Was heißt »scharf« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Nicht schon wieder! Schau, wie die zwei sich küssen. Die sind wirklich scharf aufeinander. Ich kann es nicht mehr mit ansehen.

Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.

Tom mag kein scharf gewürztes Essen.

Tom houdt niet van scherp gekruid eten.

Mein Messer ist scharf.

Mijn mes is scherp.

Vorsicht! Das Messer ist scharf.

Pas op. Dat mes is scherp.

Das Foto ist nicht scharf genug.

De foto is niet scherp genoeg.

Dieses Messer ist nicht scharf genug.

Dit mes is niet scherp genoeg.

Das Messer ist scharf.

Het mes is scherp.

Dieses Messer ist kein bisschen scharf.

Dit mes is helemaal niet scherp.

Sie fuhr mit Vollgas auf die rote Ampel zu. Schließlich musste sie scharf bremsen. Offensichtlich ist der Sprit immer noch zu billig.

Ze reed met volle vaart op het rode stoplicht af. Uiteindelijk moest ze hard remmen. Blijkbaar is brandstof nog steeds te goedkoop.

Synonyme

atem­be­rau­bend:

adembenemend

verbazingwekkend

at­trak­tiv:

aantrekkelijk

deut­lich:

duidelijk

ein­ge­hend:

diepgaand

eng:

eng

nauw

geil:

hitsig

gründ­lich:

degelijk

gedegen

grondig

hart:

stug

hef­tig:

fel

hevig

heiß:

heet

klar:

sereen

knusp­rig:

knapperig

krokant

kräf­tig:

krachtvol

le­cker:

delicaat

lekker

mas­siv:

masief

massaal

po­le­misch:

polemisch

rol­lig:

loops

ritsig

tochtig

spitz:

spits

viel:

veel

wü­tend:

woedend

Antonyme

stumpf:

bot

Niederländische Beispielsätze

• Hij heeft een scherp oor.

• Zet je verstand op scherp!