Was heißt »wütend« auf Niederländisch?
Das Adjektiv »wütend« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- woedend
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Obwohl er sich entschuldigt hat, bin ich immer noch wütend.
Hoewel hij zich verontschuldigd heeft, ben ik nog steeds razend.
Bitte sag mir, warum sie wütend wurde.
Zeg mij a.u.b. waarom ze kwaad werd.
Er war zu wütend zum Sprechen.
Hij was te kwaad om te spreken.
Sie wurde wütend.
Zij werd kwaad.
Er ist wütend auf dich.
Hij is woedend op jou.
Weißt du, warum sie so wütend ist?
Weet jij waarom ze zo boos is?
Er wurde wütend.
Hij werd kwaad.
Hij werd woedend.
Bist du wütend?
Ben je kwaad?
Der Lehrer war sehr wütend und warf Johnny aus dem Klassenzimmer.
De leerkracht was heel kwaad, en stuurde Johnny uit de klas.
Er war wütend auf seinen Sohn.
Hij was razend op zijn zoon.
Hij was boos op zijn zoon.
Farblose grüne Ideen schlafen wütend.
Kleurloze groene ideeën slapen woedend.
Er machte mich so wütend, dass ich Kopfschmerzen bekam.
Hij maakte me zo kwaad dat ik er hoofdpijn van kreeg.
Das macht sie wütend.
Dat maakt haar woedend.
Warum bist du wütend?
Waarom ben je boos?
Warum bist du so wütend?
Waarom ben je zo woedend?
Diese Antwort macht mich wütend.
Dit antwoord maakt me boos.
Ich bin wütend auf sie.
Ik ben kwaad op haar.
Ik ben boos op haar.
Ich war wütend.
Ik was woedend.
Er ist immer noch wütend.
Hij is nog steeds woedend.
Warum ist sie wütend?
Waarom is ze boos?
Der Gouverneur von Texas war wütend.
De gouverneur van Texas was woedend.
Er wurde wütend auf mich, weil ich ihn Shorty genannt hatte.
Hij werd boos op me omdat ik hem Shorty noemde.
Tom schaute wütend.
Tom keek boos.
Ich war wütend und verwirrt.
Ik was woedend en in de war.
Tom ist wütend.
Tom is woedend.
Warum wurdest du so wütend?
Waarom werd je zo boos?
Ihr hattet keinen Grund, wütend zu sein.
Jullie hadden geen reden om kwaad te zijn.
Er wurde sehr wütend.
Hij werd erg woedend.
Er war betrunken und wütend.
Hij was dronken en boos.
Tom wurde wütend.
Tom werd woedend.
Er macht mich echt wütend.
Hij maakt me echt boos.
Plötzlich wurde sie wütend.
Plots werd ze woedend.
Ich bin wütend.
Ik ben woedend.
Tom wurde sehr wütend.
Tom werd heel boos.
Mama wird bestimmt wütend sein!
Mama zal zeker razend zijn.
Mit vierzig wird er nicht mehr so schnell wütend wie früher.
Met veertig wordt hij niet meer zo snel woedend als vroeger.
Ich werde wütend.
Ik werd boos.
Ik werd woedend.
Tom wurde richtig wütend.
Tom werd zeer boos.
Ich bin auf euch beide wütend.
Ik ben kwaad op jullie beiden.
Warum wurde Tom so wütend?
Waarom werd Tom zo boos?
Tom war sehr wütend auf mich.
Tom was erg boos op me.
Sie war wütend.
Ze was razend.
Tom ist wütend, Maria aber nicht.
Tom is boos, maar Mary niet.
Warum ist er wütend geworden?
Waarom werd hij boos?
Synonyme
Niederländische Beispielsätze
George was woedend!
Jane was woedend.
Ik ben woedend!
Waardoor is ze zo woedend geworden?
Ze was woedend toen ik zei dat ze liegt.
Hij was woedend op haar.