Was heißt »ster­ben« auf Niederländisch?

Das Verb »ster­ben« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • sterven
  • doodgaan

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Es ist schade, wenn jemand stirbt.

Het is jammer als iemand sterft.

Het is jammer wanneer iemand overlijdt.

Ich dachte immer, einen Herzanfall zu haben, sei die Art der Natur, dir zu sagen, dass du sterben musst.

Ik dacht altijd dat een hartaanval hebben, de manier van de natuur was om je te zeggen dat je moest sterven.

Es ist einsam im Sattel, seit das Pferd gestorben ist.

Het is eenzaam in het zadel sinds het paard is overleden.

Ich sterbe vor Hunger!

Ik ga dood van de honger!

Ik sterf van de honger!

Versuche nie, zu sterben.

Probeer nooit te sterven.

Einen Mann, dessen Ehefrau gestorben ist, nennt man Witwer.

Een man wiens echtgenote overleden is, heet een weduwnaar.

Lincoln starb 1865.

Lincoln stierf in 1865.

Wenn ich sterben sollte, wer würde sich dann um meine Kinder kümmern?

Als ik zou overlijden, wie zou er dan voor mijn kinderen zorgen?

Sein Sohn ist letztes Jahr gestorben.

Zijn zoon is het afgelopen jaar gestorven.

Sie ist traurig, seit ihre Katze gestorben ist.

Ze is ongelukkig sinds haar kat gestorven is.

Früher oder später müssen wir alle sterben.

Vroeg of laat moeten we allemaal sterven.

Er muss sterben.

Hij moet sterven.

Hij moet dood.

Der alte Mann starb letzte Woche.

De oude man is vorige week overleden.

Du bist nicht derjenige, der gestorben ist.

Jij bent niet degene die stierf.

Die Bevölkerung stirbt aus.

De bevolking is aan het afsterven.

Laut einer Studie sterben jährlich 53000 Amerikaner an den Folgen von Passivrauchen.

Volgens een studie sterven elk jaar 53.000 Amerikanen aan de gevolgen van passief roken.

Wir alle sterben früher oder später.

Vroeg of laat gaan we allemaal dood.

Bedenke, dass du sterben musst.

Vergeet niet dat je sterven moet.

Denke daran, dass du sterben wirst.

Gedenk te sterven.

Plötzlich starb er.

Hij stierf plotseling.

Sie starb 1960.

Ze stierf in 1960.

Ze overleed in 1960.

Seine Mutter starb, als er jung war und er wurde von seiner Großmutter aufgezogen.

Zijn moeder stierf toen hij jong was, en zijn grootmoeder heeft hem opgevoed.

Es ist besser, reich zu leben als reich zu sterben.

Het is beter rijk te leven, dan rijk te sterven.

Die meisten Menschen sterben im Bett, daher empfiehlt es sich, dieses zu meiden.

De meeste mensen overlijden in bed, daarom is het aan te bevelen het bed te mijden.

"Wen die Götter lieben, der stirbt jung", sagte man früher.

"Wie de goden liefhebben, die sterft jong," werd in vroeger dagen gezegd.

Er ist im Alter von 70 Jahren gestorben.

Hij is gestorven op de leeftijd van zeventig jaar.

Taro ist vor zwei Jahren gestorben.

Taro is twee jaar geleden gestorven.

Weißt du nicht, dass er vor zwei Jahren gestorben ist?

Weet je niet dat hij twee jaar geleden overleden is?

Marilyn Monroe starb vor 33 Jahren.

Marilyn Monroe overleed 33 jaar geleden.

Marilyn Monroe stierf 33 jaar geleden.

Sein Bruder ist letzten Monat gestorben.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

Sein Vater starb vor 10 Jahren an Krebs.

Zijn vader stierf 10 jaar geleden aan kanker.

Wird er sterben?

Zal hij sterven?

Mein Onkel ist gestern an Magenkrebs gestorben.

Mijn oom is gisteren overleden aan maagkanker.

Alle Menschen müssen sterben.

Alle mensen moeten sterven.

Man sagt, sein Vater sei im Ausland gestorben.

Naar men zegt, zou zijn vader in het buitenland overleden zijn.

Maciek ist im Dezember gestorben.

Maciek overleed in december.

Maciek is in December gestorven.

Meine Mutter starb, als ich noch ein Kind war.

Mijn moeder stierf toen ik nog een kind was.

Sie starb an Magenkrebs.

Ze stierf aan maagkanker.

Er ist gestern gestorben.

Hij is gisteren overleden.

Der Mann starb an Krebs.

De man stierf aan kanker.

Er ist nicht umsonst gestorben.

Hij is niet voor niets omgekomen.

Die Hoffnung stirbt zuletzt.

Hoop doet leven.

Der Maler starb jung.

De schilder is jong gestorven.

De schilder is jong overleden.

Mein Onkel ist vor zwei Jahren an Krebs gestorben.

Mijn oom overleed twee jaar geleden aan kanker.

Mein Vater starb an Lungenkrebs.

Mijn vader stierf aan longkanker.

Ich sterbe vor Langerweile.

Ik verveel me dood.

Mein Vater starb an Krebs.

Mijn vader is gestorven aan kanker.

Cookies Mutter ist an Krebs gestorben.

De moeder van Cookie is aan kanker gestorven.

Mein Onkel starb keines natürlichen Todes.

Mijn oom is geen natuurlijke dood gestorven.

Sein Vater starb letztes Jahr.

Zijn vader is vorig jaar overleden.

Die Guten sterben jung.

De goeden sterven jong.

Er starb aus Mangel an Sauerstoff.

Hij stierf door zuurstofgebrek.

Unser Sohn starb im Krieg.

Onze zoon stierf in de oorlog.

Er starb vor zwei Jahren an Altersschwäche.

Hij stierf van ouderdom twee jaar geleden.

Jene Person ist gestorben.

Die persoon is overleden.

Er ist an Lungenkrebs gestorben.

Hij is gestorven aan longkanker.

Sie starb an Krebs.

Ze stierf aan kanker.

Eine große Bombe fiel herunter und eine große Menschenmenge starb.

Er viel een grote bom, en heel veel mensen kwamen om.

Der Drogenabhängige starb durch eine Überdosis.

De junkie stierf van een overdosis.

Er starb ein paar Stunden später.

Hij stierf enkele uren later.

Alexander starb in Babylon.

Alexander stierf in Babylon.

Er ist vor drei Jahren gestorben.

Hij is drie jaar geleden overleden.

Mein Bruder starb letztes Jahr an Krebs.

Mijn broer is vorig jaar gestorven aan kanker.

Er ist vor vier oder sechs Wochen gestorben.

Hij is vier tot zes weken geleden overleden.

Sie wollten sterben, weil sie ihre Eltern nicht zufrieden machen konnten.

Ze wilden sterven omdat ze er niet in geslaagd waren om hun ouders tevreden te stellen.

Michael Jackson ist gestorben.

Michael Jackson is doodgegaan.

Ich will mit Getter Jaani sterben.

Ik wil met Getter Jaani sterven.

Eine Frau, deren Mann gestorben ist, wird Witwe genannt.

Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.

Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.

Ihr Vater ist gestorben.

Haar vader is overleden.

Ich lachte so viel, ich dachte, ich würde sterben.

Ik heb zo hard gelachen, dat ik dacht dat ik dood zou gaan.

Er ist im Alter von 54 Jahren gestorben.

Ze stierf op 54-jarige leeftijd.

Lass mich sterben.

Laat me sterven.

Geh sterben.

Ga sterven.

Ga creperen.

Ga dood.

Die Mutter unserer Kollegin ist gestorben.

De moeder van onze collega is overleden.

Ich bin ständig bereit zu sterben.

Ik ben altijd klaar om te sterven.

Er starb kürzlich.

Hij stierf onlangs.

Lieber sterbe ich, als ihn zu heiraten.

Ik wil liever sterven dan met hem te trouwen.

Lebe schnell, liebe heftig, stirb jung!

Leef snel, bemin heftig, sterf jong!

Er starb ein paar Tage vor seinem hundertsten Geburtstag.

Hij stierf enkele dagen voor zijn honderdste verjaardag.

Mein Großvater ist vor drei Jahren gestorben.

Mijn grootvader is drie jaar geleden overleden.

Sie ist gestorben.

Zij is overleden.

Ich will noch nicht sterben.

Ik wil nog niet sterven.

Ik wil nog niet doodgaan.

Ich sterbe vor Durst.

Ik sterf van de dorst.

Du brauchst nicht zu sterben, um in die Hölle zu kommen.

Je hoeft niet te sterven om in de hel te belanden.

Er ist drei Tage später gestorben.

Hij stierf 3 dagen daarna.

Mein Vater ist gestorben, als ich sieben war.

Mijn vader stierf toen ik zeven jaar oud was.

Mijn vader stierf toen ik zeven was.

Mijn vader stierf toen ik zeven jaar was.

Tom starb 2009.

Tom stierf in 2009.

Ich kann hier nicht sterben.

Ik kan hier niet sterven.

Früher oder später werden wir sterben.

Vroeg of laat gaan we dood.

Vroeg of laat zullen we sterven.

Tom starb, als er 97 war.

Tom is gestorven op de leeftijd van 97 jaar.

Tom starb Hungers.

Tom stierf van de honger.

Eine Frau, deren Mann starb, ist eine Witwe.

Een vrouw wier echtgenote is overleden is een weduwe.

Ich weiß, dass ich sterben werde.

Ik weet dat ik dood ga.

Ich sterbe nicht.

Ik ga niet dood.

Ich werde nicht sterben.

Ik ga niet sterven.

Mache dich bereit zu sterben!

Bereid je voor om te sterven.

Dalida starb an einer Überdosis Schlaftabletten.

Dalida stierf aan een overdosis slaaptabletten.

Wie ist Tom gestorben?

Hoe is Tom gestorven?

Ich bin bereit zu sterben.

Ik ben bereid te sterven.

Du wärest fast gestorben.

Je was bijna dood.

Synonyme

fal­len:
vallen
ge­hen:
gaan
lopen
rijzen

Antonyme

ent­ste­hen:
ontstaan
ge­bä­ren:
baren
bevallen
le­ben:
leven

Niederländische Beispielsätze

  • Hij heeft schrik om te sterven.

  • De hond is aan het sterven.

  • Ieder mens moet sterven.

  • Weet gij hoeveel mensen van honger sterven op de wereld in een jaar?

  • Zijt gij bereid te sterven voor uw idealen?

  • "Vanzelfsprekend ben ik bereid te sterven voor mijn idealen", zei de president.

  • Er sterven elke dag mensen.

  • Er sterven dagelijks mensen.

  • Er sterven elke dag goede mensen.

  • Er sterven dagelijks goede mensen.

  • Er sterven elke dag veel goede mensen.

  • Er sterven dagelijks veel goede mensen.

  • Ik wil sterven.

  • Ben je bereid voor je idealen te sterven?

  • Uiteindelijk sterven we allemaal.

  • Vooraleer te sterven wil ik Angkor Wat bezoeken.

  • We moeten allen sterven.

  • Heil Caesar. Zij die gaan sterven groeten u!

  • Ik wil hier niet doodgaan.

  • Ik wil hier niet sterven!

Übergeordnete Begriffe

En­de:
einde

Untergeordnete Begriffe

fal­len:
vallen

Sterben übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: sterben. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: sterben. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 374, 432, 499, 559, 845, 138820, 182043, 343532, 350209, 351707, 351752, 359569, 361280, 361965, 363445, 364484, 365371, 369573, 369575, 371850, 398854, 402011, 411204, 411207, 411211, 411768, 414304, 421854, 439596, 443685, 458893, 494284, 497235, 500997, 522570, 552233, 566272, 567401, 571619, 586887, 594459, 596940, 614607, 621679, 642227, 645572, 646677, 655380, 658239, 661846, 678318, 713676, 740982, 750242, 750328, 763706, 764851, 789623, 806503, 811242, 815671, 822040, 825572, 835704, 860280, 860325, 892005, 898648, 901160, 931704, 970216, 1045031, 1100904, 1103355, 1169847, 1210446, 1226533, 1226609, 1231127, 1275438, 1400267, 1404599, 1450284, 1474661, 1492706, 1494488, 1494698, 1511468, 1511783, 1516274, 1545492, 1606247, 1712466, 1792645, 1792650, 1823137, 1827408, 1835550, 1849566, 1907275, 1021249, 858025, 754529, 699475, 2148248, 2148255, 2305567, 2305569, 2305573, 2305575, 2305611, 2305612, 4029975, 4121914, 4197569, 4305747, 4359341, 4363826, 4868462 & 4868463. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR