Was heißt »Vogel« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Vogel« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- vogel (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ein Vogel hat Flügel.
Een vogel heeft vleugels.
Ein Vogel flog hoch in der Luft.
Een vogel vloog hoog in de lucht.
Es ist viel besser, von Vögeln statt von einem Wecker geweckt zu werden.
Het is veel beter wakker te worden van de vogels dan van de wekker.
Was für ein Vogel ist das?
Welke vogel is dat?
Wenn ich ein Vogel wäre, würde ich zu dir fliegen.
Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.
Dieser Vogel kann nicht fliegen.
Deze vogel kan niet vliegen.
Wie heißt dieser Vogel?
Hoe heet deze vogel?
Dieser Vogel lebt weder in Japan noch in China.
Deze vogel leeft in Japan noch in China.
Ich bin kein Vogel, aber ich wäre gern einer.
Ik ben geen vogel, maar ik zou er graag een zijn.
Der Flügel des Vogels war gebrochen.
De vleugel van de vogel was gebroken.
Der Vogel suchte nach Käfern.
De vogel zocht naar kevers.
Der frühe Vogel fängt den Wurm.
Morgenstond heeft goud in de mond.
Ein Vogel kann fliegen.
Een vogel kan vliegen.
Tux ist ein antarktischer Vogel.
Tux is een antarctische vogel.
Gib dem Vogel Futter!
Geef de vogel voer!
Er sah den Vogel auf dem Baum.
Hij zag de vogel in de boom.
Das Mädchen ließ den Vogel entkommen.
Het meisje liet de vogel ontsnappen.
Tom hat den Vogel freigelassen.
Tom bevrijdde de vogel.
Ich würde lieber ein Vogel als ein Fisch sein.
Ik zou liever een vogel dan een vis zijn.
Dieser Vogel kann fliegen.
Deze vogel kan vliegen.
Der Vogel ist in seinem Nest.
De vogel zit in zijn nest.
Der Vogel hatte einen gebrochenen Flügel.
De vogel had een gebroken vleugel.
Jeder Vogel singt, wie ihm der Schnabel gewachsen ist.
Elke vogel zingt zoals hij gebekt is.
Der Vogel fliegt.
De vogel vliegt.
Niemand erkannte ihn, doch der Vogel begann zu pfeifen, das Pferd begann zu fressen und die Prinzessin hörte auf zu weinen.
Niemand herkende hem, maar de vogel begon te fluiten, het paard begon te eten, en de prinses hield op met wenen.
Jeder Vogel liebt sein eigenes Nest.
Elke vogel houdt van zijn eigen nest.
Es ist ein Vogel.
Het is een vogel.
Der Vogel ist im Himmel.
De vogel is in de hemel.
Ich bin kein Vogel, und kein Netz verstrickt mich; ich bin ein freier Mensch mit einem unabhängigen Willen.
Ik ben geen vogel, en geen net verstrikt me; ik ben een vrij mens met een onafhankelijke wil.
Welche Farbe hat der Vogel?
Welke kleur heeft de vogel?
Dieser Vogel heißt Möwe.
Deze vogel wordt een meeuw genoemd.
Dieser Vogel ist jetzt in Gefahr auszusterben.
Deze vogel dreigt nu uit te sterven.
Ich sehe einen Vogel auf dem Dach.
Ik zie een vogel op het dak.
Es ist eine Tatsache, dass auf der Welt nicht nur Menschen sprechen. Auch ein paar Vögeln, insbesondere Papageien, gelingt es, Worte auszusprechen und mit einem Menschen gelegentlich mündlich Kontakt aufzunehmen.
Het is een feit: niet alleen mensen spreken op de wereld. Ook sommige vogels, en vooral papegaaien, slagen erin woorden uit te spreken en nu en dan mondeling met een mens contact te leggen.
Der Star wurde zum Vogel des Jahres 2018 gewählt.
De spreeuw werd tot vogel van het jaar 2018 verkozen.
Welcher Vogel kann nicht fliegen?
Welke vogel kan niet vliegen?
Ein Vogel flog ins Zimmer.
Een vogel vloog in de kamer.
Der Adler ist kein kleiner Vogel.
De adelaar is geen kleine vogel.
Hier ist ein Vogel.
Er is een vogel hier.
Sie schaute vorsichtig nach dem Vogel im Nest.
Ze keek voorzichtig naar de vogel in het nest.
Der kleinste Vogel der Welt ist der Kolibri.
De kolibrie is de kleinste vogel ter wereld.
Synonyme
- Clown:
- clown
- Flugzeug:
- vliegtuig
- Kiste:
- kist
- Maschine:
- machine
- Original:
- origineel
- Sonderling:
- zonderling
Sinnverwandte Wörter
- Figur:
- figuur
Niederländische Beispielsätze
Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.
In de kleine hotelkamer voelde ze zich als een vogel in een kooitje.
Jack is een vroege vogel.
Ik ben echt een vreemde vogel.
Übergeordnete Begriffe
- Wirbeltier:
- gewervelde
Untergeordnete Begriffe
- Adler:
- Arend
- Albatros:
- albatros
- Alk:
- alk
- Ammer:
- gors
- Amsel:
- merel
- Braunelle:
- Heggenmussen
- Dohle:
- kauw
- Elster:
- ekster
- Emu:
- emoe
- Ente:
- eend
- Eule:
- uil
- Falke:
- valk
- Fink:
- vink
- Fitis:
- fitis
- Gans:
- gans
- Gattung:
- geslacht
- Geflügel:
- pluimvee
- Geier:
- gier
- Gimpel:
- goudvink
- Girlitz:
- Europese kanarie
- Häher:
- gaai
- Hänfling:
- kneu
- Henne:
- hen
- Huhn:
- hoen
- Kanarienvogel:
- kanarie
- Kiebitz:
- kievit
- Kiwi:
- kiwi
- Kolibri:
- kolibrie
- Krähe:
- kraai
- Krammetsvogel:
- kramsvogel
- Kranich:
- kraanvogel
- Kuckuck:
- koekoek
- Küken:
- kuiken
- Lerche:
- leeuwerik
- Löffler:
- lepelaar
- Möwe:
- meeuw
- Nachtigall:
- nachtegaal
- Papagei:
- papegaai
- Pelikan:
- pelikaan
- Pinguin:
- pinguïn
- Pirol:
- wielewaal
- Rabe:
- raaf
- Ralle:
- ral
- Raubvogel:
- roofvogel
- Rebhuhn:
- patrijs
- Reiher:
- reiger
- Scharbe:
- aalscholver
- Schuhschnabel:
- schoenbekooievaar
- Schwalbe:
- zwaluw
- Schwan:
- zwaan
- Seevogel:
- zeevogel
- Singvogel:
- zangvogel
- Sittich:
- parkiet
- Spatz:
- mus
- Specht:
- specht
- Sperber:
- sperwer
- Sperling:
- mus
- Star:
- spreeuw
- Strauß:
- bos
- Taube:
- duif
- Tukan:
- toekan
- Uhu:
- oehoe
- Wachtel:
- kwartel
- Wasservogel:
- watervogel
- Wendehals:
- draaihals
- Wiedehopf:
- hop
- Wildgans:
- wilde gans
- Zaunkönig:
- winterkoning
- Zeisig:
- sijs
- Ziegenmelker:
- nachtzwaluw
- Zilpzalp:
- tjiftjaf
- Zugvogel:
- trekvogel