Was heißt »Krieg« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Krieg« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • oorlog (männlich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Kriege beginnen nicht einfach so wie der Winter, sondern Menschen beginnen Kriege.

Oorlogen starten niet zoals de winter start, maar het zijn de mensen die een oorlog starten.

Eine Million Menschen haben im Krieg ihr Leben verloren.

Een miljoen mensen hebben hun leven tijdens de oorlog verloren.

Een miljoen mensen hebben het leven gelaten in de oorlog.

Sogar jetzt, viele Jahre nach dem Kalten Krieg, ist immer noch viel Verbitterung zwischen Russen und Deutschen, besonders in Gebieten, die einst von der Sowjetunion besetzt waren.

Zelfs nu, jaren na de Koude Oorlog, is er nog steeds veel wrevel tussen Russen en Duitsers, vooral in gebieden die vroeger door de Sovjet-Unie werden bezet.

Es gibt nichts Schlimmeres als den Krieg.

Niets is slechter dan oorlog.

Wer mag Krieg?

Wie houdt van oorlog?

Wir sind gegen Krieg.

We zijn tegen oorlog.

Ich bin gegen jede Art von Krieg.

Ik ben tegen ieder soort oorlog.

Wann fand der Dreißigjährige Krieg statt?

Wanneer vond de Dertigjarige Oorlog plaats?

Mein Großvater war Soldat im Krieg.

Mijn grootvader was soldaat tijdens de oorlog.

Krieg macht niemanden glücklich.

Niemand wordt gelukkig van oorlog.

Alle zivilisierten Länder sind gegen den Krieg.

Alle beschaafde landen zijn tegen oorlog.

Der Krieg endete 1945.

De oorlog is gestopt in 1945.

Wie denken Sie über den Krieg?

Wat denkt u van oorlog?

Der Krieg in Europa wurde auf Afrika übertragen.

De oorlog in Europa werd naar Afrika overgezet.

Unser Sohn ist im Krieg umgekommen.

Onze zoon is in de oorlog omgekomen.

Während des Krieges erlebte Bob viele gefährliche Abenteuer.

Tijdens de oorlog beleefde Bob veel gevaarlijke avonturen.

In der Liebe und im Krieg ist alles erlaubt.

In liefde en oorlog is alles geoorloofd.

Drei Jahre später begann der Krieg.

De oorlog begon drie jaar later.

Was denkst du über den Krieg?

Wat denk je van oorlog?

Was denkt ihr über den Krieg?

Wat denken jullie van oorlog?

Unser Sohn ist im Krieg gefallen.

Onze zoon is gestorven tijdens de oorlog.

Onze zoon is in de oorlog gestorven.

Wenn zwei Länder einen Krieg beenden, unterzeichnen sie einen Friedensvertrag.

Wanneer twee landen een einde maken aan een oorlog, dan ondertekenen ze een vredesverdrag.

Tom konnte nie die Schrecken des Krieges vergessen.

Tom kon nooit de verschrikking van de oorlog vergeten.

Unser Sohn starb im Krieg.

Onze zoon stierf in de oorlog.

Er wurde im Krieg verwundet.

Hij raakte gewond in de oorlog.

Er lebte in London als der Krieg ausbrach.

Hij woonde in Londen toen de oorlog uitbrak.

Ich bin gegen den Krieg.

Ik ben tegen oorlog.

Er ist im Krieg gefallen.

Hij is gesneuveld.

Viele Leute starben in diesem Krieg.

Veel mensen stierven in die oorlog.

Der Krieg fing 1941 an.

De oorlog brak in 1941 uit.

Er verlor zwei Söhne im Krieg.

Hij verloor twee zonen in de oorlog.

Krieg geht uns alle etwas an.

Oorlog gaat ons allen aan.

Frankreich führte Krieg gegen Russland.

Frankrijk voerde oorlog met Rusland.

Der Kalte Krieg begann nach dem Zweiten Weltkrieg.

De Koude Oorlog begon na de Tweede Wereldoorlog.

Deutschland wollte keinen Krieg mit den Vereinigten Staaten.

Duitsland wilde geen oorlog met de Verenigde Staten.

Die Europäische Union wurde mit dem Ziel gegründet, den häufigen und blutigen Kriegen zwischen Nachbarn ein Ende zu bereiten, die ihren Höhepunkt im Zweiten Weltkrieg gefunden hatten.

De Europese integratie is begonnen om een eind te stellen aan de talrijke en bloedige oorlogen tussen buurlanden, die hun hoogtepunt kenden in de Tweede Wereldoorlog.

Die 1950er Jahre werden durch einen kalten Krieg zwischen Ost und West charakterisiert.

De jaren 1950 worden overheerst door een koude oorlog tussen Oost en West.

Die Stadt wurde während des Krieges zerstört.

De stad werd tijdens de oorlog verwoest.

Mars ist der Gott des Krieges.

Mars is de god van de oorlog.

Der Krieg ist im Wesentlichen vorbei.

De oorlog is in wezen voorbij.

De oorlog is praktisch voorbij.

Der Krieg dauerte zwei Jahre.

De oorlog duurde twee jaar.

Infolge des Krieges starben viele Menschen.

Veel mensen stierven als gevolg van de oorlog.

Der Krieg endete 1954.

Die oorlog eindigde in 1954.

Nie wieder Krieg!

Nooit meer oorlog!

Da sehen wir wieder eine alte Wahrheit bestätigt: Krieg ist nie von Nutzen.

Hier zie je weer een bevestiging van een oude waarheid: Oorlog baart nooit nut.

Er lebte in England, als der Krieg begann.

Hij woonde in Engeland toen de oorlog uitbrak.

Wir können diesen Krieg gewinnen.

We kunnen deze oorlog winnen.

Die Welt wäre ohne Krieg ein besserer Ort.

Zonder oorlog zou de wereld een betere plek zijn.

Friede ist die Fortsetzung des Krieges mit anderen Mitteln.

Vrede is de voortzetting van de oorlog met andere middelen.

Das Einzige, was er aus dem Krieg mitbrachte, waren Albträume und mehrere Schusswunden.

Het enige wat hij van de oorlog meegebracht heeft, waren nachtmerries en enkele kogelgaten.

Man kann in jeder Schlacht siegen und doch der Verlierer des Krieges sein.

Het is mogelijk elke veldslag te winnen en toch de oorlog te verliezen.

Der Krieg brachte Tod und Zerstörung über die Stadt.

De oorlog bracht dood en vernietiging teweeg in de stad.

De oorlog bracht dood en vernieling in de stad.

Der Krieg hat fast alles verändert. Von der früheren Schönheit der Stadt ist kaum etwas geblieben.

De oorlog heeft bijna alles verandert. Van de vroegere schoonheid van de stad is nauwelijks iets overgebleven.

Ein Krieg ist eine furchtbare Sache.

Een oorlog is een verschrikkelijke zaak.

Wie können wir Krieg abschaffen?

Hoe kunnen we oorlog afschaffen?

Wir sind im Krieg.

We zijn in oorlog.

Es droht Krieg.

Er dreigt oorlog.

All meine Brüder sind im Krieg gestorben.

Al mijn broers zijn in de oorlog gestorven.

Der Journalist hörte aus erster Hand von dem Krieg.

De journalist hoorde over de oorlog uit eerste hand.

Frieden ist besser als Krieg.

Vrede is beter dan oorlog.

Alle Religionen wollen Frieden. Andere wollen Krieg.

Alle godsdiensten willen vrede. Het zijn de anderen die oorlog willen.

Der Krieg ist aus.

De oorlog is voorbij.

Krieg ist Friede. Freiheit ist Sklaverei. Unwissenheit ist Kraft.

Oorlog is vrede. Vrijheid is slavernij. Onwetendheid is kracht.

Wir denken, dass keine Kriege mehr sein dürfen.

We denken dat er geen oorlogen meer mogen zijn.

Seit Ausbruch des Krieges im Jemen haben über 10 000 Menschen das Leben verloren.

Sinds het begin van de oorlog in Jemen zijn er meer dan 10 000 mensen gesneuveld.

Tom wohnte während des Krieges in Lyon.

Tom woonde in Lyon tijdens de oorlog.

Nach dem Krieg machte das normale Leben vielen Soldaten schwer zu schaffen.

Na de oorlog werd het normale leven moeilijk voor veel soldaten.

Das Reich hat viele Feinde, und Krieg führen kostet Geld.

Het rijk heeft veel vijanden en oorlog voeren kost geld.

Und dann ging der Krieg los.

En dan barstte de oorlog los.

En toen begon de oorlog.

Wir müssen den Krieg verhindern. Koste es, was es wolle!

We moeten koste wat kost een oorlog onmogelijk maken.

Während des Krieges folgten in den Vereinigten Staaten und Europa viele dem Aufruf, einen Gemüsegarten anzulegen.

Tijdens de oorlog gaven velen in de Verenigde Staten en Europa gehoor aan de oproep om een groentetuin aan te leggen.

Wir wollen keinen Krieg.

We willen geen oorlog.

Sinnverwandte Wörter

Aus­ei­n­an­der­set­zung:
bespreking
uiteenzetting
verklaring

Antonyme

Frie­den:
vrede
Waf­fen­still­stand:
bestand
staakt-het-vuren
wapenstilstand

Niederländische Beispielsätze

  • De vrede kwam terug na drie jaar oorlog.

  • Met dergelijke absurde bedenksels proberen ze de volkeren van hun landen het idee van een preventieve oorlog tegen de Sovjetunie aan te praten.

  • Vind je de term "heilige oorlog" niet ironisch?

  • De vrede keerde weer, na drie jaar oorlog.

  • In een oorlog van ideeën, zijn het mensen die sterven.

Übergeordnete Begriffe

Kon­flikt:
conflict
geschil

Untergeordnete Begriffe

Al­ge­ri­en­krieg:
Algerijnse oorlog
An­griffs­krieg:
aanvalsoorlog
Bür­ger­krieg:
burgeroorlog
Ko­rea­krieg:
Koreaanse Oorlog
koreaoorlog
Sechs­ta­ge­krieg:
zesdaagse oorlog
Stell­ver­tre­ter­krieg:
oorlog bij volmacht
Wäh­rungs­krieg:
valutaoorlog
Welt­krieg:
wereldoorlog

Krieg übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Krieg. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 714591, 347, 772, 343019, 344338, 353574, 444982, 445020, 455394, 457181, 476967, 478625, 478627, 521506, 588936, 623829, 631488, 637036, 642636, 642638, 669789, 719969, 737339, 740982, 759488, 765643, 797844, 839011, 905042, 913866, 924215, 973865, 1001558, 1008125, 1054575, 1349529, 1349851, 1448811, 1500455, 1659020, 1916310, 1964259, 1965788, 1987667, 2034461, 2095150, 2441462, 2522607, 2906991, 3238359, 3255470, 3274768, 3372809, 3458908, 3482112, 3539392, 3755340, 3831934, 3926621, 4738906, 5309151, 5513504, 5829080, 5974998, 6320795, 6550962, 6740770, 8051987, 8190999, 8222600, 8689199, 10451327, 720398, 4692919, 7109583, 8257727 & 11196250. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR