Was heißt »ge­ra­de« auf Niederländisch?

Das Adjektiv »ge­ra­de« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • recht

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Aus irgendeinem Grund hat das Mikrofon gerade nicht funktioniert.

Om de een of andere reden werkte de microfoon daarnet niet.

Om de één of andere reden werkte de microfoon tot nu toe niet.

Meinst du gerade, dass du absichtlich deine Schönheit versteckst?

Bedoel je dat je met opzet je schoonheid verbergt?

Theoretisch mache ich gerade Mathe.

In theorie ben ik net met wiskunde bezig.

Was denkst du, was ich gerade gemacht habe?

Wat denk je dat ik aan het doen was?

Ich wollte gerade meine E-Mails abrufen.

Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.

Leben ist das, was dir zustößt, während du gerade damit beschäftigt bist, andere Pläne zu machen.

Leven is wat je gebeurt terwijl je andere plannen maakt.

Wenn man eine Augenbraue hochzieht, kann das bedeuten "Ich habe Lust, mit dir Sex zu haben", aber auch "Ich finde, dass das, was du gerade gesagt hast, vollkommen idiotisch ist."

Als men een wenkbrauw optrekt, kan dit betekenen "ik wil seks met je hebben," maar ook "dat wat je net zei, vind ik volstrekt onnozel."

Er hat gerade eine interessante Serie von Artikeln veröffentlicht.

Hij heeft onlangs een serie interessante artikelen gepubliceerd.

Ich habe gerade gesehen, dass der Botschafter Saudi-Arabiens in Washington zurückgetreten ist.

Ik heb juist gezien dat de ambassadeur van Saoedi-Arabië in Washington ontslag genomen heeft.

Schreiben Sie gerade einen Brief?

Zijt ge een brief aan het schrijven?

Naoko schwimmt gerade.

Naoko is nu aan het zwemmen.

Naoko zwemt op dit moment.

Ich bin gerade mit dem Packen fertig.

Ik ben net klaar met inpakken.

Sie isst gerade zu Mittag.

Ze zit net aan het middagmaal.

Ich bin gerade angekommen.

Ik ben net aangekomen.

Ich wollte gerade einen Brief schreiben, als er nach Hause kam.

Ik wilde net een brief schrijven, toen hij thuiskwam.

Ich bin gerade hier angekommen.

Ik ben hier net aangekomen.

Ich bin gerade 20 geworden.

Ik ben net 20 geworden.

Er ist gerade aus dem Ausland zurückgekommen.

Hij is net vanuit het buitenland terug.

Er ist gerade zurückgekommen.

Hij is net teruggekomen.

2, 4, 6 usw. sind gerade Zahlen.

2, 4, 6 enz. zijn even getallen.

Ich koche gerade.

Ik ben aan het koken.

Ik ben nu aan het koken.

Ik kook nu.

Was machst du gerade?

Wat ben je aan het doen?

Mike, hast du das Gespräch gerade gehört?

Mike, heb je dat gesprek net gehoord?

Lineale sind praktisch, um gerade Linien zu ziehen.

Linealen zijn praktisch om rechte lijnen te trekken.

Linialen zijn praktisch om rechte lijnen te tekenen.

Ich bin gerade von der Post zurückgekommen.

Ik ben net terug van het postkantoor.

Er liest gerade einen Roman.

Hij is een roman aan het lezen.

Wenn wir gerade von Fremdsprachen sprechen, sprecht ihr Französisch?

Nu we het toch over vreemde talen hebben, spreken jullie Frans?

Ich habe gerade gefrühstückt.

Ik heb zojuist ontbeten.

Ich badete gerade, als das Telefon klingelte.

Ik was een bad aan het nemen toen de telefoon ging.

Ich komme gerade aus Großbritannien.

Ik ben zojuist uit Groot-Brittannië gekomen.

Als ich in die Küche kam, machte sie gerade Hühnercurry mit Reis.

Toen ik de keuken binnenliep was ze kip curry met rijst aan het klaarmaken.

Ich war gerade dabei einen Kuchen zu backen.

Ik was een cake aan het bakken.

Dort spielt er gerade.

Hij is daar aan het spelen.

Sie sind gerade angekommen.

Ze zijn zojuist aangekomen.

Ich habe gerade zu Mittag gegessen.

Ik heb zojuist geluncht.

Es blitzte gerade.

Er was een bliksemflits.

Mein Vater rasiert sich gerade im Badezimmer.

Mijn vader is zich aan het scheren in de badkamer.

Ich habe gerade geduscht.

Ik heb net een douche genomen.

Zeichne eine gerade Linie.

Teken een rechte lijn.

Der Satz, den Sie gerade lesen, existiert nicht.

De zin die u nu leest, bestaat niet.

Es regnete gerade und Joes langes Haar wurde völlig nass, bis er zu Hause war.

Het regende en de lange haren van Joe waren helemaal nat vooraleer hij thuis was.

Ich wollte gerade aus dem Haus gehen.

Ik stond op het punt mijn huis te verlaten.

Sie ist gerade gegangen.

Ze is net vertrokken.

Als sich das Erdbeben ereignete, habe ich gerade ferngesehen.

Toen de aardbeving toesloeg, keek ik televisie.

Toen de aardbeving plaatsvond, keek ik televisie.

Er isst gerade einen Apfel.

Hij is een appel aan het eten.

Ich weiß nicht, was er gerade treibt, aber er treibt es nicht mit ihr.

Ik weet niet wat hij aan het doen is, maar hij doet het niet met haar.

Meine Eltern sind gerade am Bahnhof angekommen.

Mijn ouders zijn net op het station aangekomen.

Heute ist Mittwoch. Ich lese gerade.

Vandaag is het woensdag. Ik lees.

Ich fange gerade erst an.

Ik begin pas.

Es sind gerade zehn Grad und er geht nach draußen in einem T-Shirt. Ich fröstele, wenn ich ihn nur anschaue.

Het is maar tien graden, en hij loopt in een T-shirt buiten. Ik krijg het al koud als ik naar hem kijk.

Mensch, ich habe es gerade in den Nachrichten gesehen! Verdammt, Du hast es geschafft, dass ich meinen eigenen Augen nicht traute.

Joh, ik heb het net op het nieuws gezien! Verdraaid, je hebt het voor elkaar gekregen dat ik mijn eigen ogen niet vertrouwde.

Es hat gerade acht Uhr geschlagen, nicht wahr?

Het heeft juist acht uur geslagen, of niet?

Ich habe gerade nicht viel Zeit.

Ik heb nu niet veel tijd.

Das Theater in meinem Viertel wird gerade umgebaut.

Het theater in mijn wijk wordt omgebouwd.

Mein Vater ist gerade im Garten.

Mijn vader is nu in de tuin.

Mijn vader is voor het ogenblik in de tuin.

Ich suche gerade ein Schreibwarengeschäft, um Kugelschreiber zu kaufen.

Ik ben een kantoorboekhandel aan het zoeken om balpennen te kopen.

Ich habe die Durchsage gerade nicht richtig verstanden.

Ik heb de aankondiging net niet goed gehoord.

Hast du ihn gerade erst kennengelernt?

Heb je hem pas leren kennen?

Wir schreiben gerade den Bericht.

We zijn het verslag aan het schrijven.

Ich habe gerade mein Zimmer geputzt.

Ik heb net mijn kamer schoongemaakt.

Er schwimmt gerade.

Hij zwemt nu.

Ich bin gerade aufgestanden.

Ik ben net opgestaan.

Wir grillen gerade.

We zijn aan het barbecueën.

Du hast gerade ein 50-Cent-Stück verloren.

Ge hebt juist een stuk van 50 cent verloren.

Er wäscht gerade das Auto.

Hij is de auto aan het wassen.

Ich erinnere mich nicht mehr, wonach ich gerade suchte.

Ik weet niet meer wat ik aan het zoeken was.

Er duscht gerade.

Hij staat onder de douche.

Ich habe mir gerade in den Finger geschnitten.

Ik heb zojuist in mijn vinger gesneden.

Er fuhr gerade mit seinem Fahrrad vorbei, als er einen Hilfeschrei hörte.

Hij reed net met zijn fiets voorbij toen hij om hulp hoorde roepen.

Der Gärtner hat die Hecke gerade geschnitten.

De tuinier heeft de haag recht gesnoeid.

Wohin gingst du gerade?

Waar ging je naartoe?

Ich habe gerade angefangen, Esperanto zu lernen.

Ik ben net begonnen Esperanto te leren.

Er ist gerade heimgekommen.

Hij is net thuis gekomen.

Mama macht gerade einen Kuchen.

Mama is een taart aan het maken.

Ich habe gerade eine Sternschnuppe gesehen.

Ik heb net een vallende ster gezien.

Ich habe gerade eine Falafel gegessen.

Ik heb juist een falafel gegeten.

Ik heb net een falafel gegeten.

Suni spielt gerade.

Suni is aan het spelen.

Ich komme gerade daher.

Ik kom daar net vandaan.

Der Junge, der gerade das Auto wäscht, ist mein Bruder.

De jongen die de auto aan het wassen is, is mijn broer.

Ich lese gerade die Zeitung.

Ik ben de krant aan het lezen.

Ich esse gerade.

Ik ben aan het eten.

Er studiert gerade.

Hij is aan het studeren.

Der Bus ist gerade abgefahren.

De bus is juist vertrokken.

De bus is net vertrokken.

Ich esse gerade Nudeln.

Ik eet noedels.

Tom weiß nicht, was Mary jetzt gerade tut.

Tom weet niet wat Maria nu aan het doen is.

Sie ist gerade zwölf geworden.

Ze is net twaalf jaar oud geworden.

Das hat uns gerade noch gefehlt!

Dat ontbrak er nog maar aan!

Regnet es gerade?

Regent het nu?

Ich bin gerade beschäftigt.

Ik ben momenteel bezig.

Ik ben nu bezig.

Gerade mal ungerade ist gerade, ungerade mal ungerade ist ungerade.

Even keer oneven is even, oneven keer oneven is oneven.

Das kann nicht Mary sein. Sie ist gerade im Krankenhaus.

Dat kan Mary niet zijn. Ze ligt nu in het ziekenhuis.

Sie ist gerade zwanzig geworden.

Ze is net twintig geworden.

Ich lese gerade dieses Buch.

Ik ben dit boek aan het lezen.

Ich lerne gerade.

Ik ben aan het leren.

Was ist denn das für eine Frau, die da neben meinem Bruder sitzt und ihn gerade anspricht?

Wie is de vrouw die naast mijn broer zit en nu met hem spreekt?

"Bist du fertig?" "Im Gegenteil, ich fange gerade an."

"Ben je klaar?" "Integendeel ik ben net begonnen"

Es regnet gerade.

Het is aan het regenen.

Erdbeeren haben gerade Saison.

Het is nu het seizoen voor aardbeien.

Ich bin gerade ein bisschen knapp bei Kasse.

Ik kom op het moment wat geld tekort.

Ich habe mir gerade ein Paar neue Schuhe gekauft.

Ik heb net een paar nieuwe schoenen gekocht.

Synonyme

durch­aus:
volstrekt
eben:
egaal
vlak
ein­fach:
eenvoudig
flach:
plat
vlak
frei­lich:
weliswaar
frisch:
fris
ins­be­son­de­re:
c.q.
casu quo
inzonderheid
mo­men­tan:
vooralsnog
platt:
plat
vlak
prak­tisch:
handig
praktisch
schlecht­hin:
bij uitstek
gewoon
gewoonweg
so­eben:
zo-even
spe­zi­ell:
eigenaardig
speciaal
waa­ge­recht:
horizontaal

Antonyme

krumm:
krom

Niederländische Beispielsätze

  • Ze zou het recht moeten hebben om zelf te beslissen.

  • Zit recht!

  • U heeft het recht om alles te zeggen wat u denkt ... zolang u denkt als ik.

  • Jullie hebben recht op iets beters.

  • De bloemen hebben evenveel recht op leven als wij.

  • Aangezien we te laat waren, hadden we geen recht op een avondmaal.

  • We hebben het recht om te wonen waar we willen.

  • Ik heb het recht mijn advokaat op te bellen.

  • Tom had geen recht om te doen wat hij gedaan heeft.

  • Telkens wanneer ik recht sta, voel ik mijn hoofd draaien.

  • Wij hebben het recht een veilige toekomst te eisen voor ons en voor de volgende generaties.

  • Tom is vastbesloten de scheve toren van Pisa met zijn eigen blote handen weer recht te zetten.

  • Dat deed mijn haar recht komen.

  • Eensgezind stonden de toeschouwers recht en applaudisseerden.

  • Hij had, geloofde ik, het recht niet om dat te doen.

  • Geld dat stom is, maakt recht wat krom is.

Gerade übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: gerade. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: gerade. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 94, 182, 206, 262, 290, 474, 655, 974, 1007, 182046, 341921, 347944, 351678, 352308, 358343, 358414, 358416, 359049, 359050, 361832, 367503, 392884, 394217, 406409, 406573, 409158, 412242, 413885, 425612, 441292, 442481, 444936, 445100, 501359, 522539, 530540, 531359, 540956, 544614, 547134, 560556, 576193, 587654, 594911, 604037, 631521, 637423, 640326, 650816, 669566, 675603, 691771, 718839, 737163, 740965, 757980, 759492, 784109, 784612, 800103, 826644, 834354, 839888, 841423, 904865, 905459, 905646, 917605, 920140, 922721, 927847, 928709, 949330, 971040, 985414, 989039, 1008068, 1031280, 1057679, 1079843, 1107647, 1134893, 1203992, 1211001, 1217715, 1288214, 1290587, 1308991, 1314636, 1327377, 1358434, 1367873, 1473336, 1524587, 1546492, 1561760, 1562582, 1622261, 1673837, 1691027, 5360814, 4754630, 4454722, 7794221, 4324160, 7934248, 8059482, 3785338, 3295473, 2148277, 2148129, 10366259, 783439, 781707, 425095 & 422812. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR