Was heißt »le­ben« auf Niederländisch?

Das Verb »le­ben« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • leven

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Man heiratet nicht jemanden, mit dem man leben kann - man heiratet die Person, ohne die man nicht leben kann.

Men trouwt niet met iemand met wie men kan leven - men trouwt met iemand zonder wie men niet kan leven.

Wir leben nicht in Ländern, wir leben in unseren Sprachen. Da ist deine Heimat, dort und nirgendwo sonst.

We leven niet in landen, we leven in onze talen. Dat is jouw thuis, daar en nergens anders.

Die Menschen waren nie dazu gedacht, ewig zu leben.

Het was nooit de bedoeling dat mensen eeuwig zouden leven.

Ich habe gelernt, ohne sie zu leben.

Ik heb geleerd te leven zonder haar.

Der Kommunismus wird nie erreicht werden, solange ich lebe.

Het communisme zal nooit geschieden, zolang ik leef.

Ich kann ohne Fernsehen nicht leben.

Zonder tv kan ik niet leven.

Das Leben beginnt, wenn du bereit bist, es zu leben.

Het leven begint wanneer je klaar bent om het te leven.

Zwei Familien leben im gleichen Haus.

Twee gezinnen leven in hetzelfde huis.

Mein Bruder lebt in Tokyo.

Mijn broer woont in Tokio.

Wenige Menschen leben länger als hundert Jahre.

Weinig mensen leven langer dan honderd jaar.

Er lebt auf dem Land.

Hij woont op het platteland.

Sie leben in der Nähe.

Ze wonen vlakbij.

Ze wonen in de buurt.

Ze wonen dichtbij.

Er lebt alleine im Wald.

Hij woont alleen in het bos.

Ich habe vor zwei Jahren in Sasayama gelebt.

Ik heb twee jaar geleden in Sasayama gewoond.

Lange lebe der König!

Lang leve de koning!

Er lebte ein schlichtes Leben.

Hij leefde een eenvoudig leven.

Ich habe einen Freund, der in England lebt.

Ik heb één vriend die in Engeland woont.

Ik heb een vriend die in Engeland woont.

Er lebt in Nagasaki.

Hij woont in Nagasaki.

Fische leben im Meer.

Vissen leven in de zee.

Ich will leben.

Ik wil leven.

Er lebt in einer kleinen Stadt bei Osaka.

Hij woont in een stadje vlak bij Osaka.

Ich lebe in Japan.

Ik woon in Japan.

Ich würde gerne in New York leben.

Ik zou graag in New York willen wonen.

Wir können nicht ohne Luft leben.

We kunnen niet leven zonder lucht.

Der alte Mann lebt alleine.

De oude man woont alleen.

Ich habe einen Freund, der in Kyoto lebt.

Ik heb een vriend die in Kioto woont.

Er lebt allein.

Hij woont alleen.

Fische leben im Wasser.

Vissen leven in het water.

Vissen leven in water.

Wie lebt man in einem Land, wo es keine Pressefreiheit gibt?

Hoe kan je leven in een land waar geen persvrijheid is?

Mein Vater lebt seit über fünfzehn Jahren in Nagoya.

Mijn vader leeft al langer dan vijftien jaar in Nagoya.

Mein älterer Bruder lebt in einem kleinen Dorf.

Mijn oudere broer woont in een klein dorp.

Ich habe einen Onkel, der in Kyoto lebt.

Ik heb een oom die in Kyoto woont.

Sie lebt in dem Dorf.

Ze woont in het dorp.

Kennst du die Stadt, wo er lebt?

Ken jij de stad waar hij woont?

Er ist Engländer, aber er lebt in Indien.

Hij is Engelsman, maar woont in India.

Keiner meiner Klassenkameraden lebt hier in der Nähe.

Niet één van mijn klasgenoten woont hier in de buurt.

Er lebt in Osaka.

Hij woont in Osaka.

Der Wal ist ein sehr großes Säugetier, das im Meer lebt.

De walvis is een reusachtig zoogdier dat in de zee leeft.

Ich lebe in einer Wohnung.

Ik woon in een appartement.

Sie lebt alleine in diesem Haus.

Ze woont alleen in dit huis.

Es ist besser, reich zu leben als reich zu sterben.

Het is beter rijk te leven, dan rijk te sterven.

Frauen leben im Allgemeinen länger als Männer.

Vrouwen leven over het algemeen langer dan mannen.

Mein Vater lebt und arbeitet in Tokio.

Mijn vader woont en werkt in Tokio.

Aber jetzt lebe ich in Tokyo.

Maar nu woon ik in Tokio.

Mayuko hält es nicht aus, alleine zu leben.

Mayuko kan het alleen leven niet aan.

Beide Eltern leben noch.

Beide ouders leven nog.

Wir leben im Atomzeitalter.

We leven in het atoomtijdperk.

Wale sind riesige Säugetiere, die im Meer leben.

Walvissen zijn reusachtige zoogdieren die in de zee leven.

Sie leben in einem großen Haus.

Ze wonen in een groot huis.

Mike hat eine Freundin, die in Chicago lebt.

Mike heeft een vriendin die in Chicago woont.

Ich lebe jetzt in Kyōto.

Ik woon nu in Kyoto.

Ich lebe in Mailand.

Ik woon in Milaan.

Er lebt komfortabel.

Hij heeft een comfortabel leven.

Seit wann leben Sie in Tokio?

Sinds wanneer woont u in Tokio?

Es lebe der Kaiser!

Leve de keizer!

Mögen sie lange leben!

Mogen zij lang leven!

So kann ich nicht leben.

Ik kan niet op die manier leven.

Man lebt nur einmal.

Je leeft maar één keer.

Ohne Sauerstoff kann man nicht leben.

Zonder zuurstof kun je niet leven.

Mein Onkel lebte neunzig Jahre.

Mijn oom heeft negentig jaar geleefd.

Ich kann so nicht leben.

Ik kan zo niet leven.

Man kann nicht ohne Wasser leben.

Men kan niet leven zonder water.

Optimisten leben länger.

Optimisten leven langer.

Einmal lebte ein reicher Mann in dieser Stadt.

Eens leefde er een rijke man in deze stad.

Dieser Vogel lebt weder in Japan noch in China.

Deze vogel leeft in Japan noch in China.

Ich möchte in Italien leben.

Ik zou graag in Italië leven.

Möge die Königin lange leben!

Moge de koningin lang leven.

Unter dem Haus meines Nachbars leben ein paar Wildkatzen.

Onder het huis van mijn buur wonen enkele wilde katten.

Ich habe einen Freund, der in London lebt.

Ik heb een vriend die in Londen woont.

Hier leben zwanzig Familien.

Twintig families leven hier.

Hier wonen twintig gezinnen.

Der alte Mann lebt allein.

De oude man leeft alleen.

Mein Bruder lebt in einem kleinen Dorf.

Mijn broer woont in een klein dorpje.

Ich bin Japaner, aber ich lebe nicht in Japan.

Ik ben Japans, maar ik woon niet in Japan.

Wir müssen lernen, im Einklang mit der Natur zu leben.

We moeten leren in harmonie leven met de natuur.

Der Doktor erzählte Herrn Smith, er soll das Rauchen aufgeben, wenn er lange leben wollte.

De dokter zei tegen meneer Smith dat hij roken moest opgeven als hij lang wilde leven.

Elefanten leben in Asien und in Afrika.

Olifanten leven in Azië en Afrika.

Viele berühmte Künstler leben in New York.

Veel beroemde artiesten wonen in New York.

Niemand kann zweihundert Jahre leben.

Niemand kan tweehonderd jaar leven.

Ich lebe meinen Traum.

Ik leef mijn droom.

Der Goldfisch lebt.

De goudvis leeft.

Wir leben alle auf dem Planeten Erde.

We leven allen op de planeet Aarde.

Er lebte in London als der Krieg ausbrach.

Hij woonde in Londen toen de oorlog uitbrak.

Es lebe die Königin!

Leve de koningin!

Ich lebe in einer Stadt.

Ik woon in een stad.

Ich lebe in Schottland.

Ik woon in Schotland.

Es lebte einmal eine alte Frau auf einer kleinen Insel.

Er was eens een oude vrouw op een eilandje.

Ich lebe in Wolgograd.

Ik woon in Volgograd.

Ohne Maschinen können wir nicht mehr leben.

Wij kunnen niet meer leven zonder machines.

Ich lebe seit zwei Jahren in Kassel und war immer noch nicht auf dem Herkules.

Ik woon al twee jaar in Kassel, maar ik ben nog niet op de Herculesberg geweest.

Er ist reich, aber er lebt wie ein Bettler.

Hij is rijk, maar hij leeft als een bedelaar.

Ich habe eine Tante, die in Osaka lebt.

Ik heb een tante die in Osaka woont.

Ich kann es nicht ertragen, alleine zu leben.

Ik kan het niet verdragen om alleen te leven.

Wer war der größte Philosoph, der jemals lebte?

Wie was de grootste filosoof die ooit geleefd heeft?

Wir leben in den Vereinigten Staaten.

Wij wonen in de Verenigde Staten.

Sie lebt in der Nähe.

Ze woont vlakbij.

Er lebte bei den Indianern.

Hij leefde bij de Indianen.

Jeder weiß, dass er noch lebt.

Iedereen weet dat hij nog leeft.

Lang lebe die Königin!

Lang leve de koningin!

Ich lebe in den Vereinigten Staaten.

Ik woon in de Verenigde Staten.

Meine Tante lebt in New York.

Mijn tante woont in New York.

Synonyme

hau­sen:
wachten
ho­cken:
hurken
re­si­die­ren:
resideren
zetelen
wid­men:
dedicaceren
opdragen
toewijzen
woh­nen:
wonen

Antonyme

ster­ben:
doodgaan
sterven
um­zie­hen:
verhuizen

Niederländische Beispielsätze

  • Vlinders leven niet lang.

  • Alle dieren die in de oceaan leven, plassen erin, zonder gevaar voor het ecosysteem.

  • Hij zet hier zijn leven op het spel.

  • Tom rende voor zijn leven.

  • Sommige mensen hebben niets te doen in het leven!

  • Lang zal je leven.

  • Ik heb geleerd met de pijn in mijn rug te leven.

  • Het bijhouden van een dagboek geeft ons ook de kans om op ons dagelijks leven te reflecteren.

  • Het leven is maar een droom.

  • We leven in het nucleaire tijdperk.

  • Het leven begint bij veertig.

  • Heeft het leven zin?

  • Zonder jullie zou mijn leven zinloos zijn.

  • Zonder jou zou mijn leven zinloos zijn.

  • Mijn leven is niet cool.

  • Het mobieltje is een uitvinding waar we niet zonder kunnen leven.

  • Haar man is in een tragisch auto-ongeval om het leven gekomen.

  • De bloemen hebben evenveel recht op leven als wij.

  • Hij is aan zijn nieuwe leven gewend.

  • Ineens kwam ik tot het besef, dat die verschrikkelijke kelder de enige plaats was die ons leven kon redden.

Übergeordnete Begriffe

sein:
zijn

Untergeordnete Begriffe

er­le­ben:
beleven
ervaren
kennen
über­le­ben:
overleven

Leben übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: leben. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: leben. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 664, 649731, 178, 287, 335, 409, 851, 119828, 341518, 343051, 345347, 347439, 351583, 352539, 353321, 356109, 357166, 357789, 359034, 360374, 360816, 360923, 362657, 365620, 366368, 366454, 375503, 396931, 399335, 404685, 407713, 407716, 407743, 407751, 407763, 407780, 407787, 407789, 408539, 410797, 411204, 423277, 435174, 445173, 445826, 446666, 457189, 465401, 476084, 494282, 505946, 505974, 561314, 561803, 569227, 574642, 589889, 591422, 593365, 604981, 605340, 606380, 608253, 615117, 620252, 652353, 677931, 683013, 684105, 705779, 708218, 712018, 720272, 722077, 723711, 725243, 747020, 750309, 753122, 757207, 759009, 765643, 767038, 782548, 783565, 785871, 786340, 787069, 792910, 795603, 801491, 810163, 820273, 829537, 835214, 837338, 846150, 875931, 900482, 909631, 4580086, 4536513, 4534935, 4654851, 4671810, 4517520, 4516774, 4516761, 4511271, 4684307, 4456546, 4453967, 4740976, 4741111, 4753584, 4754380, 4353915, 4324160, 4306521 & 4890869. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR