Was heißt »Kreuz« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Kreuz« (veraltet: Creutz & Kreutz) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- kruis
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Mach vor deinem Namen ein Kreuz.
Zet een kruisje voor je naam.
Sie machte viel Freiwilligenarbeit für das Rote Kreuz.
Zij deed veel vrijwilligerswerk voor het Rode Kruis.
Synonyme
- Bürde:
- last
- Eichel:
- eikel
- Mühlstein:
- molensteen
- Problem:
- probleem
Antonyme
- Herz:
- hart
- Minuszeichen:
- minteken
- Pik:
- schoppen
Übergeordnete Begriffe
- Farbe:
- kleur
- Symbol:
- symbool
- Vorzeichen:
- voorteken
- Zeichen:
- teken
Untergeordnete Begriffe
- Fadenkreuz:
- dradenkruis
- Kreuz des Südens:
- Zuiderkruis