Was heißt »schön« auf Niederländisch?
Das Adjektiv »schön« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- mooi
- leuk
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Nur die Wahrheit ist schön.
Alleen de waarheid is schoon.
Das Leben ist schön.
Het leven is mooi.
Het leven is prachtig!
Das ist zu schön, um wahr zu sein.
Het is te mooi om waar te zijn.
Dat is te mooi om waar te zijn.
Wie schön du bist!
Wat ben je mooi!
Was für ein schöner Regenbogen!
Wat een mooie regenboog!
Sie ist genauso intelligent wie schön.
Ze is even intelligent als mooi.
Diese Brillen sind schön.
Deze brillen zijn mooi.
Wie schön ein Sonnenaufgang doch ist!
Hoe mooi is toch een zonsopgang!
Es ist wirklich ein schöner Tag heute.
Het is werkelijk een mooie dag vandaag.
Glücklicherweise war das Wetter schön.
Gelukkig was het weer mooi.
Bei der Party waren alle schön gekleidet.
Op het feest was iedereen goed gekleed.
Sie ist sehr schön.
Zij is zeer mooi.
Zij is knap.
Ich bin schön.
Ik ben mooi.
Ich weiß, dass sie schön ist.
Ik weet dat ze mooi is.
Er ist schön und intelligent.
Hij is mooi en intelligent.
Hij is knap en intelligent.
Es ist ein schöner Tag.
Het is een mooie dag.
Egal, wohin du gehst: nirgends ist es so schön wie zu Hause.
Waar ge ook gaat, nergens is het zo mooi als thuis.
Waar je ook heen gaat, het zal nooit zo goed zijn als thuis.
Diese Blume ist sehr schön.
Deze bloem is erg mooi.
Was für ein Glück, dass das Wetter so schön ist.
Wat een geluk dat het weer zo mooi is.
Es ist schön.
Het is leuk.
Het is mooi.
Die Dinge sind manchmal schöner, wenn man sie von einer anderen Seite betrachtet.
Dingen zijn soms mooier als je ze van een andere kant bekijkt.
Nicolas meint, dass die Romanisierung des kyrillischen Alphabets genauso schön wie die Sonne ist, die die Augen verbrennt, wenn man sie ansieht.
Nicolas bedoelt dat de romanisering van het cyrillische alfabet net zo mooi is als de zon, die de ogen verbrandt wanneer je ernaar kijkt.
Es wäre schön, wenn es morgen aufklaren würde.
Het zou mooi zijn als het morgen zou opklaren.
Deine Mutter muss schön gewesen sein, als sie jung war.
Je moeder was zeker mooi toen ze jong was.
Es wäre schön, wenn ich ein Auto hätte.
Het zou fijn zijn als ik een auto had.
Scheiße durchs Gewehr geschossen gibt die schönsten Sommersprossen.
Stront door het geweer geschoten geeft de mooiste zomersproeten.
Es war so ein schöner Tag, dass wir beschlossen, zu picknicken.
Het was zo'n mooie dag, dat we besloten te gaan picknicken.
Das Schloss ist schön.
Het kasteel is mooi.
Diese Fahne ist sehr schön.
Deze vlag is heel mooi.
Deze vlag is erg mooi.
Trang ist genauso schön wie Dorenda.
Trang is net zo mooi als Dorenda.
Deine Augen sind genauso schön wie die Arme der Venus von Milo.
Je ogen zijn net zo mooi als de armen van Venus van Milo.
Du bist schön.
Ge zijt mooi.
Je bent mooi.
Sie sieht in einem japanischen Kimono wirklich schön aus.
Ze ziet er echt goed uit met een Japanse kimono.
Beide Schwestern sind sehr schön.
Beide zussen zijn erg knap.
Das Wetter ist so schön!
Het weer is zo mooi!
Dein Kleid ist sehr schön.
Je jurk is heel mooi.
Du bist so schön und intelligent. Wie kommt es, dass dir niemand den Hof macht?
Jij bent zo mooi en intelligent; hoe komt het dat niemand jou het hof maakt?
Ich bin schöner als ihr.
Ik ben mooier dan u.
Ich bin schöner als du.
Ik ben mooier dan jij.
Sie hat den schönsten Hintern, den ich je gesehen habe.
Zij heeft het mooiste kontje dat ik ooit al heb gezien.
Sie ist schön.
Zij is mooi.
Ze is knap.
Diese Rose ist schön.
Deze roos is mooi.
Döner macht schöner.
Alles is lekker na een döner kebab.
Chinesische Schriftzeichen sind sehr schön.
Chinese tekens zijn zeer mooi.
Was für ein Mistwetter heute! Ich bleib schön drinnen.
Wat een snertweer vandaag! Ik blijf lekker binnen.
Ihre Schwester ist schön wie immer.
Uw zuster is mooi als altijd.
Je später der Abend, desto schöner die Gäste.
Hoe later op de avond, hoe schoner volk.
Sie singt sehr schön.
Ze zingt heel goed.
Eisen ist mehr nützlich als schön.
IJzer is meer nuttig dan mooi.
Ich hatte vergessen, wie schön du bist.
Ik was vergeten hoe mooi je bent.
Marmorfußböden sind schön.
Marmeren vloeren zijn prachtig.
Diese Rose ist sehr schön.
Die roos is heel mooi.
Was für ein schöner Sonnenaufgang!
Wat een prachtige zonsopgang!
Prag ist sehr schön.
Praag is erg mooi.
Frauen sind schön.
Vrouwen zijn mooi.
Es ist immer wieder schön, wenn der Schmerz nachlässt.
Het is altijd weer fijn als de pijn afneemt.
Der Fingerhut ist sehr schön, aber giftig.
Vingerhoedskruid is heel mooi, maar giftig.
Da hast du aber ganz schön Eier gezeigt, dem Chef so die Stirn zu bieten.
Je had behoorlijk wat lef om de baas zo het hoofd te bieden.
Träum schön!
Droom zacht!
Das Wetter ist schön.
Het weer is mooi.
Wer schön sein will, muss leiden.
Wie mooi wil wezen, moet pijn lijden.
Der Berg Fuji sieht bei Sonnenuntergang schön aus.
De berg Fuji ziet er mooi uit bij zonsondergang.
Sie ist nicht schöner als ihre Mutter.
Zij is niet mooier dan haar moeder.
Oh, wie schön!
Oh, wat leuk!
Madrid ist eine der schönsten Hauptstädte Europas.
Madrid is een van de mooiste hoofdsteden van Europa.
Du findest dort die schönsten Mädchen und das beste Bier.
Je vindt er de mooiste meisjes en het beste bier.
Lieber schön und reich als hässlich und arm.
Liever mooi en rijk dan lelijk en arm.
Hohe Absätze dienen nur dazu, schön zu sein. Deshalb benutzen Männer sie nicht, weil sie das per se schon sind.
Hoge hakken zijn er alleen om mooi te zijn. Daarom dragen mannen ook geen hoge hakken; die zijn dat namelijk van zichzelf al.
Dieses hier ist schöner.
Deze is mooier.
Die schönsten Mädchen kommen aus Litauen.
De mooiste meisjes komen uit Litouwen.
Danke schön.
Heel erg bedankt!
Heel hartelijk bedankt.
Hoffentlich ist die Insel schön.
Hopelijk is het eiland mooi.
Gestern war ein schöner Abend.
Gisteren was het een mooie avond.
Die blühenden Kirschbäume sind sehr schön.
De bloeiende kersenbomen zijn heel mooi.
Na schön!
Prima zo!
Wenn das Wetter morgen schön ist, machen wir ein Picknick.
Als het morgen mooi weer is, gaan we picknicken.
Sie war schöner als all die anderen.
Zij was mooier dan al de anderen.
Mary hat sich ganz schön aufreizend gekleidet.
Mary heeft zich behoorlijk uitdagend gekleed.
„Spieglein, Spieglein an der Wand, wer ist die Schönste im ganzen Land?“ – „Frau Königin, Ihr seid die Schönste hier, aber Schneewittchen ist tausendmal schöner als Ihr.“
"Spiegel, spiegel aan den wand, wie is de schoonste in 't gansche land?" "Vrouw koningin, de schoonste hier zijt gij, maar Sneeuwwitje is duizendmaal schooner dan gij."
Chinesisch und Italienisch sind die schönsten Sprachen der Welt.
Chinees en Italiaans zijn de mooiste talen ter wereld.
Die Aussicht vom Gipfel ist sehr schön.
Het uitzicht vanaf de top is erg mooi.
Der Bauernhof war sehr schön, aber es gab dort viel zu viele Mücken.
De boerderij was wel mooi maar had veel te veel muggen.
Welch schöner Mondschein!
Wat een prachtig maanlicht!
Sie sind schön.
Ze zijn mooi.
Es war wirklich schön, dich kennenzulernen!
Het was echt leuk je te leren kennen.
Das Mädchen fand spülen nicht schön, aber sie machte das Beste draus.
Het meisje vond afwassen niet leuk, maar ze maakte er het beste van.
Der Garten ist im Frühjahr am schönsten.
Deze tuin is op zijn mooist in het voorjaar.
Sie sah in ihrem neuen Kleid sehr schön aus.
Ze zag er heel mooi uit in haar nieuwe jurk.
Ich mag Schnee. Er ist so schön!
Ik hou van sneeuw. Het is zo mooi!
Wie schön du heute bist!
Wat ben je mooi vandaag!
Sie ist jung und schön.
Ze is jong en mooi.
Es war ein schöner Sonnentag.
Het was een mooie zonnige dag.
Das wird ganz schön schwierig!
Dat is een moeilijke klus.
Welch schöner Ausblick!
Wat een mooi uitzicht!
Welch ein schöner Tag!
Wat een mooie dag!
Mein Heimatsort ist sehr schön.
Mijn geboortestad is heel mooi.
Heute ist es ziemlich kalt, doch denke ich, dass es morgen ganz schön warm werden wird.
Het is vandaag nogal koud, maar ik denk dat het morgen vrij warm zal zijn.
Dass ich eine Katze habe, ist schön.
Het is leuk dat ik een kat heb.
Das ist ein schöner Anzug.
Dat is een mooi pak.
Es ist schön, dass du wieder zurück bist.
Het is fijn dat je weer terug bent.
Het is mooi dat je weer terug bent.
Synonyme
- ästhetisch:
- esthetisch
- attraktiv:
- aantrekkelijk
- beachtlich:
- opmerkelijk
- besonders:
- apart
- freundlich:
- vriendelijk
- gut:
- goed
- heiter:
- sereen
- ja:
- ja
- ordentlich:
- netjes
- ordnungsgemäß:
- zoals voorgeschreven
- positiv:
- positief
- sonnig:
- zonnig
Antonyme
- nicht:
- niet
Niederländische Beispielsätze
Het leven is niet altijd zo mooi, iedereen heeft wel eens tegenvallers.
Een van de versieringen die een huis mooi maken, zijn gordijnen.
Japan is een mooi land.
Haar ouders zijn heel mooi, maar zij zelf heeft niets speciaals.
Deze bril is mooi.
Dat klinkt te mooi om waar te zijn.
Ik wist wel dat het vandaag leuk ging worden.
Mijn zus is mooi.
Vandaag is het mooi weer.
Het is heel leuk Esperanto te leren.
Een mooi gezicht is een halve bruidsschat.
Jij zei me, dat je een mooi achterwerk hebt. Is dat dan misleidende reclame?
Tijd verdoen, als je het leuk vindt, is niet zinloos!
De vrouw is mooi.
Mijn hond vindt het leuk om in de sneeuw te dollen.
Ik heb een leuk gesprek gehad met haar.
Je bent zo mooi als een kersenbloesem.
Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.
Vertel een mooi verhaal aan mijn jonge vriend.
Mijn moeder heeft een mooi handschrift.