Was heißt »las­sen« auf Niederländisch?

Das Verb »las­sen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • laten

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Aber im Ernst, die Episode 21 hat mich fast vor Lachen weinen lassen.

Maar even serieus, om aflevering 21 moest ik zowat huilen van het lachen.

Es kann sein, dass sie ihren Regenschirm im Bus liegen gelassen hat.

Het kan zijn dat ze haar paraplu in de bus gelaten heeft.

Ich habe mein Fahrrad reparieren lassen.

Ik heb mijn fiets laten repareren.

Du hast deinen Bleistift fallen lassen.

Je hebt je potlood laten vallen.

Ich muss mein Fahrrad reparieren lassen.

Ik moet mijn fiets laten repareren.

Er ließ das Seil los.

Hij liet het touw los.

Der Schmerz lässt jetzt langsam nach.

De pijn wordt nu langzaam minder.

Er hat sich die Haare kurz schneiden lassen.

Hij liet zijn haar kort knippen.

Schmecken Sie es mit Salz und Pfeffer ab und lassen Sie es unter gelegentlichem Umrühren circa 10 Minuten kochen.

Breng op smaak met zout en peper en laat ongeveer 10 minuten koken, af en toe roeren.

Ich habe meinen Computer reparieren lassen.

Ik heb mijn computer laten repareren.

Drachen steigen lassen kann gefährlich sein.

Een vlieger oplaten kan gevaarlijk zijn.

Ich habe deinen Regenschirm im Bus liegen lassen.

Ik heb je paraplu in de bus gelaten.

Man kann Wasser trinken, man kann es aber auch lassen.

Je kunt water drinken, maar dat kun je ook laten.

Water kun je drinken, maar je kunt het ook laten lopen.

Wenn du 30€ in deiner Schublade findest, dann liegt das daran, dass ich zu viele Geldscheine hatte und sie deswegen bei dir gelassen habe.

Als je €30 in je la vindt, dan komt dat doordat ik te veel bankbiljetten had en ze daarom bij jou gelaten heb.

Er ließ niemanden sich in seine Privatangelegenheiten einmischen.

Hij liet niemand zich met zijn privézaken bemoeien.

Er wurde von seinen Freunden im Stich gelassen.

Hij was door zijn vrienden in de steek gelaten.

Ich lasse niemanden im Stich.

Ik laat niemand in de steek.

Er hat die alte Maschine reparieren lassen.

Hij liet de oude machine repareren.

Ich habe dir dein Abendessen im Ofen gelassen.

Ik heb je avondeten voor je in de oven laten staan.

Der Chef hat uns von morgens bis abends arbeiten lassen.

Onze baas deed ons werken van 's morgens tot 's avonds.

Ich machte einen Schritt zu Seite, um ihn eintreten zu lassen.

Ik deed een stap opzij om hem naar binnen te laten gaan.

Ich bin mich impfen lassen gegangen.

Ik ben me wezen laten inenten.

Er ließ mich eine Stunde lang warten.

Hij heeft mij een uur laten wachten.

Geh zum Barbier und lass dir die Haare schneiden.

Ga naar de kapper en laat je haar snijden.

Sie hat ihren Sohn allein im Auto gelassen.

Zij heeft haar zoon alleen in de auto achtergelaten.

Wo kann ich meine Uhr reparieren lassen?

Waar kan men mijn horloge herstellen?

Waar kan ik mijn horloge laten repareren?

Mein Computer ist kaputt und ich muss ihn reparieren lassen.

Mijn computer is kapot en ik moet hem laten repareren.

Blei lässt sich einfach biegen.

Lood is makkelijk buigbaar.

Wie findest du diese Fotos? Ich habe sie heute entwickeln lassen.

Wat vindt je van deze foto's? Ik heb ze vandaag laten ontwikkelen.

Ob du deinen Bart vier oder sieben Jahre lang wachsen lässt, unter dem Messer des Barbiers fällt er in der gleichen Zeit.

Of ge uw baard vier of zeven jaar laat groeien, onder het mes van de barbier valt hij in evenveel tijd.

Of je nu je baard vier of zeven jaar laat groeien, onder het mes van de kapper valt hij in dezelfde tijd.

Er hat die letzte Seite frei gelassen.

Hij heeft de laatste bladzijde leeg gelaten.

Warum lässt du dein Motorrad nicht reparieren?

Waarom laat ge uw moto niet herstellen?

Ein Freund von mir ist letztens auf einem Spielzeugauto ausgerutscht, das sein Sohn auf der Treppe hatte liegen lassen, und hat sich dabei den großen Zeh gebrochen.

Een vriend van mij is laatst uitgegleden over een autootje dat zijn zoon had laten slingeren op de trap en heeft toen zijn grote teen gebroken.

Ich muss jemanden kommen lassen, um meinen Fernseher zu reparieren.

Om mijn tv te repareren, moet ik iemand laten komen.

Habt ihr die Tür offen gelassen?

Heeft u de deur open gelaten?

Ich habe letzten Monat meinen Führerschein erneuern lassen.

Afgelopen maand heb ik mijn rijbewijs verlengd.

Er ließ mich absichtlich warten.

Hij liet me expres wachten.

Der Lehrer ließ den Jungen nach Hause gehen.

De leerkracht liet de jongen naar huis gaan.

Ich lasse dieses Radio morgen reparieren.

Ik laat deze radio morgen herstellen.

Mein Gedächtnis lässt mich im Stich.

Mijn geheugen laat me in de steek.

Brian ließ Kate warten.

Brian liet Kate wachten.

Es tut mir leid, dass ich Sie so lange warten ließ.

Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.

Sie haben mich gehen lassen.

Ze lieten mij gaan.

Das Tor wurde offen gelassen.

De deur werd opengelaten.

Ich habe die Tür offen gelassen.

Ik liet de deur open.

"Ich habe es schrecklich eilig ... aus Gründen, die ich nicht erklären kann", antwortete Dima der Frau. "Bitte lassen Sie mich einfach diesen Anzug hier anprobieren."

"Ik heb verschrikkelijke haast... om redenen die ik niet kan noemen," antwoordde Dima de vrouw. "Laat me alstublieft gewoon dat pak daar passen."

Wo hast du deine Kamera reparieren lassen?

Waar heb je je camera laten repareren?

Wo haben Sie Ihre Kamera reparieren lassen?

Waar hebt u uw camera laten herstellen?

Kannst du es reparieren lassen?

Kunt ge het laten herstellen?

Sie ließ ihn ihr Baby nicht anfassen.

Ze liet hem haar baby niet aanraken.

Dieses Ergebnis lässt viel zu wünschen übrig.

Dit resultaat laat veel te wensen over.

Los, lass uns gehen!

Vooruit, laten we vertrekken!

Kom, laten we gaan.

Er ließ seine Bücher auf die Erde fallen.

Hij liet zijn boeken op de grond vallen.

Er ließ die Anchovis fallen.

Hij liet de ansjovissen vallen.

Ich werde ihn kommen lassen.

Ik zal hem doen komen.

Leben und leben lassen.

Leven en laten leven.

Wie lange müssen wir das im Ofen lassen?

Hoelang moeten we het in de oven laten?

Er lässt sich einmal im Monat die Haare schneiden.

Hij laat zijn haar eens per maand knippen.

Ich muss es reparieren lassen.

Ik moet het repareren.

Hau ab und lass mich in Ruhe!

Ga weg en laat me met rust!

Du lässt dich leicht ablenken.

Je raakt snel afgeleid.

Das Mädchen ließ den Vogel entkommen.

Het meisje liet de vogel ontsnappen.

Die kleinen Diebe hängt man, die großen lässt man laufen.

Kleine dieven hangt men op, de grote laat men lopen.

Ich lasse diese Schuhe morgen reparieren.

Morgen laat ik deze schoenen herstellen.

Verdammt noch mal, wie oft soll ich dir noch sagen, dass du die Finger davon lassen sollst?!

Potverdikkeme nog aan toe! Hoe vaak moet ik je nou nog zeggen dat je daarvan af moet blijven?

Das Gedächtnis lässt mich oft im Stich.

Mijn geheugen laat me vaak in de steek.

Nimm es gelassen.

Rustig.

Er ließ eine Vase fallen.

Hij liet een vaas vallen.

Wo habe ich meinen Autoschlüssel gelassen?

Waar heb ik mijn autosleutel gelaten?

Dieser Buchladen hat etwas an sich, das die Leute wiederkommen lässt.

Deze boekwinkel heeft iets waardoor mensen terugkomen.

Tom lässt Mary nach 22 Uhr nicht fernsehen.

Tom laat Maria geen tv-kijken na tien uur 's avonds.

Ich weiß jetzt nicht, wo ich es gelassen habe, aber ich weiß sicher, dass ich es noch heute in meinen Händen hatte.

Ik weet zo één, twee, drie niet waar ik het heb gelaten, maar ik weet zeker dat ik het vandaag nog in mijn handen heb gehad.

Sie schaffte es, sich zur Bürgermeisterin wählen zu lassen.

Ze slaagde erin tot burgemeesteres verkozen te worden.

Er ließ den Motor laufen.

Hij liet de motor aanstaan.

Wie kannst du nur so gelassen sein?

Hoe kun je zo kalm zijn?

Ich hätte fast die Teller fallen lassen.

Ik liet de borden bijna vallen.

Ik heb bijna de borden laten vallen.

Wer ließ mich rufen?

Wie heeft me laten roepen?

Ich muss meinen Computer reparieren lassen.

Ik moet mijn computer laten herstellen.

Ich ließ das Fenster über Nacht offen.

Ik heb de hele nacht het raam opengelaten.

Ich werde sie mein Auto reparieren lassen.

Ik laat hen mijn auto repareren.

Sie hätte sich nie träumen lassen, dass sie ihm in einem fremden Land begegnen würde.

Ze had er nooit van gedroomd hem in een vreemd land te ontmoeten.

Deine Fehler lassen mich dich noch mehr lieben.

Je fouten maken dat ik nog meer van je hou.

Dieses Phänomen lässt sich ganz leicht erklären.

Dit verschijnsel is erg makkelijk te verklaren.

Ich lasse dich von meiner Schwester am Bahnhof abholen.

Ik zal mijn zus je laten oppikken aan het station.

Auf diesen Unfug lasse ich mich wirklich nur ein, weil wir so lange befreundet sind!

Eigenlijk doe ik alleen maar aan deze onzin mee omdat we al zo lang vrienden zijn!

Tom ließ sich mit dem Fuji im Hintergrund fotografieren.

Tom liet zich fotograferen met de berg Fuji op de achtergrond.

Wir können unsere Zelte nicht da am Strand lassen, wo sie jetzt sind. Sonst stehen sie, wenn die Flut kommt, unter Wasser.

We kunnen onze tenten niet op het strand laten waar ze nu staan. Als we dat doen, zullen ze bij vloed onder water komen te staan.

Wir können Tom nicht so spät nachts Klavier üben lassen.

We kunnen Tom niet zo laat in de nacht op de piano laten oefenen.

Er hat seinen Schnuller fallen lassen.

Hij heeft zijn speentje laten vallen.

Wir lassen Sie das Ergebnis in einer Woche wissen.

We zullen u het resultaat laten weten over een week.

Kannst du vielleicht mal jemand anderen was sagen lassen?

Kun je misschien eens iemand anders aan het woord laten?

Ich ließ ihn den Boden fegen.

Ik liet hem de vloer vegen.

Ich habe meinen Sohn die Tür reparieren lassen.

Ik liet mijn zoon de deur repareren.

Sie versucht nun zu rechtfertigen, was sich nicht rechtfertigen lässt.

Ze probeert nu te rechtvaardigen wat niet te rechtvaardigen is.

Ich ließ das Seil los.

Ik liet het touw los.

Wenn es in Ordnung ist, dann lass uns bis ans andere Ufer schwimmen!

Als dit in orde is, laat ons dan tot aan de oever aan de overkant zwemmen!

Sie schimpfte ihn aus, weil er die Tür hat offen stehen lassen.

Ze gaf hem een standje omdat hij de deur had opengelaten.

Tu, was du nicht lassen kannst!

Doe wat je niet laten kan.

Sie hat ihre Kinder im Stich gelassen.

Ze heeft haar kinderen in de steek gelaten.

Ich kann dich das nicht tun lassen.

Ik kan niet toestaan dat jij dat doet.

Synonyme

au­to­ri­sie­ren:
autoriseren
machtigen
toelaten
volmachtigen
brin­gen:
brengen
er­lau­ben:
toestaan
veroorloven
ge­ben:
geven
verstrekken
ge­wäh­ren:
toestaan
verlenen
hin­stel­len:
neerzetten
plaatsen
li­zen­zie­ren:
licentiëren
par­ken:
parkeren

Sinnverwandte Wörter

ak­zep­tie­ren:
aanvaarden
aksepteren
Auf­trag:
opdracht
Be­fehl:
bevel
commando
order
be­feh­len:
bevelen
gelasten
bil­li­gen:
billijken
goedkeuren
toestemming geven
dul­den:
dulden
ge­neh­mi­gen:
goedvinden
inwilligen
toelaten
hei­ßen:
betekenen
heten
mög­lich:
mogelijk
sa­gen:
spreken
zeggen
to­le­rie­ren:
gedogen
tolereren

Antonyme

hin­dern:
belemmeren
ver­hin­dern:
verhinderen

Niederländische Beispielsätze

  • Nou, laten we gaan.

  • Je moet je ogen laten controleren.

  • De bus stopte om passagiers in te laten stappen.

  • Het is niet mogelijk hem de nieuwe theorie te laten begrijpen.

  • Misschien kun je me een keer laten zien hoe je dat doet.

  • De gang moet breed genoeg zijn om een rolstoel door te laten.

  • Ik zei haar het touw niet los te laten, maar dat deed ze wel.

  • Je kan me niets laten doen dat ik niet wil doen.

  • Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?

  • Sommige geuren kunnen gemakkelijk jeugdherinneringen laten opduiken.

  • Hij beval hen om de gevangenen vrij te laten.

  • Ik ben erin geslaagd de leraar mijn idee te laten verstaan.

  • Je moet je haar eens laten knippen.

  • Ik heb mijn paraplu in een bus laten liggen.

  • Ik moet mijn haar binnenkort laten knippen.

  • Wat zou je doen als je, laten we zeggen, tienduizend dollar had?

  • Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.

  • Kunt u me deze foto's laten zien, alstublieft?

  • Ieder van ons is als de maan: we hebben allemaal een donkere kant, die we nooit laten zien.

  • Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.

Untergeordnete Begriffe

ent­las­sen:
ontheffen
hin­ter­las­sen:
achterlaten
sich:
zich
über­las­sen:
overlaten
ver­las­sen:
verlaten
weggaan

Lassen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: lassen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: lassen. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 256, 349859, 350676, 357194, 359544, 361379, 362232, 366481, 367041, 370115, 373116, 380707, 385348, 389242, 398566, 398584, 398585, 403836, 404728, 413760, 424776, 425041, 425611, 437848, 443626, 479786, 480336, 541828, 541946, 582694, 602984, 604744, 623757, 624569, 626754, 631150, 642925, 646815, 665674, 690597, 697333, 701036, 721098, 747030, 751621, 784453, 786590, 786592, 787683, 797680, 827011, 931986, 933500, 941565, 978174, 1008443, 1059094, 1167984, 1180759, 1218742, 1220441, 1221105, 1226607, 1248009, 1255503, 1295622, 1313826, 1314834, 1341032, 1434889, 1455802, 1456787, 1482133, 1524872, 1538137, 1543014, 1628183, 1634683, 1739846, 1802410, 1813647, 1821741, 1847643, 1865337, 1870597, 1950244, 1965943, 1966051, 1990896, 1994094, 1995663, 2140518, 2144776, 2147709, 2150833, 2156836, 2162730, 2175211, 2199486, 2201383, 1473340, 1478456, 1480426, 1541623, 944454, 847515, 821388, 764586, 763450, 718716, 712262, 679308, 422340, 413314, 412119, 409388, 397253, 394620, 393506 & 379425. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR