Was heißt »Rot« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Rot« (veraltet: Roth) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Meine Lieblingsfarbe ist Rot.: Mijn favoriete kleur is rood.
Rot ist nicht mehr in Mode.: Rood is niet meer in de mode.
Haben Sie bei Rot gehalten?: Zijt ge gestopt aan het rood licht?
Wenn man Blau und Rot mischt, erhält man Violett.: Als je blauw en rood mengt, krijg je violet.
Welche Farbe ist dir lieber? Blau oder Rot?: Van welke kleur hou je het meest? Van blauw of van rood?
Tom trägt nie Rot.: Tom draagt nooit rood.
Du hast die Ampel bei Rot überfahren.: Je bent door rood gereden.
Grau passt gut zu Rot.: Grijs past goed bij rood.
Rot ist besser.: Rood is beter.
Rot steht dir.: Rood past bij jou.
Rot ist eine Farbe.: Rood is een kleur.

Blau:: blauw
Braun:: bruin
Gelb:: geel
Orange:: appelsien; bitterappelsien; bittersinaasappel; oranje; oranjeappel; sinaasappel; zoete oranje; zure appelsien; zure oranje; zure sinaasappel
Schwarz:: zwart
Weiß:: wit

Mijn auto is niet rood, maar blauw.
Ze verfde de muur rood.
Zittend in haar fauteuil van panterpels las de jonge vrouw in rood ondergoed voor uit een boek met de titel "De zwarte prinses".
Het verkeerslicht werd rood.
Hij heeft zijn fiets rood geschilderd.
Het dak van mijn huis is rood.
Mijn nieuwe jurk is rood.
Kersen zijn rood.
De Franse vlag is blauw, wit en rood.
Mijn vader heeft de brievenbus rood geverfd.
Steek de straat niet over wanneer het stoplicht rood is.
Zij werd rood.
Appels zijn rood of groen.
Mijn vader verfde de brievenbus rood.
Waarom heb je de bank rood geschilderd?
Waarom heeft u de bank rood geschilderd?
Waarom hebben jullie de bank rood geschilderd?
Deze appel is erg rood.
De hele berg wordt rood in de herfst.
Haar wangen waren rood.