Was heißt »Ehemann« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Ehemann« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ihr Ehemann kam bei einem tragischen Autounfall ums Leben.: Haar man is in een tragisch auto-ongeval om het leven gekomen.
Er wird ein guter Ehemann werden.: Hij zal een goede echtgenoot zijn.
Sein Ehemann ist reich.: Zijn man is rijk.
Sie sagte, ihr Ehemann habe sie geschlagen, in Wirklichkeit war es aber umgekehrt.: Ze zei dat haar man haar sloeg maar eigenlijk was het andersom.
Ich weiß nicht, wann der Ehemann angerufen hat.: Ik weet niet wanneer de echtgenoot gebeld heeft.
Er wird ihr ein guter Ehemann sein.: Hij zal een goede echtgenoot voor haar zijn.
Er erwies sich als idealer Ehemann.: Hij toonde zich een ideale echtgenoot.
Tom ist mein Ehemann.: Tom is mijn man.

Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.
Ze haatte haar echtgenoot.
Mijn echtgenoot verdient honderdduizend dollar per jaar.
Wijlen haar echtgenoot was violist.
Zij zal voor altijd van haar echtgenoot houden.
Ik heb een echtgenoot.
Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.
Het doden van je echtgenoot is een manier om een huwelijk te beëindigen. Echter wordt het afgekeurd.
Hij is nu al een goede vent, dus hij zal in de toekomst ook een goede echtgenoot worden.
Waar is mijn echtgenoot?