Was heißt »Auf­trag« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Ohne ihre Hilfe könnte ich meinen Auftrag nicht beenden.

Zonder haar hulp kon ik mijn opdracht niet volbrengen.

Zonder haar hulp kon ik mijn taak niet afmaken.

Wann wirst du deinen Auftrag beenden?

Wanneer zul je je opdracht afmaken?

Einigen wir uns so: wenn Sie den Auftrag von der Müller & Söhne GmbH an Land ziehen, dann bekommen Sie den Kredit. Ich werde mich persönlich dafür einsetzen. Sollten Sie den Zuschlag allerdings nicht erhalten, dann tut’s mir leid.

Laten we dit afspreken: als u de opdracht van Müller & Söhne GmbH binnenhaalt, krijgt u de lening. Ik zal me er persoonlijk voor inzetten. Maar als u het contract niet krijgt, dan spijt het me.

Synonyme

An­wei­sung:

aanwijzing

toewijzing

Ar­beit:

arbeid

werk

Be­fehl:

bevel

commando

order

Ein­satz:

parool

wachtwoord

Niederländische Beispielsätze

• "Wie zal het Tom vertellen?" - "De keuze viel op John." - "Ik benijd hem niet om die opdracht."

• Er werd hem een belangrijke opdracht toevertrouwd.

Untergeordnete Begriffe

Dau­er­auf­trag:

domiciliëring