Was heißt »Stadt« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Stadt« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- stad (weiblich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Paris ist die schönste Stadt der Welt.
Parijs is de mooiste stad van de wereld.
Japan ist voll von wunderschönen Städten. Kyoto und Nara zum Beispiel.
Japan heeft veel mooie steden, zoals Kyoto en Nara.
Das ist die Stadt, von der ich dir erzählt habe.
Dit is de stad waarover ik je verteld heb.
Florenz ist die schönste Stadt Italiens.
Florence is de mooiste stad van Italië.
In den Städten ist die Geschwindigkeit auf 50 km/h beschränkt.
In steden is de snelheid beperkt to 50 kilometer per uur.
Ich werde dir die Stadt zeigen.
Ik zal je de stad laten zien.
London ist eine der größten Städte auf der Welt.
Londen is een van de grootste steden van de wereld.
Rom ist eine alte Stadt.
Rome is een oude stad.
Ich gehe in die Stadt.
Ik ga naar de stad.
In der Stadt gibt es einen sehr alten Tempel.
Er is een erg oude tempel in de stad.
Kobe ist die Stadt, in der ich geboren wurde.
Kobe is de stad waarin ik ben geboren.
New York ist die größte Stadt der Welt.
New York is de grootste stad van de wereld.
New York is de grootste stad ter wereld.
Er lebt in einer kleinen Stadt bei Osaka.
Hij woont in een stadje vlak bij Osaka.
Wie viele Einwohner hat diese Stadt?
Hoeveel inwoners heeft deze stad?
Welche Stadt ist die Hauptstadt der USA, Washington oder New York?
Welke is de hoofdstad van de Verenigde Staten van Amerika, Washington of New York?
New York ist eine große Stadt.
New York is een grote stad.
Die Stadt ist völlig verwüstet.
De stad is volledig verwoest.
Unsere Schule liegt im Süden der Stadt.
Onze school bevindt zich in het zuiden van de stad.
Yokohama ist eine der größten Städte in Japan.
Yokohama is een van de grootste steden in Japan.
Kennst du die Stadt, wo er lebt?
Ken jij de stad waar hij woont?
Ich besichtige nicht gerne große Städte.
Ik bezoek niet graag grote steden.
Ich wohne in einer großen Stadt.
Ik woon in een grote stad.
Die ganze Stadt lag im Dunkeln.
De hele stad lag in het donker.
Auckland ist eine Stadt in Neuseeland.
Auckland is een stad in Nieuw-Zeeland.
Dieses Kraftwerk allein versorgt mehrere Städte mit Elektrizität.
Deze elektriciteitscentrale voorziet op haar eentje meerdere steden van elektriciteit.
Wohnst du in der Stadt?
Woon je in de stad?
Wir finden, dass Venedig eine faszinierende Stadt ist.
Wij vinden Venetië een fascinerende stad.
Die gesamte Stadt war ohne Strom.
Heel de stad zat zonder elektriciteit.
Heel de stad zat zonder stroom.
Die Bevölkerung dieser Stadt wächst.
De bevolking van deze stad neemt toe.
Was ist der Unterschied zwischen einem Dorf und einer Stadt?
Welk verschil is er tussen een dorp en een stad?
Wat is het verschil tussen een dorp en een stad?
In der Stadt gibt es viele breite Straßen.
In de stad zijn er veel brede straten.
Trier ist die älteste Stadt Deutschlands.
Trier is de oudste stad van Duitsland.
Niemand weiß, warum er die Stadt verließ.
Niemand weet waarom hij de stad verlaten heeft.
Ich hatte von Anfang an nicht die Absicht, in einer großen Stadt zu wohnen.
Ik was van in het begin al niet van plan om in een grote stad te wonen.
Die Stadt liegt westlich von London.
De stad ligt ten westen van Londen.
Ich würde diese Stadt gerne verlassen und nie mehr wiederkommen.
Ik zou graag deze stad verlaten en nooit meer terugkeren.
Paris ist eine der größten Städte der Welt.
Parijs is een van de grootste steden van de wereld.
Vor zwölf, fünfzehn Jahren wohnte in der Stadt in einem Privathaus in der Hauptstrasse der Beamte Gromov, ein rechtschaffener und reicher Mann.
Een jaar of twaalf, vijftien geleden woonde in de stad, in een particulier huis aan de hoofdstraat, ambtenaar Gromov, een betrouwbaar en vermogend man.
Keine Stadt in Europa ist so dicht bevölkert wie Tokio.
Geen stad in Europa is zo dichtbevolkt als Tokio.
Meine Stadt hat ein Schloss.
Mijn stad heeft een kasteel.
Einmal lebte ein reicher Mann in dieser Stadt.
Eens leefde er een rijke man in deze stad.
Neapel ist eine pittoreske Stadt.
Napels is een pittoreske stad.
Unsere Städte schaffen ernsthafte Verschmutzungsprobleme.
Onze steden zorgen voor ernstige vervuilingsproblemen.
Die Stadt wurde von ihren Bewohnern verlassen.
De stad was verlaten door haar inwoners.
De stad was verlaten door z'n inwoners.
De stad was door haar inwoners verlaten.
Nara ist eine sehr alte Stadt.
Nara is een heel oude stad.
Yokohama ist die zweitgrößte Stadt Japans.
Yokohama is de op één na grootste stad van Japan.
Sie wohnen in dieser Stadt.
Ze wonen in deze stad.
In der niederländischen Stadt Maastricht soll es 53 Kirchen geben; einige davon werden schon als Läden, Cafés oder Museen genutzt.
In de Nederlandse stad Maastricht zouden er 53 kerken moeten zijn; enkelen daarvan worden inmiddels als winkel, café of museum gebruikt.
Es ist die drittgrößte Stadt Serbiens.
Het is de derde grootste stad van Servië.
Das Dorf ist mit unserer Stadt durch eine Brücke verbunden.
Het dorp is met onze stad verbonden door een brug.
Ich ging in die Stadt um ein gutes Restaurant zu suchen.
Ik ging de stad in, op zoek naar een goed restaurant.
Ik ging de stad in om een goed restaurant te zoeken.
Die Stadt hat etwa 100.000 Einwohner.
De stad heeft ongeveer 100.000 inwoners.
De stad telt ongeveer 100.000 inwoners.
Dem Verdächtigen wurde auferlegt, nicht die Stadt zu verlassen.
De verdachte werd opgelegd de stad niet te verlaten.
Die ganze Stadt war unter Wasser.
De hele stad stond onder water.
Sein Sohn verlief sich in der Stadt.
Zijn zoon was verdwaald in de stad.
Die Stadt schlief.
De stad lag te slapen.
In der Stadt gibt es viele Touristen.
Er zijn veel toeristen in de stad.
Tokio ist die teuerste Stadt der Welt.
Tokio is de duurste stad van de wereld.
Arbeitet sie in dieser Stadt?
Werkt zij in deze stad?
Ich lebe in einer Stadt.
Ik woon in een stad.
Mein Haus liegt nördlich der Stadt.
Mijn huis is ten noorden van de stad.
Ich habe die Stadt auf der Karte gefunden.
Ik heb de stad op de kaart gevonden.
Die Stadt ist voll von Touristen.
De stad is vol toeristen.
Die Stadt liegt 1500 Meter über dem Meeresspiegel.
De stad ligt duizend vijfhonderd meter boven de zeespiegel.
Wladiwostok ist eine russländische Stadt.
Vladivostok is een Russische stad.
Vulkanasche überdeckte die Stadt.
Vulkanische as overdekte de stad.
Aurich ist nach Emden die zweitgrößte Stadt von Ostfriesland.
Aurich is na Emden de tweede grootste stad in Oost-Friesland.
Ich wohne in der Stadt.
Ik woon in de stad.
Gefällt dir die Stadt?
Bevalt de stad je?
Berlin ist eine deutsche Stadt.
Berlijn is een Duitse stad.
Er musste die Stadt verlassen und zog nach Berlin.
Hij moest de stad verlaten en verhuisde naar Berlijn.
Steht deine Schule in dieser Stadt?
Staat je school in deze stad?
Barcelona ist die Hauptstadt von Katalonien und die zweitgrößte Stadt in Spanien.
Barcelona is de hoofdstad van Catalonië en de op één na grootste stad van Spanje.
Es gibt viele Brücken in dieser Stadt.
Er zijn veel bruggen in deze stad.
Das ist das größte Hotel in dieser Stadt.
Dit is het grootste hotel in deze stad.
Die Hauptstadt Mexikos ist die größte Stadt Lateinamerikas.
De hoofdstad van Mexico is de grootste stad van Latijns-Amerika.
In meiner „Agenda für urbane Mobilität“, die ich im morgen einem Kongress des Weltverbandes der Städte vorlegen werde, spreche ich einige der erforderlichen Maßnahmen an.
In mijn "Agenda voor stedelijke mobiliteit", die ik morgen zal presenteren op een congres van de Wereldvereniging van Steden, zal ik een aantal van de noodzakelijke maatregelen aan de orde stellen.
London ist eine der größten Städte der Welt.
Londen is een van de grootste steden ter wereld.
Tom kennt nicht den Unterschied zwischen einer Stadt und einem Dorf.
Tom kent het verschil tussen een stad en een dorp niet.
Gestern habe ich ihn durch die Stadt gehen sehen.
Gisteren zag ik hem door de stad gaan.
Rom ist eine italienische Stadt.
Rome is een Italiaanse stad.
Hamburg ist eine deutsche Stadt.
Hamburg is een Duitse stad.
Aachen ist eine kreisfreie Stadt.
Aken is een stadsdistrict.
Nimwegen ist die älteste Stadt der Niederlande.
Nijmegen is de oudste stad van Nederland.
Ich verlasse für ein paar Tage die Stadt.
Ik verlaat de stad voor een paar dagen.
Die Menschen im deutschen Schmallenberg sind sauer, dass ein Virus nach ihrer Stadt benannt worden ist.
De mensen in het Duitse Schmallenberg zijn boos omdat een virus naar hun stad is vernoemd.
Moncalvo ist die kleinste Stadt Italiens.
Moncalvo is de kleinste Italiaanse stad.
Die Stadt wurde während des Krieges zerstört.
De stad werd tijdens de oorlog verwoest.
Hamburg ist die brückenreichste Stadt Europas. Es hat mehr Brücken als Venedig, Amsterdam und Stockholm zusammen.
Hamburg is de stad met de meeste bruggen van Europa. Het heeft meer bruggen dan Venetië, Amsterdam en Stockholm samen.
Ich kenne niemanden in dieser Stadt.
Ik ken niemand in deze stad.
Die Stadt Gdynia war einst ein kleines Fischerdorf.
De stad Gdynia was ooit een klein vissersdrop.
Sein letztes Lebensjahr verbrachte Stefan Zweig in der brasilianischen Stadt Petrópolis.
Zijn laatste levensjaar bracht Stefan Zweig door in de Braziliaanse stad Petrópolis.
Detroit ist eine gefährliche Stadt.
Detroit is een gevaarlijke stad.
Ich bin neu in der Stadt.
Ik ben nieuw in de stad.
Tokio ist die größte Stadt Japans.
Tokio is de grootste stad in Japan.
Sie betrachteten ihn als den besten Arzt in der Stadt.
Ze beschouwden hem als de beste dokter in de stad.
Ich komme aus der Stadt.
Ik kom uit de stad.
In einer Stadt nach der anderen wurden große öffentlichen Versammlungen abgehalten.
In de ene stad na de andere werden grote, openbare bijeenkomsten gehouden.
Die Stadt schläft.
De stad slaapt.
Danzig ist die größte Stadt im Norden Polens.
Gdansk is de grootste stad in Noord-Polen.
Synonyme
- City:
- centrum
- Innenstadt:
- binnenstad
Sinnverwandte Wörter
- Stadtstaat:
- stadstaat
- Villa:
- villa
Antonyme
Niederländische Beispielsätze
Tokio heeft meer inwoners dan elke andere stad in Japan.
De bibliotheek is in het midden van de stad.
De dierentuin bevindt zich in het oostelijke deel van de stad.
De stad ligt aan de voet van de berg.
Meer mensen wonen in het noordelijke gedeelte van de stad.
Tom gaat naar de stad per bus.
Tokio is een grote stad.
Deze stad heeft een miljoen inwoners.
De oorlog bracht dood en vernieling in de stad.
Alle musea in mijn stad bevinden zich in het centrum.
Dit ziekenhuis wordt door de stad gerund.
De oorlog bracht dood en vernietiging teweeg in de stad.
Wat een prachtige stad!
Later, toen ze weg waren gegaan, was er geen levende ziel meer te bekennen op de kade, de stad met zijn cipressen leek totaal uitgestorven, maar de zee bruiste nog en sloeg tegen de kust.
Ik wil in een grote stad leven.
Lybische rebellen hebben verklaard dat ze de stad Brega bezetten.
In onze stad wordt de burgemeester door het volk gekozen.
Mijn huis is in het noordelijk deel van de stad.
Hij woont in het westelijk deel van de stad.
Ik hou van mijn stad.
Untergeordnete Begriffe
- Hafenstadt:
- havenstad
- Hansestadt:
- Hanzestad
- Hauptstadt:
- hoofdstad
- Innenstadt:
- binnenstad
- Metropole:
- metropool
- Oasenstadt:
- oasestad