Was heißt »ler­nen« auf Niederländisch?

Das Verb »ler­nen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • leren

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Wir lernen aus der Erfahrung, dass die Menschen nie etwas aus der Erfahrung lernen.

We leren uit ervaring dat mensen nooit iets leren uit ervaring.

Letztendlich muss jeder selbst lernen.

Tenslotte moet iedereen zelf leren.

Ich dachte, du würdest gerne neue Sachen lernen.

Ik dacht dat je graag nieuwe dingen zou leren.

Du wärst überrascht, was man in einer Woche lernen kann.

Je zou verbaasd staan over wat je in een week leren kan.

Ich habe gelernt, ohne sie zu leben.

Ik heb geleerd te leven zonder haar.

Es gibt immer Dinge, die ich nie lernen werde, ich habe nicht ewig Zeit.

Er zijn altijd dingen die ik nooit zal leren, ik heb de eeuwigheid niet voor de boeg.

Die Verpflichtung zum Schulbesuch wird selten analysiert in der Vielzahl der Werke, die den mannigfaltigen Arten gewidmet sind, bei Kindern den Wunsch zu lernen zu entwickeln.

De verplichting om naar school te gaan wordt zelden geanalyseerd in de verscheidenheid aan onderzoeken naar de verschillende manieren om de wens om te leren bij kinderen te ontwikkelen.

Ich lerne nicht gerne unregelmäßige Verben.

Ik hou niet van onregelmatige werkwoorden leren.

Ich habe letzte Woche begonnen, Chinesisch zu lernen.

De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.

Ich habe viel von dir gelernt.

Ik heb veel van je geleerd.

Alles, was man über das Leben wissen muss, habe ich von einem Schneemann gelernt.

Alles wat iemand over het leven moet weten, heb ik geleerd van een sneeuwpop.

Ich lerne oft, während ich Musik höre.

Vaak leer ik terwijl ik naar muziek luister.

Ich habe Französisch statt Deutsch gelernt.

Ik heb Frans geleerd in plaats van Duits.

Lasst uns diesen Satz auswendig lernen.

Laten we deze zin vanbuiten leren.

Ich lerne nicht gern.

Ik hou niet van leren.

Ich muss dieses Gedicht auswendig lernen.

Ik moet dit gedicht vanbuiten leren.

Ik moet dit gedicht uit mijn hoofd leren.

Wir haben Russisch anstatt von Französisch gelernt.

We hebben Russisch geleerd in plaats van Frans.

Was lernst du in der Schule?

Wat leer je op school?

Griechisch ist schwer zu lernen.

Grieks is moeilijk te leren.

Es ist schwierig, eine Fremdsprache zu lernen.

Het is moeilijk om een vreemde taal te leren.

Nicht für das Leben, sondern für die Schule lernen wir.

We leren niet voor het leven, maar voor school.

Sie lernen nachmittags.

Ze studeren in de namiddag.

Es gibt viele Ausländer, die nach Japan gehen, um Japanisch zu lernen.

Er zijn veel buitenlanders die naar Japan trekken om Japans te leren.

Lehren heißt lernen.

Lesgeven is leren.

Leren is leren.

Wie lange lernen Sie schon Englisch?

Hoelang leert u al Engels?

Was lernst du?

Wat ben je aan het leren?

Englisch ist einfach zu lernen.

Engels is eenvoudig te leren.

Eigentlich muss ich Englisch lernen, aber ich würde gerne einen Film sehen.

Eigenlijk moet ik Engels leren, maar ik zou graag een film kijken.

Lasst uns dieses Gedicht auswendig lernen.

Laten we het gedicht vanbuiten leren.

Wenn man ins Ausland geht, ist es nützlich, zumindest ein paar Höflichkeitsformeln in der Sprache vor Ort zu lernen.

Wanneer je naar het buitenland gaat, is het nuttig om ten minste een paar beleefdheidsformules te leren in de plaatselijke taal.

Ich spreche nicht gut Englisch, obwohl ich es sechs Jahre in der Schule gelernt habe.

Ik spreek niet goed Engels, ook al heb ik het zes jaar lang op school geleerd.

Das Leben ist zu kurz, um Deutsch zu lernen.

Het leven is te kort om Duits te leren.

Er ging nach Amerika, um Englisch zu lernen.

Hij is naar Amerika gegaan om Engels te leren.

Er lernt Tag und Nacht.

Hij leert dag en nacht.

Ich habe beschlossen, Stenografie zu lernen.

Ik heb besloten steno te leren.

Bildung bedeutet, die Dinge zu lernen, von denen man nicht einmal wusste, dass man sie nicht wusste.

Educatie is dingen leren waarvan je niet eens wist dat je ze niet wist.

Die Hauptabsicht der Erziehung ist nicht, Dinge zu lernen; nein, die Hauptabsicht der Erziehung ist, Dinge zu verlernen.

Het hoofddoel van de opvoeding is niet om dingen te leren; nee, het hoofddoel van de opvoeding is om dingen te verleren.

Ich will Französisch lernen.

Ik wil Frans leren.

Nach dem Essen lernte sie Japanisch.

Na het eten studeerde ze Japans.

Du darfst keine Angst haben, Fehler zu machen, wenn du eine Sprache lernst.

Heb geen schrik om fouten te maken, als ge een taal leert.

Es war von Vorteil, während meiner Schulzeit Chinesisch gelernt zu haben.

Het was een voordeel dat ik Chinees geleerd had toen ik op school zat.

Je älter du wirst, desto schwieriger wird es, eine neue Sprache zu lernen.

Hoe ouder je wordt, des te moeilijker wordt het een nieuwe taal te leren.

Ich bin glücklich, weil ich etwas Niederländisch lerne.

Ik ben gelukkig, want ik leer wat Nederlands.

Ich bin nicht einverstanden mit der Theorie, laut der man Latein lernen muss, um besser Englisch zu verstehen.

Ik ben geen aanhanger van de theorie dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen.

In China lernt man auch Englisch.

In China leert men ook Engels.

Ab und zu lerne ich Esperanto.

Af en toe studeer ik Esperanto.

Er lernt Chinesisch.

Hij leert Chinees.

Eine Fremdsprache zu lernen macht Spaß.

Het is leuk om een vreemde taal te leren.

Wir lernen Englisch in der Schule.

Wij leren Engels op school.

Gestern lernte ich einen der berühmtesten Schauspieler der Welt kennen.

Gisteren heb ik kennis gemaakt met een van de beroemdste acteurs van de wereld.

Wir haben gelernt, dass Englisch eine internationale Sprache ist.

Wij leerden dat Engels een internationale taal is.

Ich habe zwei Stunden gebraucht, um diesen Satz auswendig zu lernen.

Ik heb twee uur nodig gehad om deze zin uit mijn hoofd te leren.

Du musst Englisch lernen, ob du willst oder nicht.

Ge moet Engels leren, of ge wilt of niet.

Of je wilt of niet, je moet Engels leren.

Das Einzige, das uns die Geschichte lehrt, ist, dass wir nicht aus der Geschichte lernen.

Het enige dat we van de geschiedenis leren is dat we niks van de geschiedenis leren.

Man lernt nie aus.

Men raakt nooit uitgeleerd.

Wann hast du schwimmen gelernt?

Wanneer heb je leren zwemmen?

Lehrend lernt man.

Je leert door te leren.

Du musst heute nicht lernen.

Je hoeft vandaag niet te studeren.

Jeder, der Englisch lernt, sollte ein gutes einsprachiges Englischwörterbuch zur Hand haben.

Iedereen die Engels leert zou een goed Engels verklarend woordenboek bij de hand moeten hebben.

Versuch, ein bisschen Englisch zu lernen!

Probeer een beetje Engels te leren.

Wo haben Sie Italienisch gelernt?

Waar heb je Italiaans geleerd?

Waar heeft u Italiaans geleerd?

Wo hat er Italienisch gelernt?

Waar heeft hij Italiaans geleerd?

Ich möchte Französisch lernen.

Ik wil graag Frans leren.

Es ist einfacher, eine neue Sprache zu lernen, wenn man jung ist.

Het is gemakkelijker een nieuwe taal te leren als men jong is.

Hat Paula für den heutigen Test gelernt?

Heeft Paula voor de test van vandaag gestudeerd?

Wir müssen lernen, im Einklang mit der Natur zu leben.

We moeten leren in harmonie leven met de natuur.

Er lernt schwimmen.

Hij leert zwemmen.

Sie lernt schwimmen.

Ze leert zwemmen.

Ken lernte viele japanische Lieder auswendig.

Ken leerde vele Japanse liedjes uit het hoofd.

Er war von der Notwendigkeit überzeugt, es zu lernen.

Hij was overtuigd van de noodzaak het te leren.

Lebe und lerne.

Leef en leer.

Heute Nachmittag, nachdem ich heimgekommen bin, habe ich vor zu lernen.

Deze namiddag, als ik thuis aangekomen ben, ben ik van plan te studeren.

Muss ich lernen?

Moet ik leren?

Du musst aus deinen Fehlern lernen.

Ge moet leren uit uw fouten.

Ich muss lernen.

Ik moet leren.

Ich lerne.

Ik leer.

Die Lehrerin wird dieses Jahr anfangen, Englisch zu lernen.

De lerares gaat dit jaar beginnen Engels te leren.

Russisch ist sehr schwierig zu lernen.

Russisch is erg moeilijk te leren.

Warum lernst du?

Waarom studeer je?

Als ich in der Schule Englisch lernen musste, beklagte ich mich manchmal über die ganzen Unregelmäßigkeiten und seltsamen Regeln.

Toen ik op school Engels moest leren, bekloeg ik me vaak over al de onregelmatigheden en de rare regels.

Niederländisch zu lernen ist nicht schwer.

Nederlands leren is niet moeilijk.

Wie bringt man dem Gedächtnis bei, vergessen zu lernen?

Hoe leer je je geheugen te vergeten?

Jung gelernt ist alt getan.

Jong geleerd is oud gedaan.

Eigentlich müsste ich Englisch lernen, aber ich sehe mir lieber einen Film an.

Eigenlijk zou ik Engels moeten leren, maar ik kijk liever een film.

Wenn du weniger reden und mehr zuhören würdest, würdest du wahrscheinlich etwas lernen.

Als je minder zou praten en meer zou luisteren kun je misschien iets leren.

Bei den Reichen lernt man sparen, bei den Armen kochen.

Bij de rijken leert men sparen, bij de armen koken.

Alle Schüler von dieser Schule müssen außer Englisch noch eine andere Fremdsprache lernen.

Alle leerlingen van deze school moeten naast Engels nog een andere vreemde taal leren.

Ich lerne Türkisch.

Ik leer Turks.

Ich lerne Tschechisch.

Ik leer Tsjechisch.

Esperanto lernen ist sehr interessant.

Esperanto leren is zeer boeiend.

Mein Freund lernt Koreanisch.

Mijn vriend leert Koreaans.

Ich habe angefangen, Esperanto zu lernen.

Ik ben begonnen Esperanto te leren.

Ben hat gelernt, wie man ohne Streichhölzer Feuer macht.

Ben heeft geleerd hoe hij vuur kan maken zonder lucifers.

Eine fremde Sprache zu lernen ist schwer.

Een vreemde taal leren is moeilijk.

Ich habe gerade angefangen, Esperanto zu lernen.

Ik ben net begonnen Esperanto te leren.

Heute habe ich für zwei Stunden Chinesisch gelernt.

Vandaag heb ik twee uur Chinees geleerd.

Wo hast du Französisch gelernt?

Waar heb je Frans geleerd?

Wann habt ihr angefangen, Deutsch zu lernen?

Wanneer ben je begonnen Duits te leren?

Ich muss Japanisch lernen.

Ik moet Japans leren.

Es ist nicht schwierig, wenn du lernst.

Het is niet moeilijk als je studeert.

Antonyme

leh­ren:
aanleren

Niederländische Beispielsätze

  • Tom heeft nog veel te leren.

  • De leraar zei dat we al die uitdrukkingen vanbuiten moesten leren.

  • Ik wil standaard Engels leren.

  • Het is een grote eer hem te leren kennen.

  • Hij wil leren koken.

  • Ik wil graag leren dansen.

  • We moeten allemaal leren omgaan met deze situatie.

  • Ge kunt de taal verder leren over internet.

  • Hij is altijd aan het leren.

  • Ik wil leren zwemmen.

  • Een vreemde taal leren is niet gemakkelijk.

  • Ik heb haar leren kennen in Londen.

  • Ik heb hem leren kennen in Frankrijk.

  • Hij concentreerde zich op het leren van voorzetsels.

  • Ik ben van plan Engels te leren.

  • Kunt ge mij leren vliegen?

  • Hij heeft mij leren zwemmen.

  • Men is nooit te oud om te leren.

  • Dat mensen niet veel leren van de lessen uit het verleden is de belangrijkste les die het verleden ons te leren heeft.

  • Hoe meer we leren, hoe meer we weten.

Übergeordnete Begriffe

han­deln:
betreffen
handelen
onderhandelen

Untergeordnete Begriffe

ver­ler­nen:
verleren

Lernen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: lernen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 1180, 95, 165, 276, 287, 302, 427, 612, 695, 874, 1028, 236458, 340861, 341739, 357769, 359533, 361402, 362224, 364965, 368272, 369507, 369880, 370176, 372860, 373073, 392861, 397850, 399348, 404607, 405470, 406904, 409342, 412252, 416112, 418465, 421622, 421626, 423670, 430869, 440176, 444612, 508433, 519979, 520268, 523318, 535906, 555906, 558094, 560955, 594576, 597255, 601516, 608335, 612146, 616074, 622959, 628597, 637339, 638404, 641108, 641636, 641826, 642683, 682530, 719127, 722077, 724455, 724456, 728068, 728122, 741396, 742374, 747625, 765651, 767549, 767617, 768904, 772421, 776665, 784262, 791218, 801849, 808292, 817545, 825722, 836478, 860236, 884528, 900090, 900280, 903579, 914130, 923478, 927398, 928709, 930257, 973605, 987187, 987724, 988892, 1056710, 1021246, 962715, 938755, 1478295, 1479671, 1497379, 896767, 788427, 778224, 749392, 1651235, 1651257, 744999, 734967, 723841, 715417, 703991, 701357 & 688574. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR