Was heißt »Führer« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Führer« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

gids (männlich)
leidsman (männlich)
leider (männlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Der Führer führte die Gruppe durch das Museum.: De gids leidde de groep door het museum.
Tom ist der Führer.: Tom is de leider.

Synonyme

Anweisung:: aanwijzing; toewijzing
Boss:: baas
Chef:: chef
Fahrer:: bestuurder; chauffeur
Fremdenführer:: reisgids
Handbuch:: handboek
Kopf:: hoofd; kop
Leiter:: bestuurder; chef; geleider; hoofd
Leitfaden:: leidraad
Lotse:: loods
Pilot:: loods; piloot; vliegenier; vlieger

Niederländische Beispielsätze

Als je naar Rio komt, vergeet dan niet mij te bellen en te vragen om jouw gids te zijn.
Wij beschouwen John als onze leider.
Breng me naar jullie leider.
Ik ben de artistiek leider van het theater.
Tom is de leider van Antifa.

Untergeordnete Begriffe

Bergführer:: berggids
Fremdenführer:: reisgids
Geschäftsführer:: beheerder; bestuurder
Kaiser:: keizer; tsaar
König:: koning
Lokführer:: machinist
Papst:: paus
Präsident:: president
Wortführer:: woordvoerder; zegsman

Führer übersetzt in weiteren Sprachen: