Was heißt »Zeitung« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Zeitung« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- dagblad
- krant
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Bevor du dich versiehst, wirst du in der Zeitung sein.
Voor je het doorhebt, sta je in de krant.
Der Laden verkauft Zeitungen und Zeitschriften.
De winkel verkoopt kranten en tijdschriften.
Er liest jeden Morgen die Zeitung.
Iedere morgen leest hij de krant.
Er arbeitet für eine große Zeitung, deren Auflage sehr hoch ist.
Hij arbeidt voor een grote krant, waarvan de druk heel groot is.
Diese Zeitung ist kostenlos.
Deze krant is gratis.
Hast du japanische Zeitungen?
Hebt ge Japanse dagbladen?
Haben Sie schon die Zeitung von heute gelesen?
Heeft u de krant van vandaag al gelezen?
Habt ihr schon die Zeitung von heute gelesen?
Hebben jullie de krant van vandaag al gelezen?
Laut dieser Zeitung hat es in Mexiko ein Erdbeben gegeben.
Volgens deze krant was er een aardbeving in Mexico.
Wo ist die Zeitung?
Waar is de krant?
Das ist eine kostenlose Zeitung.
Dit is een gratis krant.
Der Zeitungsjunge liefert die Zeitung bei jedem Wetter.
De krantenjongen bezorgt de krant met elk weer.
Er stellt Zeitungen zu.
Hij brengt kranten.
Er liest gern Zeitungen.
Hij leest graag kranten.
Laut Zeitung gab es heute Nacht ein großes Feuer.
Volgens de krant was er gisteren een grote brand.
Diese Zeitung hat eine hohe Auflage.
Deze krant heeft een hoge oplage.
Diese Zeitung hat viele Abonnenten.
Deze krant heeft veel abonnees.
Ich habe in der Zeitung gelesen, dass er umgebracht wurde.
Ik las in de krant dat hij vermoord werd.
Den Zeitungen zufolge hat der Mann endlich gestanden.
Volgens de kranten heeft de man eindelijk toegegeven.
Ich lese gerade die Zeitung.
Ik ben de krant aan het lezen.
Hast du die Zeitung von heute gelesen?
Heb je de krant van vandaag gelezen?
Mein Name erschien in allen Zeitungen unseres Landes.
Mijn naam verscheen in alle kranten van ons land.
Die Zeitung ist gratis.
De krant is gratis.
Die Zeitung ist von gestern.
De krant is van gisteren.
Sie liest jeden Morgen die Zeitung.
Iedere morgen leest ze de krant.
Ze leest elke morgen de krant.
Welche Zeitung liest du?
Welke krant lees jij?
Welche Zeitung lesen Sie?
Welke krant leest u?
Welche Zeitung liest du meistens?
Welke krant lees je meestal?
Hast du schon die heutige Zeitung gelesen?
Heb je de krant van vandaag al gelezen?
Welche Zeitung nehmen Sie?
Welke krant neemt u?
Hast du Zeit, des Morgens die Zeitung zu lesen?
Heb je 's ochtends tijd om de krant te lezen?
Der Journalist arbeitet für die Zeitung.
De journalist werkt voor de krant.
Der Junge hat eine Zeitung.
De jongen heeft een krant.
Dieser verleumderische Artikel ist noch immer auf der Website der erwähnten Zeitung zu lesen.
Dat lasterlijke artikel staat nu nog te lezen op de webstek van het vermelde dagblad.
Ihr Vater war Redakteur bei einer deutschen Zeitung in Lettland.
Haar vader was de redacteur van een Duitse krant in Letland.
Die Zeitung veröffentlichte ein Profil ihres neuen Redakteurs.
De krant publiceerde een biografie over haar nieuwe redacteur.
Tom liest noch nicht einmal Zeitung.
Tom leest de krant niet eens.
Die Zeitung begann Leser zu verlieren, als sie auf einen ihrer populärsten Autoren verzichtete.
De krant begon lezers te verliezen toen hij afstand deed van een van zijn meest populaire auteurs.
De krant begon lezers te verliezen toen ze afstand deed van een van haar meest populaire auteurs.
Tom las im Schlafanzug Zeitung.
Tom zat in zijn pyjama een krant te lezen.
Könnte ich wohl eine japanische Zeitung bekommen?
Kan ik een Japanse krant krijgen, alstublieft?
Ich suche die Sonntagsbeilage dieser Zeitung.
Ik zoek de zondagsbijlage van die krant.
Tom kaufte eine Zeitung und las sie auf dem Weg zur Arbeit im Zug.
Tom heeft een krant gekocht en las hem op weg naar het werk in de trein.
Sie dürfen nicht alles glauben, was Sie in den Zeitungen lesen.
U moet niet alles geloven wat u in de kranten leest.
Haltet am Kiosk an, um die Zeitung zu kaufen.
Stop bij de kiosk om een krant te kopen.
Wenn du Bestechungsgelder zahlst, werden die Zeitungen dich angreifen.
Als je steekpenningen betaalt, zullen de kranten je aanvallen.
Als je smeergeld betaalt, zullen de kranten je aanvallen.
Ich mag heute nicht die Zeitung lesen.
Ik heb geen zin om vandaag de krant te lezen.
Es steht nichts Interessantes in der Zeitung.
Er staat niets interessants in de krant.
Ich lese Zeitung, während ich esse.
Ik lees de krant, terwijl ik eet.
Wo liegen die Zeitungen?
Waar liggen de kranten?
Haben Sie den Leitartikel in der Zeitung heute gelesen?
Heb je het hoofdartikel in de krant vandaag gelezen?
Die Zeitungen kommen in die Papiertonne, nicht in den Restmüll.
Kranten gaan in de papierbak en niet bij het restafval.
Was ist die beliebteste Zeitung in Ihrem Land?
Wat is de populairste krant in uw land?
Synonyme
- Botschaft:
- boodschap
- Heft:
- schrift
- Kunde:
- klant
- Nachricht:
- boodschap
Antonyme
- Jahrbuch:
- jaarboek
Niederländische Beispielsätze
Waar is mijn krant?
?Geen goed nieuws in de krant van vandaag?” „Neen, niets bijzonders.”
Grootmoeder zit in de schommelstoel en leest de plaatselijke krant.
Untergeordnete Begriffe
- Schülerzeitung:
- schoolkrant