Was heißt »Farbe« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Farbe« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- kleur
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Welche Farbe hat der äußerste rechte Ring auf der Olympischen Flagge?
Welke kleur heeft de uiterst rechtse ring op de olympische vlag?
Magst du diese Farbe?
Vind je dit een mooie kleur?
Vind je deze kleur leuk?
Fass die nasse Farbe nicht an.
Raak de natte verf niet aan.
Dieses hässliche Gelb erinnert mich an die Farbe deines Betttuchs.
Dit lelijke geel herinnert mij aan de kleur van uw laken.
Ihm wich alle Farbe aus dem Gesicht.
Alle kleur trok weg uit zijn gezicht.
Was für eine Marke und Farbe hat das Auto des Direktors?
Welk merk en kleur heeft de auto van de directeur?
Der Regenbogen hat sieben Farben.
De regenboog heeft zeven kleuren.
Een regenboog heeft zeven kleuren.
Die Farben der amerikanischen Flagge sind rot, weiß und blau.
De kleuren van de Amerikaanse vlag zijn rood, wit en blauw.
Wie viele Farben siehst du im Regenbogen?
Hoeveel kleuren zie je in de regenboog?
Welche Farbe ziehen Sie vor: Blau oder Grün?
Aan welke kleur geeft u de voorkeur, blauw of groen?
Die Farbe des Computers ist rot.
De kleur van de computer is rood.
Die Farbe steht mir nicht.
Die kleur staat me niet.
Die Farbe von Esperanto ist Grün.
De kleur van Esperanto is groen.
Welche Farbe ist dir lieber? Blau oder Rot?
Van welke kleur hou je het meest? Van blauw of van rood?
Siehst du die Farbe? Das bedeutet, du bist schwanger!
Zie je de kleur? Dat betekent dat je zwanger bent!
Die Blätter haben angefangen, die Farben zu verändern.
De blaadjes zijn begonnen van kleur te veranderen.
Rühre die Farbe mit einem Stock um!
Roer de verf om met een stokje.
Tom weiß nicht, welche Farbe er aussuchen soll.
Tom weet niet welke kleur hij moet kiezen.
Ich mag auch diese Farbe.
Ik hou ook van deze kleur.
Cyan ist eine grünlich-blaue Farbe.
Cyaan is een groenblauwe kleur.
Misch die blaue mit der gelben Farbe!
Meng de blauwe verf met de gele verf.
Welche Farbe hat die Orange?
Welke kleur heeft de sinaasappel?
Welke kleur heeft de appelsien?
Dieses Bild sticht durch seine sich beißenden Farben hervor.
Dit schilderij springt eruit door zijn vloekende kleuren.
Welche Farbe hatte der Schimmel von Napoleon?
Welke kleur had Napoleons schimmel?
Diese Farbe gefällt mir.
Ik hou van die kleur.
Ik hou van deze kleur.
Tom strich den Zaun an den Stellen, wo die Farbe abgeblättert war.
Tom verfde het tuinhek op de plekken waar de verf was afgebladderd.
Welche Farbe hat der Vogel?
Welke kleur heeft de vogel?
Maria geht heute in deutschen Farben. Sie hat einen roten Rock, eine schwarze Jacke und ein gelbes Halstuch an.
Maria draagt vandaag de Duitse kleuren. Ze draagt een rode rok, een zwart jasje en een gele halsdoek.
Was für eine Farbe hat dein Stift?
Welke kleur is jouw potlood?
Tom hat die Farben gewählt.
Tom heeft de kleuren gekozen.
Farbe ist so offenkundig, dass wir kaum darüber nachdenken.
Kleur is zo vanzelfsprekend dat we er nauwelijks over nadenken.
Ohne Farbe sieht die Welt grau und öde aus.
Zonder kleur ziet de wereld er grauw en saai uit.
Wird ein Gegenstand mit weißem Licht, das alle Farben enthält, beschienen, dann wird ein Teil des Lichtes absorbiert und der Rest reflektiert.
Wordt een voorwerp beschenen met wit licht, dat alle kleuren bevat, dan wordt een deel van het licht geabsorbeerd en de rest gereflecteerd.
Welche Farbe hatte der Apfel, den er dir gegeben hat?
Welke kleur had de appel die hij je gaf?
An welche Farbe haben Sie denn gedacht?
Aan welke kleur dacht u?
Aan welke kleur hebt u gedacht?
Rot ist eine Farbe.
Rood is een kleur.
Ich brauche Farbe.
Ik heb verf nodig.
Welche Farbe hat dein Mantel?
Welke kleur heeft jouw jas?
Welche Farbe hat Ihr Mantel?
Welke kleur heeft jullie jas?
Ich hasse die Farbe dieser Wand.
Ik haat de kleur van deze muur.
Der Ozean hat die Farbe des Himmels.
De oceaan heeft de kleur van de lucht.
Unser Foto hat seine Farbe verloren.
Onze foto verloor haar kleur.
Welche Farbe hat das Schwarze Meer?
Welke kleur heeft de Zwarte Zee?
Sinnverwandte Wörter
- Partei:
- partij
- Symbol:
- symbool
- Teint:
- teint
- Wahrzeichen:
- landmerk
- Zeichen:
- teken
Niederländische Beispielsätze
Mijn favoriete kleur is rood.
Wat is jouw favoriete kleur?
Verantwoordelijk voor de blauw-groene kleur van Uranus is koud methaangas.
Heb je een favoriete kleur? Zo ja, welke is het?
De vuursalamander is een salamander die zwart van kleur is met gele vlekken of strepen.
Mijn favoriete kleur is oranje.
Oranje is Toms favoriete kleur.
Welke kleur haar heb je?
Übergeordnete Begriffe
- Chemikalie:
- chemicalie
- Hautfarbe:
- huidskleur
- Licht:
- licht
- Welle:
- golf