Was heißt »Henne« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Henne« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Wie viele Eier legt diese Henne in jeder Woche?: Hoeveel eieren legt deze hen elke week?
Hennen legen beinahe jeden Tag ein Ei.: Hennen leggen bijna elke dag een ei.
Was kam erst: die Henne oder das Ei?: Wat kwam eerst: de kip of het ei?

Wie heeft hen tafelmanieren geleerd?
Ik ken hen.
Lach met hen.
Er zijn mensen in de wereld die zo'n honger hebben, dat God alleen in de vorm van brood aan hen kan verschijnen.
We gaven hen geld en kleding.
Ge kunt veel vrienden hebben, totdat ge bij hen wilt gaan logeren.
Als twee personen dezelfde opinie hebben, is een van hen overbodig.
Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.
Hij was zeer lief voor hen.
Hij beval hen om de gevangenen vrij te laten.
Ik zie de vrienden en groet hen.
De jongeren spraken luid onder elkaar en letten niet op de mensen rondom hen.
Enkelen van hen zeiden ja, en de anderen neen.
Ik zag hen arm in arm lopen.
Mensen zullen je idee sneller aanvaarden als je hen zegt dat Benjamin Franklin het het eerst gezegd heeft.
Hij heeft lange tijd niet naar hen geschreven.
We hielden hen stil.
Als we ooit in contact komen met buitenaardsen, hoe zullen we dan met hen communiceren?
Hiermee ben ik het met hen niet over eens.
Ik ken niemand van hen.