Was heißt »Schwarz« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Schwarz« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- zwart
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Schwarz steht dir gut.
Zwart staat je goed.
Wir assoziieren Schwarz oft mit dem Tod.
We associëren zwart vaak met de dood.
Sie war ganz in Schwarz gekleidet.
Zij was helemaal in het zwart gekleed.
Sie trug Schwarz.
Ze droeg zwart.
Ich mag Schwarz.
Ik hou van zwart.
Schwarz gewinnt.
Zwart wint.
Antonyme
Niederländische Beispielsätze
We hebben twee katten; de ene is wit en de andere zwart.
De pot verwijt de ketel dat die zwart ziet.
De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
Geloof hem niet, hij liegt dat hij zwart ziet!
In elke kudde is er een zwart schaap.
Papier is wit, koolstof is zwart.
Papier is wit, kolenstof is zwart.
Een raaf is zo zwart als steenkool.
Zij kleedt zich altijd in het zwart.
Hij liegt dat hij zwart ziet.
Ze hebben een bruine huid en zwart haar.
Hij heeft een zwart hemd.
Het maakt niet uit of de kat zwart is of wit, als ze maar muizen vangt.
De kat is zwart.
Er is een zwart schaap in elke kudde.
Ik heb een hond. Hij is zwart en zijn naam is Tiki.
Ze heeft twee katten. De ene is wit en de andere is zwart.
Die jongen heeft zwart haar.
Ik heb twee honden. De ene is wit, de andere zwart.
Jouw kat is zwart.
Übergeordnete Begriffe
- Farbe:
- kleur