Was heißt »unglaublich« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »unglaublich« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Um diese Zeit ist ein unglaublicher Verkehr.: Rond deze tijd is het verkeer ongelooflijk druk.
Es ist unglaublich.: Het is ongelofelijk.; Het is ongelooflijk.
Ihr seid unglaublich.: Jullie zijn ongelofelijk.
Sie sind unglaublich.: U bent ongelofelijk.
Du bist unglaublich!: Je bent ongelofelijk!
Das ist unglaublich frustrierend.: Dat is ongelooflijk frustrerend.
Maria hat ein unglaublich gutes Erinnerungsvermögen.: Maria heeft een ongelooflijk goed geheugen.
Ich finde es unglaublich, dass Sie das sagen.: Ik vind het ongelofelijk dat u dat zegt.
Es ist unglaublich, aber wahr.: Het is ongelofelijk maar waar.
Das ist so unglaublich.: Dat is zo ongelooflijk.

arg:: erg; slecht
atemberaubend:: adembenemend; verbazingwekkend
ausgezeichnet:: schitterend
außergewöhnlich:: buitengewoon; ongebruikelijk; schitterend; uitzonderlijk
außerordentlich:: schitterend
dreist:: driest
einzigartig:: uniek
erheblich:: aanzienlijke; belangrijke; ernstige; pertinente; relevante; strenge
erstklassig:: eersteklas
ganz:: gaaf; heel; onbeschadigd; ongebroken
geil:: hitsig
gewaltig:: immens
grandios:: groots
groß:: groot; volwassene
Hammer:: hamer
hanebüchen:: ongehoord
heftig:: fel; hevig
herausragend:: opmerkelijk
hervorragend:: excellent; schitterend
immens:: immens
Mensch:: mens
mirakulös:: miraculeus
radikal:: radicaal
schrecklich:: schrikkelig; verschrikkelijk
Spitze:: kant; punt; spits; top; topper
Traum:: droom
übertrieben:: overdrijver
üppig:: copieus; overvloedig
unmöglich:: ondoenlijk; onmogelijk
verdammt:: doemen
wundervoll:: geweldig
zu:: te