Was heißt »er­war­ten« auf Niederländisch?

Das Verb »er­war­ten« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • verwachten

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Man kann nicht alles von den Schulen erwarten.

Je kan niet alles van de scholen verwachten.

Du kannst nicht von mir erwarten, dass ich immer an alles denke!

Je kunt niet van me verwachten dat ik altijd overal aan denk!

Man erwartet, dass 2006 hundertfünfzigtausend Paare in Shanghai heiraten.

Men verwacht dat in 2006 honderdvijftigduizend koppels in Shanghai zullen trouwen.

Das Leben beginnt, wenn man entscheidet, was man von ihm erwartet.

Het leven begint, wanneer je beslist wat je ervan verwacht.

Ich erwarte nichts von dir.

Ik verwacht niets van jou.

Wir erwarten viel von ihm.

We verwachten veel van hem.

Ich erwarte deine Hilfe.

Ik wacht op je hulp.

Ik verwacht jouw hulp.

Ich erwartete dich um elf Uhr.

Ik verwachtte je om 11 uur.

Wir erwarten dieses Jahr einen sehr kalten Winter.

We verwachten dit jaar een heel koude winter.

Wir haben mehr Geld ausgegeben als erwartet.

We hebben meer geld besteed dan verwacht.

Du kannst nicht erwarten, dass er die Geschichte kennt, da er sie noch nie gelesen hat.

Je kan niet verwachten dat hij het verhaal kent, aangezien hij het nog niet gelezen heeft.

Sie erwartet im Juni ein Baby.

Ze verwacht een kind in juni.

Sie erwartet ein Kind.

Ze verwacht een kind.

Du kannst nicht mehr als das erwarten.

Je kan niet meer dan dat verwachten.

Ich erwarte viel von ihm.

Ik verwacht veel van hem.

Es ist ganz anders, als ich es erwartete.

Het is helemaal anders dan ik verwacht had.

Ihn erwartete ein schreckliches Schicksal.

Er wachtte hem een vreselijk lot.

Es wird erwartet, dass er die Prüfung besteht.

Men verwacht dat hij slaagt voor de proef.

Men verwacht dat hij zal slagen voor het examen.

Ich erwarte einen Brief von ihr.

Ik verwacht een brief van haar.

Ich erwarte ein Kind.

Ik ben in verwachting.

Sie war besser, als ich erwartet hatte.

Ze was beter dan ik verwacht had.

Er hat wie erwartet den Preis gewonnen.

Zoals verwacht, won hij de prijs.

Ich erwarte, am Dienstag von dir zu hören.

Ik verwacht dinsdag van je te horen.

Morgen erwarten wir unbeständiges Wetter mit möglichen Niederschlägen.

Morgen verwachten we wisselvallig weer met een grote kans op neerslag.

Du kannst doch nicht ernsthaft erwarten, dass ich jetzt nach Hause gehe.

Je kunt toch echt niet van mij verwachten dat ik nu naar huis ga.

Alles lief besser als ich erwartet hatte.

Alles ging beter dan ik had verwacht.

Der Film war viel besser als erwartet.

De film was veel beter dan verwacht.

Er schaute um sich, als erwarte er jemanden.

Hij keek rond, alsof hij iemand verwachtte.

Wir erwarten Tom bald zurück.

We verwachten dat Tom spoedig terugkomt.

Was erwartet dich in New York?

Wat staat je te wachten in New York?

Dieses Jahr war die Weinlese ziemlich gut, die Winzer konnten nichts Besseres erwarten.

Dit jaar was de druivenoogst redelijk goed, de druiventelers konden niets beters verwachten.

Toms Reaktion war das Gegenteil von dem, was Maria erwartet hatte.

Toms reactie was het tegenovergestelde van wat Maria had verwacht.

Tom und Mary erwarten dich.

Tom en Maria wachten op je.

Er kann es nicht erwarten, da zu sein.

Hij kan niet wachten om er te zijn.

Ich erwarte keine Sonderbehandlung.

Ik verwacht geen speciale behandeling.

Ich kann es kaum erwarten, dich wiederzusehen.

Ik kan niet wachten om je weer te zien.

Wir hatten irgendwie erwartet, dass das geschehen würde.

We hadden ergens verwacht dat dat zou gebeuren.

Ich erwarte nichts von Ihnen.

Ik verwacht niets van u.

Tom ist einen Tag eher angekommen, als wir ihn erwartet hatten.

Tom is een dag eerder aangekomen dan we hadden verwacht.

Ach, ich kann das Wochenende nicht erwarten.

Ah, ik kan niet wachten op het weekend.

Ach, ich kann die Sommerferien nicht erwarten.

Ah, ik kan niet wachten op de zomervakantie.

Ich konnte es kaum erwarten, sie zu sehen.

Ik kon nauwelijks wachten om haar te zien.

Dank seines Rats waren wir früher fertig als erwartet.

Dankzij zijn advies waren we vroeger klaar dan verwacht.

Wie viel Leute erwarten Sie?

Hoeveel personen verwacht u?

Tom erwartet einen Telefonanruf.

Tom verwacht een telefoontje.

Ich hatte kein Geschenk erwartet.

Ik had geen cadeau verwacht.

Es wird Schnee erwartet.

Er wordt sneeuw verwacht.

Ich habe kein Geschenk erwartet.

Ik heb geen kado verwacht.

Ich erwartete niemand.

Ik verwachtte niemand.

Etwas anderes habe ich von dir auch nicht erwartet.

Ik had ook niets anders van je verwacht.

Mehr Menschen als erwartet waren bei dem Konzert.

Er waren meer mensen dan verwacht op het concert.

Synonyme

ah­nen:
verdenken
an­neh­men:
veronderstellen
blü­hen:
bloeien
den­ken:
denken
dro­hen:
bedreigen
glau­ben:
geloven
mei­nen:
denken
menen
mut­ma­ßen:
aannemen
inschatten
veronderstellen
rech­nen:
rekenen
ver­mu­ten:
vermoeden
vo­r­aus­set­zen:
vooropstellen
war­ten:
wachten
wit­tern:
ruiken

Sinnverwandte Wörter

be­kom­men:
krijgen
ver­lan­gen:
verlangen

Niederländische Beispielsätze

Zoals te verwachten was, zijn de prijzen van de ingevoerde waren gestegen.

Erwarten übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: erwarten. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: erwarten. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 215, 292, 535, 848, 1199, 362135, 369152, 444464, 451998, 499768, 592006, 647700, 703784, 851118, 868040, 947664, 1031540, 1218895, 1360209, 1387284, 1683951, 1695086, 1731412, 1766765, 1973388, 2150855, 2207711, 2448764, 2808539, 3031160, 3415613, 3477152, 3509616, 3967167, 3991989, 4488737, 4927271, 5547181, 5996470, 6034947, 6034949, 6218429, 6617842, 7161487, 7636994, 7911101, 8082738, 8115233, 8453374, 9231652, 10746155 & 5128787. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR