Was heißt »es­sen« auf Niederländisch?

Das Verb »es­sen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • eten
  • schaften

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Denk nicht mal dran, meine Schokolade zu essen!

Denk er zelfs niet aan van mijn chokolade te eten!

Für ihn war Hunger ein theoretischer Begriff; er hatte immer genug zu essen.

Honger was voor hem een abstract begrip; hij had altijd genoeg te eten.

Ich habe Kaviar gegessen.

Ik heb kaviaar gegeten.

Wir werden heute Abend viel essen, ich hoffe also, dass du nicht auf Diät bist.

We gaan vanavond veel eten, dus ik hoop dat je niet op dieet bent.

Wann hast du gegessen?

Wanneer heb je gegeten?

Außer Karotten gibt es nichts, was er nicht isst.

Behalve wortelen is er niets dat hij niet eet.

Du darfst nicht zu viel Eis und Spaghetti essen.

Je mag niet te veel ijs en spaghetti eten.

Ich esse Reis.

Ik eet rijst.

Ik ben rijst aan het eten.

Hast du schon zu Mittag gegessen?

Heb je al geluncht?

Hebt ge al middageten gehad?

Hebt ge al gegeten deze middag?

Ich esse Nudeln.

Ik eet pasta.

Ik ben pasta aan het eten.

Egal, was sie isst, sie nimmt nicht zu.

Om het even wat ze eet, ze verdikt niet.

Sie isst gerade zu Mittag.

Ze zit net aan het middagmaal.

Du darfst nicht zu viel essen.

Je mag niet te veel eten.

Wir essen oft rohen Fisch.

We eten dikwijls rauwe vis.

Da er keine Möglichkeit hatte, Feuer zu machen, aß er den Fisch roh.

Gezien hij geen mogelijkheid had om vuur te maken, at hij de vis rauw.

Mir ist nicht nach Sushi essen.

Ik heb geen zin in sushi.

Was isst Ken?

Wat eet Ken?

Sein Vater isst dort zweimal pro Woche.

Zijn vader eet daar tweemaal per week.

Ich esse kein Fleisch, keinen Fisch und keine Meeresfrüchte, und auch keine Fleischbrühe.

Ik eet geen vlees, geen vis en geen zeevruchten, en ook geen vleesbouillon.

Ich würde das lieber nicht essen.

Ik zou dat liever niet eten.

Hast du schon mal Bananenkuchen gegessen?

Heb je ooit bananentaart gegeten?

Mayuko isst zum Frückstück Brot.

Mayuko eet brood voor het ontbijt.

Das sind alles Kannibalen hier, außer mir, ich werde halt gegessen.

Het zijn allemaal kannibalen hier, behalve ik, ik word alleen maar opgegeten.

Wann können wir essen?

Wanneer kunnen we eten?

Ich möchte eine warme Suppe essen.

Ik zou graag een warme soep eten.

Ich habe noch nie eine Mango gegessen.

Ik heb nog nooit eerder een mango gegeten.

Dean isst echt viel, oder?

Dean eet echt veel, vind je niet?

Sie isst nur Gemüse.

Ze eet alleen groenten.

Sie essen mit Messer und Gabel.

Ze eten met mes en vork.

Was möchtest du essen?

Wat zou je willen eten?

Ich esse lieber kein Fleisch, da ich Vegetarier bin.

Ik eet liever geen vlees want ik ben vegetariër.

Was möchtest du zum Frühstück essen?

Wat wilt ge als ontbijt?

Er isst viel.

Hij eet veel.

Mein Vater isst nicht viel Obst.

Mijn vader eet niet veel fruit.

Sie isst einen Apfel.

Zij eet een appel.

Er isst einen Apfel.

Hij eet een appel.

Ich esse gerne Wassermelonen.

Ik eet graag watermeloen.

Was wollen Sie essen?

Wat wilt u eten?

Ich aß hastig das Mittagessen.

Ik heb snel geluncht.

Die Familie aß zusammen zu Abend.

Het gezin at 's avonds samen.

Was essen wir heute Abend?

Wat eten we vanavond?

Sie essen Äpfel.

Ze zijn appels aan het eten.

Zij eten appels.

Sie hatten nichts zu essen.

Ze hadden niks te eten.

Ze hadden niets te eten.

Ich esse einen Apfel.

Ik eet een appel.

Ich esse mit meiner Schwester zu Mittag.

Ik ben aan het lunchen met mijn zus.

Ich esse gewöhnlich viel.

Ik eet meestal veel.

Ich habe noch nicht gegessen.

Ik heb nog niet gegeten.

Ich esse gern Süßigkeiten.

Ik hou van snoepjes.

Iris, was isst du normalerweise zum Frühstück?

Iris, wat eet je meestal voor het ontbijt?

Ich habe gerade zu Mittag gegessen.

Ik heb zojuist geluncht.

Ich habe die letzten drei Tage lang nichts gegessen.

Ik heb niets gegeten de laatste drie dagen.

Ich kann es mir nicht leisten, in einem so teuren Restaurant zu essen.

Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.

Ik kan het mij niet veroorloven in zo een duur restaurant te eten.

Wir haben Sandwiches zum Frühstück gegessen.

We aten sandwichen als ontbijt.

Hast du schon gegessen?

Heb je al gegeten?

Was hast du gestern Abend gegessen?

Wat heb je gisteravond gegeten?

Er isst.

Hij eet.

Du solltest etwas essen, bevor du gehst.

Je moet iets eten voor je gaat.

Ich esse mit meinem Brüderchen.

Ik eet met broerlief.

Er isst gerade einen Apfel.

Hij is een appel aan het eten.

Was hast du gegessen?

Wat heb je gegeten?

Er aß den ganzen Apfel.

Hij at de hele appel op.

Sie essen viel Reis.

Ze eten veel rijst.

Ich habe keine Lust, heute Abend essen zu gehen.

Ik heb geen zin om uit eten te gaan vanavond.

Ich hatte keine Zeit zu essen.

Ik had geen tijd om te eten.

Haben Sie schon mal rohen Fisch gegessen?

Heeft u ooit rauwe vis gegeten?

Hebt u ooit rauwe vis gegeten?

Ken hörte zu sprechen auf und begann zu essen.

Ken hield op met praten en begon te eten.

Die Mitglieder dieser Sekte essen niemals Blutwurst.

De leden van deze sekte eten nooit bloedworst.

Ich habe es satt, in Restaurants zu essen.

Ik heb er genoeg van, in restaurants te eten.

Darf ich das essen?

Kan ik dit eten?

Sie aß kaum etwas.

Ze at nauwelijks iets.

Demokratie sollte mehr sein als zwei Wölfe und ein Schaf, die abstimmen, was sie essen sollen.

Democratie moet meer zijn dan twee wolven en een schaap die stemmen over wat ze 's avonds zullen eten.

Ich habe einen Hotdog zu Mittag gegessen.

Ik heb een hotdog gegeten als middagmaal.

Ich habe den ganzen Tag nicht einen Happen gegessen.

Ik heb de hele dag helemaal niets gegeten.

Herr Parker versuchte mit Stäbchen zu essen.

Mijnheer Parker probeerde met stokjes te eten.

Ich aß nichts außer Brot und Butter.

Ik at niets anders dan brood en boter.

Ich esse nicht.

Ik eet niet.

Ik ben niet aan het eten.

Vor allem sei vorsichtig, was du isst und trinkst.

Wees vooral voorzichtig met wat je eet en drinkt.

Du musst mehr Ballaststoffe essen.

Je moet meer vezels eten.

Ihr müsst mehr Ballaststoffe essen.

Jullie moeten meer vezels eten.

Sie müssen mehr Ballaststoffe essen.

U moet meer vezels eten.

Ze moeten meer vezels eten.

Welchen Nachtisch sollte er essen?

Welk dessert moet hij eten?

Bitte iss etwas!

Eet alsjeblieft iets.

In Spanien isst man sehr spät.

In Spanje eet men heel laat.

Wir essen dreimal am Tag.

We eten driemaal per dag.

Was der Bauer nicht kennt, das isst er nicht.

Wat de boer niet kent, dat eet hij niet.

Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet.

Der Mann aß Brot.

De man at brood.

Einmal im Monat isst sie mit ihrem Vater zu Mittag.

Een keer per maand luncht zij met haar vader.

Ich aß den Apfel.

Ik heb de appel opgegeten.

Er isst rund um die Uhr.

Hij eet de klok rond.

Gehen wir essen.

Laten we gaan eten.

Es ist unnötig den Kuchen zu suchen, weil ich ihn schon gegessen habe.

Het heeft geen zin naar de cake te zoeken: ik heb hem al opgegeten.

Ich esse dort im Allgemeinen zu Mittag.

Ik lunch meestal daar.

Generell esse ich viel.

Normaal gesproken eet ik veel.

Moderne Katzen essen keine Ratten.

Moderne katten eten geen ratten.

Ich esse gerne Äpfel.

Ik eet graag appels.

Ich habe drei Tage nichts mehr gegessen.

Ik heb in drie dagen niks meer gegeten.

Der Mann isst Brot.

De man eet brood.

Was hast du heute zu Mittag gegessen?

Wat heb je vandaag voor lunch gegeten?

Ich möchte heute Abend Pizza essen.

Ik wil vanavond pizza eten.

Wir haben ausreichend zu essen.

We hebben genoeg te eten.

Synonyme

ein­neh­men:
gebruiken
fres­sen:
vreten
ge­nie­ßen:
genieten
schwel­gen:
zwelgen

Antonyme

bre­chen:
breken
er­bre­chen:
overgeven
uitbraken
kot­zen:
braken
kotsen
over de nek gaan
overgeven
trin­ken:
drinken

Niederländische Beispielsätze

  • Als ze geen brood hebben, laat ze dan taart eten!

  • Ik heb zin in uit eten vanavond.

  • Amerikanen eten veel vlees.

  • Je moet niet eten.

  • Ze eten een keer per week vlees.

  • Wie gaat het eten betalen?

  • Kan ik iets te eten krijgen?

  • We kennen de smaak niet van het eten van de arme.

  • Van wie is het eten hier?

  • Wil je iets eten?

  • Ik kan alles eten behalve ajuin.

  • We gaan uit eten op vrijdag.

  • Het eten is goed, en de bediening hier is goed.

  • En als we deze avond eens buiten gingen eten?

  • Laten we na het eten langs het strand wandelen.

  • Ik hou erg van Frans eten.

  • Wat eten bijen?

  • Ik wil iets om te eten.

  • Chinees eten is even lekker als Frans eten.

  • Laten we sushi eten.

Übergeordnete Begriffe

ver­zeh­ren:
consumeren

Untergeordnete Begriffe

hi­n­un­ter­schlu­cken:
doorslikken
inslikken
opkroppen
wegslikken
knab­bern:
knabbelen
kos­ten:
kosten
na­schen:
snoepen
schlin­gen:
strikken
zu Abend es­sen:
de avondmaaltijd gebruiken

Essen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: essen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: essen. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 482, 744, 1243, 1275, 340804, 341065, 341711, 343522, 344277, 349837, 349980, 351678, 359546, 360800, 362088, 362169, 362299, 363403, 367965, 369781, 388540, 395146, 395982, 396523, 397826, 398791, 401986, 402003, 409099, 411771, 412978, 415988, 423317, 426449, 428486, 438883, 439916, 440436, 441844, 442719, 444731, 450538, 451330, 451361, 452236, 476120, 509953, 521854, 522507, 522539, 530869, 537808, 567162, 584105, 591241, 594555, 595057, 604015, 604037, 604293, 605283, 608493, 612573, 616935, 621602, 628895, 632875, 637791, 638441, 640937, 642905, 651351, 655556, 660905, 662079, 671760, 673999, 680033, 680034, 680036, 683140, 699154, 724028, 738212, 740140, 770096, 772763, 784440, 786330, 789471, 789627, 792050, 820538, 824166, 829029, 851298, 880706, 882126, 895387, 901359, 996307, 976108, 1033165, 1033222, 937486, 1084745, 1101201, 1115428, 1133762, 847730, 847583, 847496, 836702, 775066, 773763, 769869, 737988, 704224, 703911 & 701111. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR