Was heißt »ste­hen« auf Niederländisch?

Das Verb »ste­hen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • staan

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

In ihrem Schlafzimmer stand ein kleiner Tisch. Und darauf stand ein kleines Fläschchen.

In haar slaapkamer stond een tafeltje. En daarop stond een klein flesje.

Der Mund blieb ihnen offen stehen.

Ze stonden sprakeloos.

Ze stonden met stomheid geslagen.

Hun kaken hingen slap.

Wirst du dort den ganzen Tag stehen bleiben?

Gaat ge daar heel de dag blijven staan?

Ga je daar de hele dag blijven staan?

Das Symbol '&' steht für 'und'.

Het symbool "&" staat voor "en".

Schwarz steht dir gut.

Zwart staat je goed.

Grün steht dir total gut.

Groen staat je erg goed.

Grün steht dir.

Groen staat je goed.

Die Krawatte steht dir gut.

De stropdas staat je goed.

Wann stehst du normalerweise auf?

Wanneer sta je normaal gesproken op?

Auf einer Seine-Insel steht eine große Kirche namens Notre Dame.

Op een eiland in de Seine staat een grote kerk genaamd Notre Dame.

Ich stehe meistens um acht auf.

Ik sta meestal om acht uur op.

Der Zug war so voll, dass ich die ganze Fahrt über stehen musste.

In de trein was het zo druk dat ik de hele rit heb moeten staan.

Wir stehen mit dem Rücken zur Wand.

We staan met de rug tegen de muur.

Er stand an der Straßenecke.

Hij stond op de hoek van de straat.

Diese Kleidung steht dir gut.

Deze kleding staat je goed.

Wofür steht PTA?

Waar staat PTA voor?

Wat betekent PTA?

Wofür steht GNP?

Waar staat het GNP voor?

Wat betekent GNP?

Sie steht jeden Morgen um 6 Uhr auf.

Ze staat elke morgen om zes uur op.

Er stand gewöhnlich früh auf.

Hij stond gewoonlijk vroeg op.

Mein Großvater steht früh auf.

Mijn grootvader staat vroeg op.

Fällt der Bauer tot vom Traktor, steht am Waldrand ein Reaktor.

Valt de boer dood van de tractor, staat aan de bosrand een reactor.

Er stand auf, um mich zu begrüßen.

Hij stond op om me te begroeten.

Viele Wissenschaftler stehen im Ruf, exzentrisch zu sein.

Veel wetenschappers hebben de reputatie excentriek te zijn.

Um wie viel Uhr stehst du auf?

Hoe laat staat gij op?

Der Briefkasten stand offen und war leer.

De brievenbus stond open en was leeg.

Der Nikolaus stand im Garten.

Sint-Niklaas stond in de tuin.

Sint-Nicolaas stond in de tuin.

Vor dem Kino stehen schon viele Leute Schlange.

Er staan al veel mensen in de rij voor de cinema.

Ich stehe Ihnen gern zur Verfügung.

Ik sta met plezier tot uw beschikking.

Er steht nicht früh auf.

Hij staat niet vroeg op.

Tom steht jeden Morgen um sechs Uhr auf.

Tom staat iedere morgen om zes uur op.

Er steht auf der Bühne.

Hij staat op het podium.

UN steht für die Vereinten Nationen.

VN staat voor Verenigde Naties.

Das Haus steht leer.

Het huis is leeg.

Het huis staat leeg.

Meine Mutter steht nie früh auf.

Mijn moeder staat nooit vroeg op.

Dieses Haus steht zum Verkauf.

Dat huis staat te koop.

Ich stehe um 7 Uhr auf.

Ik sta om 7 uur op.

Morgen stehe ich früh auf.

Morgen sta ik vroeg op.

Die kurzen Haare stehen ihr wirklich gut.

Die korte haren staan haar werkelijk goed.

Wofür steht "PTA"?

Waarvoor staat "PTA"?

Wofür steht UN?

Wat betekent UN?

Tom stand im U-Bahnhof Westminster auf dem Bahnsteig.

Tom stond op het perron in metrostation Westminster.

Ich stehe im Schatten.

Ik sta in de schaduw.

Diese Krawatte steht dir sehr gut.

Die stropdas staat je erg goed.

Dein Name steht ganz oben auf der Liste.

Jouw naam staat bovenaan op de lijst.

Ihr Name steht ganz oben auf der Liste.

Uw naam staat bovenaan op de lijst.

Dieses Kleid steht dir gut.

Die jurk staat u goed.

Er hat vier Beine, ist aus Holz und steht in der Küche.

Het heeft vier poten, is van hout en staat in de keuken.

Wo steht die Bushaltestelle?

Waar is de bushalte?

Carol steht jeden Morgen früh auf.

Carol staat elke ochtend vroeg op.

Ein Fremder steht vor dem Haus.

Er staat een vreemde man voor het huis.

Diese Stühle stehen im Weg.

Deze stoelen staan in de weg.

Ich stehe gewöhnlich spät auf.

Meestal word ik laat wakker.

Da steht eine Flasche Wein auf dem Tisch.

Er staat een fles wijn op tafel.

Das Haus stand in Flammen.

Het huis stond in brand.

Ich stand auf, als es noch dunkel war.

Ik ben opgestaan toen het nog donker was.

Das Geld steht Ihnen zur Verfügung.

Het geld is tot uw beschikking.

Wie üblich stand ich früh auf.

Ik stond zoals altijd vroeg op.

Er stand hinter dem Stuhl.

Hij stond achter de stoel.

Er steht um 7 Uhr auf.

Hij staat om zeven uur op.

Seit Jahr und Tag steht er jeden Dienstagmorgen mit seinem Fischstand auf dem Markt.

Sinds jaar en dag staat hij iedere dinsdagmorgen op de markt met zijn viskraam.

Er kann nicht sagen, was auf dem Papier geschrieben steht.

Hij kan niet zeggen wat op het papier staat geschreven.

Gewöhnlich stehen die Bewohner warmer Länder früh auf.

Gewoonlijk staan bewoners van warme landen vroeg op.

Ich stand heute Morgen um 5 Uhr auf.

Ik ben vanmorgen om vijf uur opgestaan.

Ich stand früh auf, um den ersten Zug zu nehmen.

Ik stond vroeg op om de eerste trein te halen.

Wir stehen für Demokratie.

Wij staan voor democratie.

Er steht früh auf.

Hij staat vroeg op.

Ich stehe dauernd unter Druck.

Ik sta altijd onder druk.

Den Zeitungen zufolge hat der Mann endlich gestanden.

Volgens de kranten heeft de man eindelijk toegegeven.

Die Farbe steht mir nicht.

Die kleur staat me niet.

Vor dem Bahnhof stehen gewöhnlich Taxis.

Meestal staan er taxi's voor het station.

Sie wirft mir vor, dass es um unser Eheleben nicht zum besten stehe.

Ze verwijt me dat het niet goed gaat met ons huwelijksleven.

Ze verwijt me dat het niet goed gesteld is met ons huwelijksleven.

Ze verwijt me dat ons huwelijksleven niet goed verloopt.

Dieser Hut steht dir gut.

Deze hoed staat je goed.

Äh, mein Herr! Was an der Tafel steht, ist keine Exponentialfunktion, sondern eine trigonometrische.

Eh, meneer... Wat op het bord staat, is geen exponentiële functie, maar een goniometrische...

Er stand am Ende der Schlange.

Hij stond aan het einde van de rij.

Der Wagen steht bereit.

De auto is klaar.

Klarheit steht an erster Stelle.

Helderheid komt op de eerste plaats.

Er stand hinter der Tür.

Hij stond achter de deur.

Sein Haus steht auf der anderen Straßenseite.

Zijn huis is aan de overkant van de straat.

Wofür stehen die Buchstaben WHO?

Waar staan de letters WHO voor?

Wie spät stehst du normalerweise auf?

Hoe laat staat ge gewoonlijk op?

Hoe laat sta je gewoonlijk op?

Heute stehen wir am Abgrund, morgen sind wir einen Schritt weiter.

Vandaag staan we voor de afgrond maar morgen zijn we al een stap verder.

Kurze Haare stehen ihm besser.

Kort haar staat hem beter.

Es steht ein Glas auf dem Tisch.

Er staat een glas op tafel.

Ich musste den Brief nicht öffnen. Ich wusste genau, was darin stand.

Ik moest de brief niet openen. Ik wist heel precies wat erin stond.

Deine Tochter steht unter Drogen.

Je dochter gebruikt drugs.

Sie stand auf.

Ze stond op.

Wir stehen unter seinem Befehl.

We staan onder zijn bevel.

Die Tulpen stehen jetzt in voller Blüte.

Tulpen zijn nu in volle bloei.

Glaubt mir: vor euch steht ein Mensch ohne besondere Talente, weder sehr mutig, noch sehr intelligent.

Geloof me: voor jullie staat eens mens zonder bijzondere talenten, noch heel moedig, noch heel intelligent.

Er stand dort eine Weile.

Hij stond daar een tijdje.

Wir stehen nun mit unserem Rücken an der Wand.

We staan met onze rug tegen de muur.

Kennst du das Mädchen, das am Fenster steht?

Ken je het meisje dat aan het raam staat?

Die Wege stehen voll mit Autos.

De wegen staan vol met auto's.

Da steht einer hinter der Mauer.

Er staat iemand achter de muur.

Der Deichgraf steht auf dem Deich.

De dijkgraaf staat op de dijk.

Am Fuße des Berges steht eine alte Burg.

Er is een oud kasteel aan de voet van de berg.

Er steht noch.

Het staat nog steeds overeind.

Meine Mutter steht früher als ich auf.

Mijn moeder staat eerder op dan ik.

Tom steht nicht früh auf.

Tom staat niet vroeg op.

In dieser Straße stehen Parkuhren.

Er staan parkeermeters in deze straat.

Synonyme

durch:
door
ge­fal­len:
bevallen
le­sen:
lezen
oppikken
lie­ben:
liefhebben
mö­gen:
mogen
per­fekt:
perfect
sein:
zijn
thro­nen:
tronen
zetelen
un­ter­schrei­ben:
onderschrijven
ondertekenen
ver­eh­ren:
aanbidden
adoreren
bewonderen
hoogachten
vereren

Antonyme

ge­hen:
gaan
lopen
rijzen
ho­cken:
hurken
lie­gen:
liggen
sit­zen:
zitten

Niederländische Beispielsätze

  • Op de Amerikaanse vlag staan vijftig sterren.

  • Er staan geen vuilnisbakken in deze straat.

  • Je hoeft niet zo vroeg op te staan.

  • Help me op te staan.

  • We kunnen onze tenten niet op het strand laten waar ze nu staan. Als we dat doen, zullen ze bij vloed onder water komen te staan.

  • We gingen in de rij staan om aan kaarten voor het concert te komen.

  • Er staan niet veel meubels in mijn kamer.

  • Mensen maken zich veel meer zorgen over de eeuwigheid na hun dood dan over de eeuwigheid die zich voor hun geboorte heeft afgespeeld. Het is echter dezelfde hoeveelheid eeuwigheid, die zich uitrolt in alle richtingen vanaf het punt waar wij staan.

  • Op deze boekenrekken staan niet veel boeken.

  • Op de hoek van de straat staan een glasbak en een bak voor gebruikte kleding.

  • De beelden staan ergens op een cd.

  • Hij kan zich geen auto veroorloven, laat staan een huis.

  • Hoeveel appelbomen staan er in jullie boomgaard?

  • Hoeveel appelbomen staan er in uw boomgaard?

  • Hoeveel appelbomen staan er in jouw boomgaard?

  • Ze staan sceptisch tegenover al het nieuwe.

  • ?Moeten de kinderen in een bepaalde volgorde gaan staan?” - „Ja, volgens leeftijd, alstublieft.”

  • Plots bleef onze trein staan.

  • Het zelfstandig naamwoord kan in het enkelvoud staan of in het meervoud.

  • Ik ben niet gewoon vroeg op te staan.

Stehen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: stehen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: stehen. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 497257, 375, 907, 136254, 140009, 331660, 340875, 351845, 352813, 357185, 365619, 366386, 367372, 369259, 394446, 395273, 395274, 400008, 406886, 412186, 414337, 417601, 423245, 423279, 431483, 441138, 443195, 444816, 446027, 446109, 454153, 458048, 484251, 501400, 504416, 519199, 533752, 540315, 551644, 561753, 568988, 586971, 591934, 595080, 595081, 613084, 618004, 621584, 634637, 640928, 656937, 677980, 679692, 689505, 689507, 714318, 733235, 759471, 761889, 776219, 783994, 785543, 809439, 818879, 828435, 898509, 907809, 913666, 915780, 916863, 929641, 934259, 939575, 945929, 949213, 1020944, 1045322, 1048882, 1059101, 1079078, 1082887, 1087345, 1104723, 1109090, 1144132, 1152555, 1179992, 1195698, 1221418, 1228343, 1229353, 1280245, 1280263, 1294967, 1308759, 1311046, 1315707, 1337755, 1339229, 1390733, 2285032, 2151455, 2784934, 2800507, 2810651, 2813719, 1866490, 3081193, 3164896, 3278618, 3309307, 1475972, 3614399, 3614401, 3614402, 3622332, 3644773, 872193, 819011 & 797846. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR