, 392972, 423281, 503490, 604054, 604057, 641654, 664440, 666553, 675031, 701191, 707238, 708798, 741206, 763434, 766596, 788130 & 791778. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR