Was heißt »Deutsch­land« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Fünf Tage, nachdem sie ihren Abschluss gemacht hatte, flog meine Tochter vom Flughafen Ōsaka aus nach Deutschland.

Vijf dagen na haar afstuderen, vloog mijn dochter vanaf de luchthaven Osaka naar Duitsland.

Deutschland ging ein Bündnis mit Italien ein.

Duitsland heeft een verbond met Italië gesloten.

Deutschland grenzt an Frankreich.

Duitsland grenst aan Frankrijk.

Wann bist du aus Deutschland zurückgekommen?

Wanneer ben je uit Duitsland weergekeerd?

Dieser Fotoapparat wurde in Deutschland hergestellt.

Dit fototoestel is geproduceerd in Duitsland.

Ich habe diese Bücher in Deutschland bestellt.

Ik heb deze boeken in Duitsland besteld.

Sie ist nach Deutschland gegangen, um Medizin zu studieren.

Ze ging naar Duitsland om medicijnen te studeren.

Wenn man die Schweiz bügeln würde, wäre sie größer als Deutschland.

Als je Zwitserland zou strijken, zou het groter zijn dan Duitsland.

Deutschland ist eine parlamentarische Republik.

Duitsland is een parlementaire republiek.

Der Rhein fließt zwischen Frankreich und Deutschland.

De Rijn stroomt tussen Frankrijk en Duitsland.

Ich verstehe nicht, warum Deutschland den Eurovision Song Contest gewonnen hat.

Ik snap niet waarom Duitsland het Eurovisiesongfestival gewonnen heeft.

Hamburg ist der größte Hafen in Deutschland und der drittgrößte Hafen in Europa.

Hamburg is de grootste haven van Duitsland en de derde grootste haven van Europa.

Deutschland grenzt an die Niederlande.

Duitsland grenst aan Nederland.

Heutzutage gibt es mehr Buddhisten in Deutschland als Menschen, die wissen wie man einen guten Schokoladenkuchen macht.

Er zijn tegenwoordig in Duitsland meer boeddhisten dan mensen die een goed chocoladegebak kunnen maken.

Der größte Zoo der Welt befindet sich in Berlin in Deutschland.

De grootste dierentuin van de wereld bevindt zich in Berlijn, Duitsland.

Deutschland ist ein kaltes Land.

Duitsland is een koud land.

In Deutschland spricht man Deutsch.

In Duitsland spreken ze Duits.

In Duitsland spreekt men Duits.

In Deutschland ist die italienische Mafia ein unterschätztes Problem.

De Italiaanse maffia is een onderschat probleem in Duitsland.

Das politische Schlagwort der »Finnlandisierung«, das in Deutschland geprägt wurde, bevor dort PISA-Studien und Humppa-Musik Finnland zu neuer Popularität verhalfen, ist normalerweise nicht positiv konnotiert.

De politieke slogan "Finlandisering", die in Duitsland werd bedacht alvorens PISA-studies en Humppa-muziek Finland opnieuw in de belangstelling brachten, heeft in het algemeen geen positieve connotatie.

Deutschland war einmal ein Verbündeter Italiens.

Duitsland was ooit een bondgenoot van Italië.

Deutschland wollte keinen Krieg mit den Vereinigten Staaten.

Duitsland wilde geen oorlog met de Verenigde Staten.

Deutschland grenzt an neun europäische Nachbarstaaten.

Duitsland grenst aan negen Europese buurlanden.

Küchenschaben sind in Deutschland so gut wie ausgestorben.

Kakkerlakken zijn zo goed als uitgestorven in Duitsland.

An Autobahnraststätten in Deutschland essen viele Leute Currywurst mit Pommes.

Bij tankstations langs autosnelwegen in Duitsland eten veel mensen curryworst met patat.

In Deutschland gibt es keinen allgemeinen Mindestlohn.

In Duitsland is er geen algemeen minimumloon.

Der Rhein bildet die Grenze zwischen Frankreich und Deutschland.

De Rijn vormt de grens tussen Frankrijk en Duitsland.

Deutschland ist mit seiner zentralen Lage, seinem gemäßigten Klima und seinem reichhaltigen kulturellen Angebot ein sehr beliebtes Urlaubsziel.

Duitsland is met zijn centrale ligging, gematigde klimaat en zijn rijke, culturele aanbod een zeer geliefde vakantiebestemming.

In Deutschland gibt es mehr als fünfzig Millionen Straßenfahrzeuge.

In Duitsland zijn er meer dan vijftig miljoen straatvoertuigen.

Deutschland liegt in Mitteleuropa.

Duitsland ligt in Midden-Europa.

Wie ist das Leben in Deutschland?

Hoe is het leven in Duitsland?

Mein Onkel wohnt in Deutschland.

Mijn oom woont in Duitsland.

Wurden ihre Kinder in Deutschland geboren?

Zijn haar kinderen in Duitsland geboren?

Deutschland vermaist!

Duitsland verzuipt in de mais!

Pfirsichbaeumchen ist aus Deutschland.

Pfirsichbaeumchen komt uit Duitsland.

Das Pfirsichbäumchen kommt aus Deutschland.

Het Perzikboompje komt uit Duitsland.

Ich besuchte sie in Deutschland.

Ik bezocht haar in Duitsland.

Ich habe sie in Deutschland besucht.

Ik heb haar in Duitsland bezocht.

Gibt es Strände in Deutschland?

Zijn er stranden in Duitsland?

Gibt es in Deutschland Überschwemmungen?

Zijn er overstromingen in Duitsland?

Deutschland hat beschlossen, keine Kernenergie mehr zu nutzen.

Duitsland heeft besloten geen nucleaire energie meer te gebruiken.

Er kommt aus Deutschland.

Hij komt uit Duitsland.

Sie ist nach Deutschland gezogen.

Ze is naar Duitsland verhuisd.

Sie zog nach Deutschland.

Zij verhuisde naar Duitsland.

Er zog nach Deutschland.

Hij verhuisde naar Duitsland.

Deutschland befindet sich mitten in Europa.

Duitsland ligt in het midden van Europa.

In Deutschland ist er eine Größe, in Amerika jedoch völlig unbekannt.

In Duitsland is hij een ster, maar in Amerika volledig onbekend.

Er ist in Deutschland aufgewachsen.

Hij is opgegroeid in Duitsland.

Deutsch wird nicht nur in Deutschland gesprochen.

Duits wordt niet alleen in Duitsland gesproken.

Wir lieben einander, aber ich lebe in den Vereinigten Staaten, und er lebt in Deutschland.

We houden van elkaar, maar ik woon in de Verenigde Staten en hij in Duitsland.

Er weiß alles über Deutschland.

Hij weet alles van Duitsland.

Hij weet alles over Duitsland.

Deutschland ist als das Land der Dichter und Denker bekannt.

Duitsland staat bekend als het land van dichters en denkers.

Ich bin aus Deutschland.

Ik ben uit Duitsland.

Ik kom uit Duitsland.

Wir sind aus Deutschland.

We zijn uit Duitsland.

Wir kommen aus Deutschland.

Wij komen uit Duitsland.

Prostitution ist legal in Deutschland.

Prostitutie is legaal in Duitsland.

Die zweitgrößte Esperantobibliothek der Welt befindet sich in Aalen, Deutschland.

De tweede grootste Esperantobibliotheek in de wereld is gevestigd in Aalen / Duitsland.

Deutschland hat zeitweise Grenzkontrollen an der Grenze zu Österreich eingeführt.

Duitsland heeft tijdelijk grenscontroles ingevoerd aan de grens met Oostenrijk.

Sie kommt aus Deutschland.

Zij komt uit Duitsland.

Ist es in Deutschland kalt?

Is het koud in Duitsland?

Deutschland befindet sich in der Mitte Europas.

Duitsland bevindt zich in het midden van Europa.

Deutschland hat zwei Hauptstädte.

Duitsland heeft twee hoofdsteden.

Tom zog nach Deutschland um.

Tom verhuisde naar Duitsland.

In Deutschland muss man für alles bezahlen, vielerorts sogar für die Nutzung öffentlicher Toiletten.

In Duitsland moet men voor alles betalen, op veel plekken zelfs voor het gebruik van openbare toiletten.

Ich habe viele Freunde in Deutschland.

Ik heb veel vrienden in Duitsland.

Der Rhein ist der größte Fluss in Deutschland.

De Rijn is de grootste rivier van Duitsland.

Ich fahre nach Deutschland.

Ik rij naar Duitsland.

Ich mag Deutschland.

Ik hou van Duitsland.

Deutschland besteht aus 16 Bundesländern.

Duitsland bestaat uit 16 deelstaten.

Wir haben in Deutschland immer mit Reiseschecks bezahlt.

We hebben in Duitsland altijd met reischeques betaald.

Es gibt nur sehr wenige Vegetarier in Deutschland: 1 % der Männer und 6 % der Frauen.

Er zijn bijzonder weinig vegetariërs in Duitsland: 1% van de mannen en 6% van de vrouwen.

Mit ungefähr 10 % hat Deutschland den höchsten Anteil an Vegetariern in Europa.

Met ongeveer 10% heeft Duitsland het hoogste percentage vegetariërs in Europa.

Deutschland ist schön.

Duitsland is mooi.

Ich wohne in Deutschland.

Ik woon in Duitsland.

Berlin ist in Deutschland.

Berlijn ligt in Duitsland.

Seine Eltern kamen aus Deutschland.

Zijn ouders kwamen uit Duitsland.

Wohnst du in Deutschland?

Woon je in Duitsland?

Ich wohne in Deutschland und ich arbeite in Luxemburg.

Ik woon in Duitsland en ik werk in Luxemburg.

Deutschland ist ein großes Land.

Duitsland is een groot land.

Gibt es Skorpione in Deutschland?

Zijn er schorpioenen in Duitsland?

Ich träume immer noch von Deutschland.

Ik droom nog steeds over Duitsland.

Sein Vaterland ist Deutschland.

Zijn vaderland is Duitsland.

Synonyme

Bun­des­re­pu­b­lik Deutsch­land:

Bondsrepubliek Duitsland

Hei­li­ges Rö­mi­sches Reich Deut­scher Na­ti­on:

Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie

Niederländische Beispielsätze

• Trier is de oudste stad van Duitsland.

• Berlijn is de hoofdstad van Duitsland.

• Hier is een grote kaart van Duitsland.

• Na het lezen van het verkiezingsprogramma van de Sociaal-Democratische Partij van Duitsland besloot Tom, die als gevolg van een aangeboren ziekte geen langetermijngeheugen heeft, dit jaar op deze partij te stemmen.

• Vindt u niet, dat in Duitsland alles rond het eten draait?

• Zoals u weet is Berlijn de hoofdstad van Duitsland.

• Wat is het grootste meer van Duitsland?

Übergeordnete Begriffe

Eu­ro­pa:

Europa

Eu­ro­pä­i­sche Uni­on:

Europese Unie

Land:

land

Mit­tel­eu­ro­pa:

Centraal-Europa

Midden-Europa

Staat:

staat

Untergeordnete Begriffe

Ba­den-Würt­tem­berg:

Baden-Wuerttemberg

Bay­ern:

Beieren

Ber­lin:

Berlijn

Bran­den­burg:

Brandenburg

Bun­des­re­pu­b­lik Deutsch­land:

Bondsrepubliek Duitsland

Deut­sche De­mo­kra­ti­sche Re­pu­b­lik:

Duitse Democratische Republiek

Ham­burg:

Hamburg

Hes­sen:

Hessen

Meck­len­burg-Vor­pom­mern:

Mecklenburg-Voorpommeren

Nie­der­sach­sen:

Nedersaksen

Rhein­land-Pfalz:

Rijnland-Palts

Saar­land:

Saarland

Sach­sen:

Saksen

Sach­sen-An­halt:

Saksen-Anhalt

Schles­wig-Hol­stein:

Sleeswijk-Holstein

Thü­rin­gen:

Thüringen