Was heißt »Name« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Name« (veraltet: Nahme) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- naam (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Jemand rief meinen Namen in der Dunkelheit.
Iemand riep mijn naam in het duister.
Ich kenne ihn nur vom Namen her.
Ik ken enkel zijn naam.
Ik ken hem alleen van naam.
Darf ich Sie nach Ihrem Namen fragen?
Mag ik vragen hoe u heet?
Dein Name kommt mir bekannt vor.
Je naam komt me bekend voor.
Mein Name ist Hopkins.
Mijn naam is Hopkins.
Im Namen des Mondes werden wir dich bestrafen!
We zullen je straffen in de naam van de Maan!
Kennst du nicht zufällig seinen Namen?
Kent ge toevallig niet zijn naam?
Das Mädchen, das sich verlaufen hatte, schluchzte, als es seinen Namen sagte.
Het meisje dat verloren gelopen was, snikte toen het zijn naam zei.
Ich erinnere mich nicht an deinen Namen.
Ik herinner me je naam niet.
Das Rindfleischetikettierungsüberwachungsaufgabenübertragungsgesetz wurde unter geändertem Namen verabschiedet.
De rundvleesetiketteringsbewakingstaakoverdrachtswet is onder gewijzigde naam aangenomen.
Ja, mein Name ist Karen Smith.
Ja, mijn naam is Karen Smith.
Schreib deinen Namen in Großbuchstaben.
Schrijf je naam in hoofdletters.
Ich habe seinen Namen vollkommen vergessen.
Zijn naam ben ik helemaal vergeten.
Ich bin eine Katze. Ich habe noch keinen Namen.
Ik ben een kat. Ik heb nog geen naam.
Wie spricht man deinen Namen aus?
Hoe spreek je jouw naam uit?
Mein Name ist Ludwig.
Mijn naam is Ludwig.
Geben Sie mir Ihren Namen und Ihre Telefonnummer.
Geef me uw naam en telefoonnummer.
Ich komm im Moment nicht auf seinen Namen.
Ik kan even niet op zijn naam komen.
Wie ist Ihr Name?
Wat is uw naam?
Ihre Namen waren von der Liste gestrichen.
Hun namen waren weggestreept van de lijst.
Ich danke Ihnen im Namen meines Sohns.
Ik dank u in naam van mijn zoon.
Ich kenne seinen Namen.
Ik weet zijn naam.
Sag mir bitte deinen Namen.
Vertel me alsjeblieft je naam.
Mein Name ist Yatarou.
Mijn naam is Yatarou.
Der Name von Marcos Auto ist "Thunder Giant".
De naam van Marco's auto is "Thunder Giant".
Wir möchten gerne einchecken. Wir haben ein Doppelzimmer unter dem Namen Müller reserviert.
We zouden graag inchecken. We hebben een tweepersoonskamer onder de naam Müller gereserveerd.
Lern diese Namen auswendig.
Leer deze namen uit het hoofd.
Ich habe auf dem Formular meinen eigenen Namen eingetragen.
Ik heb mijn eigen naam ingevuld op het formulier.
Mein Name ist Henry.
Mijn naam is Henry.
Unter welchem Namen?
Onder welke naam?
Mach vor deinem Namen ein Kreuz.
Zet een kruisje voor je naam.
Mein Name ist Hase.
Mijn naam is haas.
Dein Name steht ganz oben auf der Liste.
Jouw naam staat bovenaan op de lijst.
Ihr Name steht ganz oben auf der Liste.
Uw naam staat bovenaan op de lijst.
Heben Sie die Hand, wenn ich Ihren Namen aufrufe.
Steek uw hand op als ik uw naam roep.
Ich kann mich sehr gut an den Namen des Mannes erinnern.
Ik herinner mij de naam van die man heel goed.
Komm und schreib deinen Namen.
Kom en schrijf uw naam.
Ich habe seinen Namen ganz vergessen.
Ik ben zijn naam helemaal vergeten.
Ich antwortete automatisch, als ich meinen Namen hörte.
Ik antwoordde automatisch toen ik mijn naam hoorde.
Mein Name ist Hase, ich weiß von nichts.
Mijn naam is Haas. Ik weet van niets.
Namen sind wegzulassen.
Namen mogen weggelaten worden.
Wie ist dein Name?
Wat is jouw naam?
Sein Name ist allen bekannt.
Zijn naam is bekend bij iedereen.
Ihr Name? - Roboter.
Uw naam? - Robot.
Der Name von ihrem Sohn ist John.
De naam van hun zoon is John.
Ich kenne ihren Namen nicht.
Ik ken haar naam niet.
Seinen Namen kann man nur sehr schwer behalten.
Zijn naam is erg moeilijk te onthouden.
Schreiben Sie bitte Ihren Namen.
Schrijf uw naam alstublieft.
Der Name des Klavierspielers ist allgemein bekannt.
De naam van de pianist is iedereen bekend.
Streichen Sie seinen Namen von der Bewerberliste.
Verwijder zijn naam van de lijst met kandidaten.
Ich habe den Namen vergessen.
Ik ben de naam vergeten.
Ich kenne seinen Namen nicht.
Ik ken zijn naam niet.
Ihr Name war nicht bekannt.
Haar naam was onbekend.
Ihr Name war falsch geschrieben.
Haar naam was verkeerd gespeld.
Brigitte ist ein niederländischer Name.
Brigitte is een Nederlandse naam.
Natascha ist ein russischer Name.
Natasja is een Russische naam.
Mein Name ist Yamada.
Mijn naam is Yamada.
Helga ist ein schwedischer Name.
Helga is een Zweedse naam.
Mein Name erschien in allen Zeitungen unseres Landes.
Mijn naam verscheen in alle kranten van ons land.
Sie bekam den Namen Elisabeth nach ihrer Tante.
Ze werd Elizabeth genoemd, naar haar tante.
Was ist dein Name?
Wat is je naam?
Wie ist dein vollständiger Name?
Wat is jouw volledige naam?
Haben Sie auch einen Namen?
Heeft u ook een naam?
Es fällt ihm schwer, sich Namen zu merken.
Hij heeft het moeilijk om namen te onthouden.
Ihr tatsächlicher Name ist Lisa.
Haar echte naam is Lisa.
Kennst du seinen Namen?
Ken je zijn naam?
Ich habe gelesen, dass Brasiliens Präsident eine Frau ist. Ihr Name ist Dilma.
Ik las dat de president van Brazilië een vrouw is. Ze heet Dilma.
Ihr Name, bitte!
Uw naam, alstublieft.
Ich habe den Namen deines Bruders vergessen, wie heißt er nochmal?
Ik ben de naam van je broer vergeten. Hoe heet hij?
Ich hörte jemanden auf der Straße meinen Namen rufen.
Ik hoorde iemand op straat mijn naam roepen.
Jacqueline ist ein französischer Name.
Jacqueline is een Franse naam.
Ihr Name stand nicht auf der Liste.
Haar naam stond niet op de lijst.
Yoko ist ein japanischer Name.
Yoko is een Japanse naam.
Wann haben sie die Namen der Mitglieder registriert?
Wanneer registreerden ze de namen van de leden?
Ich möchte gerne, dass mein Name wieder auf die Liste gesetzt wird.
Ik zou graag hebben dat mijn naam weer op de lijst geplaatst wordt.
Mein Name ist Ivan.
Mijn naam is Ivan.
Sogar ein kleines Kind kennt seinen Namen.
Zelfs een klein kind kent zijn naam.
Hallo, ich heiße Pekka. Wie ist Ihr Name?
Hallo, ik heet Pekka. Wat is uw naam?
Es war noch nicht acht Uhr morgens, als jemand an die Tür klopfte und meinen Namen rief.
Het was nog geen acht uur in de ochtend toen iemand aan de deur klopte en mijn naam riep.
Wie ist Ihr Name, mein Herr?
Wat is uw naam, meneer?
Tom setzte unsere Namen auf die Liste.
Tom zette onze namen op de lijst.
Ich muss den Namen des Lehrers wissen.
Ik moet de naam van de leraar weten.
Vater unser im Himmel, geheiligt werde dein Name.
Onze Vader in de hemel, uw naam worde geheiligd.
Ich hab seinen Namen vergessen.
Ik ben zijn naam vergeten.
Ich will für die Feier ein neues Rezept ausprobieren. Es ist so neu, dass es nicht einmal einen Namen dafür gibt!
Ik wil voor het feest een nieuw recept uitproberen. Het is zo nieuw, dat er nog zelfs geen naam voor is.
Tom ist der Name meines schwarzen Warzenschweins.
Tom is de naam van mijn zwarte knobbelzwijn.
Ich kann mich nicht an Ihren Namen erinnern.
Ik kan me je naam niet herinneren.
Karin ist ein deutscher Name.
Karin is een Duitse naam.
Tom hörte, wie sein Name gerufen wurde.
Tom hoorde zijn naam afgeroepen worden.
Tom hat seinen Namen an die Tafel geschrieben.
Tom schreef zijn naam op het bord.
Der Name tut nichts zur Sache.
De naam speelt geen rol.
De naam doet niets ter zake.
Schreib hier deinen Namen auf.
Noteer je naam hier.
Ich erinnere mich noch an seinen Namen.
Ik herinner me zijn naam nog.
Im Namen des Volkes ergeht folgendes Urteil: Der Angeklagte wird freigesprochen. Die Kosten des Verfahrens trägt die Staatskasse.
In naam van het volk wordt het volgende vonnis uitgesproken: De beklaagde wordt vrijgesproken. De kosten van de procedure komen ten laste van de staat.
Kannst du mir deinen Namen bitte nochmal sagen?
Kan je me je naam alsjeblieft nog een keer zeggen?
Steht dein Name auf der Liste?
Staat jouw naam op de lijst?
Tom spricht meinen Namen falsch aus.
Tom spreekt mijn naam verkeerd uit.
Kennst du Toms richtigen Namen?
Ken jij Tom zijn echte naam?
Tom versuchte sich an den Namen des Arztes zu erinnern, aber es gelang ihm nicht.
Tom probeerde zich aan de naam van de dokter te herinneren maar het lukte hem niet.
Ruhm ist die Summe aller Missverständnisse, die sich um einen Namen sammeln.
Roem is de som van alle misverstanden die zich ophopen rond een naam.
Synonyme
- Eigenname:
- eigennaam
- Prestige:
- prestige
Niederländische Beispielsätze
Ervaring is de naam die iedereen geeft aan zijn fouten.
Ze werd gevraagd haar naam met inkt te schrijven.
Weet jij de naam van deze bloem?
Hartelijk proficiat aan allen die de naam van een bloem dragen!
Ik ken haar echte naam niet.
Is uw naam Jean?
Ja, zijn familienaam is ook Tom. Zijn volledige naam is Tom Tom.
Weet je mijn naam nog?
Ik kan me niet zijn naam herinneren.
Lamberto is de naam van een grote hotelketen.
Mijn volledige naam is Ricardo Vernaut Junior.
Annasusanna is een mooie naam en het is een palindroom.
Hij heeft me zijn echte naam niet gegeven.
Ik ben verliefd. Zijn naam is Tom.
Enkele jaren later werd in plaats van "De Internationale Taal van doctor Esperanto" gewoonlijk de korte naam "Esperanto" gebruikt. Op deze dag vieren we dus in de hele wereld de 125ste verjaardag van Esperanto.
Mijn naam is Edgar Degas.
Hij heeft zich niet aan mij voorgesteld, en ik heb hem ook niet naar zijn naam gevraagd.
Ik heb een hond. Hij is zwart en zijn naam is Tiki.
Bestaan er rationele argumenten om te pleiten voor het bestaan van een verloren continent, waarvan de naam Atlantis is?
De leerling kent de gewone naam voor acetylsalicylzuur.
Untergeordnete Begriffe
- Doppelname:
- dubbelnaam
- Eigenname:
- eigennaam
- Hausname:
- huisnaam
- Hydronym:
- hydroniem
- Monatsname:
- maand
- Nachname:
- achternaam
- Ortsname:
- toponiem
- Pseudonym:
- pseudoniem
- Spitzname:
- bijnaam
- Toponym:
- toponiem
- Vorname:
- voornaam