Was heißt »Buch« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Buch« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- boek (sächlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Dieses Buch ist ein neues Buch.
Dit boek is een nieuw boek.
Nimm ein Buch und lies es!
Pak een boek en lees het!
In ihrem Pantherfellsessel sitzend, las die junge Frau mit der roten Unterwäsche laut ein Buch mit dem Titel "Die schwarze Prinzessin".
Zittend in haar fauteuil van panterpels las de jonge vrouw in rood ondergoed voor uit een boek met de titel "De zwarte prinses".
Er verbrachte den Abend damit, ein Buch zu lesen.
Hij bracht de avond door met een boek te lezen.
Ich muss das Buch vor Samstag zurückgeben.
Ik moet het boek voor zaterdag terugbrengen.
Können Sie mir diese Bücher geben?
Kunt u mij die boeken geven?
Welches Buch ist besser?
Welk boek is beter?
Wer hat dieses Buch geschrieben?
Wie heeft dit boek geschreven?
Wie schreef dit boek?
Wo ist das Buch?
Waar is het boek?
Ich lese gerne Bücher.
Ik lees graag boeken.
Er liest ein Buch.
Hij leest een boek.
Ich habe mindestens zehn Bücher.
Ik heb ten minste tien boeken.
Diese Bücher sind neu.
Die boeken zijn nieuw.
Das sind meine Bücher.
Dat zijn mijn boeken.
Da es in Eile geschrieben wurde, wimmelt es in dem Buch vor Fehlern.
Omdat het in haast is geschreven, wemelt het in het boek van fouten.
Ich will dieses Buch lesen.
Ik wil dat boek lezen.
"Wer hat dieses Buch geschrieben?" "John."
"Wie heeft dit boek geschreven?" "John."
Er geht in die Bücherei, um Bücher zu lesen.
Hij gaat naar de bibliotheek om boeken te lezen.
Ich habe diese Bücher in Deutschland bestellt.
Ik heb deze boeken in Duitsland besteld.
Hast du dieses Buch schon gelesen?
Heb je dat boek al gelezen?
Ich habe seit heute Morgen drei Bücher gelesen.
Sinds vanochtend heb ik drie boeken gelezen.
Sinds vanmorgen heb ik drie boeken gelezen.
Sie hat die ganze Nacht das Buch gelesen.
Ze heeft de hele nacht dat boek gelezen.
Von allen Studenten hatte nur einer das Buch gelesen.
Van alle studenten had maar een het boek gelezen.
Ich habe diese Geschichte in einem Buch gelesen.
Ik heb dat verhaal in een of ander boek gelezen.
Ik heb dit verhaal in een boek gelezen.
Ich habe das Buch gestern bis Seite 80 gelesen.
Ik heb gisteren het boek gelezen tot pagina tachtig.
Er hat zu viele Bücher.
Hij heeft te veel boeken.
Ich will ein Buch.
Ik wil een boek.
Welches ist dein Buch?
Welk boek is van jou?
Er schreibt Bücher.
Hij schrijft boeken.
Du kannst dieses Buch lesen.
Je kan dit boek lezen.
Er besitzt höchstens fünf englische Bücher.
Hij heeft maximaal vijf Engelse boeken.
Man sagt, dass er das Buch geschrieben hat.
Men zegt dat hij dat boek geschreven heeft.
Das ist das beste Buch, das ich je gelesen habe.
Dat is nu het beste boek dat ik ooit gelezen heb.
Wessen Buch ist das?
Wiens boek is dit?
Bitte frage, ob sie dieses Buch in der Bibliothek haben.
Vraag alsjeblieft of zij dat boek in de bibliotheek hebben.
Darf ich dieses Buch ausleihen?
Mag ik dat boek lenen?
Lies möglichst viele Bücher.
Lees zo veel mogelijk boeken.
Ich trage ein Buch in meiner Hand.
Ik heb een boek in mijn hand.
Ich habe keine Zeit, Bücher zu lesen.
Ik heb geen tijd om boeken te lezen.
Auf diesen Bücherregalen gibt es nicht viele Bücher.
Op deze boekenrekken staan niet veel boeken.
Wie viele Bücher besitzt du?
Hoeveel boeken bezit je?
Er legte das Buch beiseite.
Hij legde het boek aan de kant.
Herr Braun trägt immer ein Buch mit sich herum.
Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich.
Ich besitze lediglich 10 Bücher.
Ik heb amper tien boeken.
Ich kann dir dieses Buch empfehlen.
Ik kan je dit boek aanbevelen.
Ich lese sehr gerne Bücher.
Ik lees heel graag boeken.
Er hat genauso viele Bücher wie sein Vater.
Hij heeft evenveel boeken als zijn vader.
Mein Vater hat viele Bücher.
Mijn vader heeft veel boeken.
Wie viele Bücher befinden sich auf dem Tisch?
Hoeveel boeken bevinden zich op de tafel?
Ich widme dieses Buch meiner Tochter.
Ik draag dit boek op aan mijn dochter.
Er hat ein Buch über China geschrieben.
Hij heeft een boek geschreven over China.
Klapp dein Buch zu.
Doe je boek dicht.
Lag auf dem Schreibtisch ein Buch?
Lag er een boek op de schrijftafel?
Er legte das Buch auf den Tisch.
Hij legde het boek op tafel.
Ist dies dein Buch?
Is dit jouw boek?
Er hat zwei Bücher geschrieben.
Hij heeft twee boeken geschreven.
Hij schreef twee boeken.
Ich fand das Buch interessant.
Ik vond het boek interessant.
Das ist ein Buch.
Dit is een boek.
Dat is een boek.
Ich habe dieses Buch nicht.
Ik heb dit boek niet.
Er will ein Buch zum Lesen.
Hij wil een boek om te lezen.
Wie viele Bücher hat er?
Hoeveel boeken heeft hij?
Wie viele Bücher liest du pro Monat?
Hoeveel boeken lees je per maand?
Hoeveel boeken leest ge per maand?
Ich lese ein Buch über Tiere.
Ik lees een boek over dieren.
Wo ist mein Buch?
Waar is mijn boek?
Er gab ihm ein Buch.
Hij gaf hem een boek.
Er gab ihr ein Buch.
Hij gaf haar een boek.
Ich werde dir dieses Buch geben.
Ik zal jou dit boek geven.
Du hast das Buch vielleicht schon gelesen.
Misschien heb je dat boek al gelezen.
Ist das Buch interessant?
Is dat boek interessant?
Ich habe keines der beiden Bücher gelesen.
Ik heb geen van beide boeken gelezen.
Gestern habe ich ein Buch gekauft.
Gisteren heb ik een boek gekocht.
Gisteren kocht ik een boek.
Sie hat mir einige Bücher gegeben.
Ze gaf me een paar boeken.
Ich habe zweitausend Yen für das Buch bezahlt.
Ik heb tweeduizend yen voor dat boek betaald.
Diesem Buch fehlen zwei Seiten.
Er ontbreken twee bladzijdes uit dit boek.
Ich habe die Bücher diesem Studenten gegeben.
Ik heb de boeken aan deze student gegeven.
Ich kann dir dieses Buch nicht leihen.
Ik kan je dit boek niet lenen.
Es lohnt sich, das Buch zu lesen.
Het loont dat boek te lezen.
Het loont de moeite het boek te lezen.
Dat boek is de moeite waard om te lezen.
Wie viele Bücher besitzt er?
Hoeveel boeken bezit hij?
Sie hat mehr Bücher.
Ze heeft meer boeken.
Dies ist mein Buch.
Dit is mijn boek.
Dieses Buch kostet 4 Dollar.
Dit boek kost 4 dollar
Hier sind unsere Bücher.
Hier zijn onze boeken.
Ich werde das Buch selbst behalten.
Ik zal dat boek zelf houden.
Ik ga het boek voor mezelf houden.
Dieses Buch ist ganz neu.
Dit boek is nagelnieuw.
Dit boek is splinternieuw.
Dit boek is gloednieuw.
Wir waren von seinem neuen Buch sehr beeindruckt.
We waren erg onder de indruk van zijn nieuw boek.
Ich habe ein paar Bücher.
Ik heb enkele boeken.
Sie haben wenige Bücher.
Ze hebben weinig boeken.
Das ist dein Buch.
Het is jouw boek.
Ihr habt viele Bücher.
Jullie hebben veel boeken.
Ich habe ein Buch.
Ik heb een boek.
Ken hat mehr Bücher als du.
Ken heeft meer boeken dan jij.
Hast du zwei Bücher?
Heb je twee boeken?
Sie nahm ihr Buch.
Ze nam haar boek.
Wie lange haben Sie gebraucht, um das Buch zu übersetzen?
Hoeveel tijd had je nodig om dat boek te vertalen?
Dieses Buch gehört der Bibliothek.
Dit boek behoort toe aan de bibliotheek.
Wem gehört das Buch?
Van wie is dat boek?
Wem gehören diese Bücher?
Van wie zijn die boeken?
Van wie zijn deze boeken?
Dieses Buch war sehr interessant.
Dit boek was zeer interessant.
Ich habe beide Bücher gelesen.
Ik heb beide boeken gelezen.
Dieses Buch ist echt alt!
Dit boek is echt oud!
Synonyme
Sinnverwandte Wörter
- Annalen:
- annalen
- Bestseller:
- bestseller
- Dossier:
- dossier
- Enzyklopädie:
- encyclopedie
- Inkunabel:
- incunabel
- Katalog:
- catalogus
- Lexikon:
- woordenboek
- Schrift:
- schrift
- Werk:
- werk
Antonyme
Niederländische Beispielsätze
Hij heeft een boek geschreven over porselein.
Dit boek verkocht goed in Japan.
Dit boek gaat over een koning die zijn kroon verliest.
Ik heb dit boek al uit.
Heeft u wel eens een boek geschreven?
Ik zal hem het boek morgen geven.
Ik zal haar het boek morgen geven.
Dit was Rodica's vijfde boek.
Ik heb nog niet genoeg materiaal verzameld om een boek te kunnen schrijven.
Ze bracht het boek terug naar de bibliotheek.
"Waar is haar boek?" "Het ligt op de tafel."
Heb je dit boek nodig?
Hij las verder in het boek.
Dat is haar boek.
Kate was gedwongen het boek te lezen.
Mijn oom heeft mij een boek gegeven.
Het boek gaat niet over taalkunde.
Wat is op dit ogenblik het meest gelezen boek ter wereld?
Waar zijn het boek en het potlood?
Het is het beste boek dat ik ooit gelezen heb.
Übergeordnete Begriffe
- Maß:
- maat
Untergeordnete Begriffe
- Bilderbuch:
- prentenboek
- Drehbuch:
- draaiboek
- Gästebuch:
- gastenboek
- Gesangbuch:
- liedbundel
- Handbuch:
- handboek
- Hörbuch:
- luisterboek
- Jahrbuch:
- jaarboek
- Kinderbuch:
- kinderboek
- Kochbuch:
- kookboek
- Rechtsbuch:
- rechtsboek
- Sparbuch:
- spaarbankboekje
- Strafgesetzbuch:
- strafwetboek
- Tagebuch:
- dagboek
- Taschenbuch:
- pocketboek
- Wörterbuch:
- woordenboek