Was heißt »Flugzeug« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Flugzeug« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- vliegtuig (sächlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Das Flugzeug wurde wegen Nebel nach München umgeleitet.
Het vliegtuig werd wegens mist omgeleid naar München.
Da haben die Einheimischen zum ersten Mal ein Flugzeug gesehen.
De inheemsen zagen toen voor de eerste keer een vliegtuig.
Wie riesig dieses Flugzeug ist!
Dat vliegtuig is pas groot!
Ich habe ein Flugzeug gesehen.
Ik heb een vliegtuig gezien.
Das Flugzeug befindet sich auf dem Weg von Tokio nach Italien.
Het vliegtuig is onderweg van Tokio naar Italië.
Das Flugzeug ist so hässlich.
Het vliegtuig is zo lelijk.
Ich reise lieber mit dem Zug als mit dem Flugzeug.
Ik reis liever met de trein dan met het vliegtuig.
Ik reis liever per trein dan per vliegtuig.
Das Flugzeug landete auf dem Flughafen Narita.
Het vliegtuig landde op de luchthaven van Narita.
Het vliegtuig landde op het vliegveld in Narita.
Das Flugzeug hatte wegen des schlechten Wetters Verspätung.
Het vliegtuig had vertraging door het slechte weer.
Bist du schon mal im Flugzeug geflogen?
Heb je al eens met het vliegtuig gereisd?
Das Flugzeug flog über den Berg.
Het vliegtuig vloog over de berg.
Das Flugzeug landete genau um 6 Uhr.
Het vliegtuig landde om zes uur precies.
Ich bin immer angespannt, bevor ich ein Flugzeug besteige.
Ik ben altijd zenuwachtig voor ik in een vliegtuig stap.
Das erste Flugzeug flog 1903 zwölf Sekunden lang.
Het eerste vliegtuig vloog 12 seconden in 1903.
Wir haben drei Flugzeuge.
We hebben drie vliegtuigen.
Ich bin noch nie in einem Flugzeug gewesen.
Ik ben nog nooit in een vliegtuig geweest.
Unser Flugzeug fliegt gen Süden.
Ons vliegtuig vliegt naar het zuiden.
Ist das Flugzeug in der Zeit?
Is het vliegtuig op tijd?
Ich sah ein Flugzeug.
Ik zag een vliegtuig.
Das Flugzeug flog gegen einen Berg.
Het vliegtuig vloog tegen een berg.
Das Flugzeug erreichte den Flughafen von Narita.
Het vliegtuig bereikte de luchthaven van Narita.
Mit dem Flugzeug zu reisen, ist heute nicht mehr ein Privileg reicher Menschen.
Met het vliegtuig reizen is vandaag niet meer een privilege van rijke mensen.
Um Zeit zu gewinnen, nahmen wir das Flugzeug.
Om tijd te winnen namen we het vliegtuig.
Der Himmel war voller Flugzeuge.
De lucht was vol met vliegtuigen.
Tom stieg aus dem Flugzeug.
Tom stapte uit het vliegtuig.
Das Flugzeug ist abgestürzt.
Het vliegtuig is neergestort.
Um wie viel Uhr fliegt das Flugzeug ab?
Hoe laat vertrekt het vliegtuig?
Mein Vater reist gern mit dem Flugzeug.
Mijn vader reist graag met het vliegtuig.
Aber saß er neben dir im Flugzeug?
Maar zat hij naast je in het vliegtuig?
Er reiste von Tokio nach Osaka mit dem Flugzeug.
Hij is per vliegtuig van Tokio naar Osaka gegaan.
Ist ein Arzt im Flugzeug?
Is er een arts in het vliegtuig?
Ich war bisher noch nie in einem Flugzeug.
Ik ben tot nu toe nog nooit in een vliegtuig geweest.
Das ist mein Flugzeug.
Dit is mijn vliegtuig.
Das Flugzeug ist riesengroß!
Dat vliegtuig is reusachtig!
Das Flugzeug flog um halb drei ab.
Het vliegtuig vertrok om half drie.
Das Flugzeug hat zur Landung angesetzt.
Het vliegtuig is begonnen met landen.
Du hast Glück. Das Flugzeug ist pünktlich.
Je hebt geluk. Het vliegtuig is op tijd.
Sie haben Glück. Das Flugzeug ist pünktlich.
U heeft geluk. Het vliegtuig is op tijd.
Ze hebben geluk. Het vliegtuig is op tijd.
Sind Sie schon einmal mit einem Flugzeug gereist?
Heeft u al eens met een vliegtuig gereisd?
Es ist eine Bombe im Flugzeug!
Er is een bom in het vliegtuig!
Das Flugzeug flog über Athen.
Het vliegtuig vloog over Athene.
Synonyme
- Kiste:
- kist
- Maschine:
- machine
- Vogel:
- vogel
Antonyme
- Ballon:
- ballon
- Drachen:
- vlieger
- Hubschrauber:
- helikopter
Niederländische Beispielsätze
Vraag hem wanneer het volgende vliegtuig gaat.
Wanneer komt het vliegtuig in Tokio aan?
Het vliegtuig was al weg toen ik op de vlieghaven aankwam.
Hij bezit een eigen vliegtuig.
De neus van het vliegtuig was beschadigd.
Ben je ooit met het vliegtuig gereisd?
Übergeordnete Begriffe
Untergeordnete Begriffe
- Aufklärungsflugzeug:
- verkenningsvliegtuig
- Frachtflugzeug:
- vrachtvliegtuig
- Kampfflugzeug:
- gevechtsvliegtuig
- Modellflugzeug:
- modelvliegtuig