Was heißt »Geschichte« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Geschichte« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- geschiedenis (weiblich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Das Einzige, das uns die Geschichte lehrt, ist, dass wir nicht aus der Geschichte lernen.
Het enige dat we van de geschiedenis leren is dat we niks van de geschiedenis leren.
Die wichtigste Lehre, die uns die Geschichte lehren kann, ist, dass die Menschen nicht sehr viel aus der Geschichte lernen.
Dat mensen niet veel leren van de lessen uit het verleden is de belangrijkste les die het verleden ons te leren heeft.
Wenn jemand fragen sollte, was die Pointe der Geschichte sei, ich wüsste es wirklich nicht.
Mocht iemand vragen waar het in het verhaal om gaat, zou ik het echt niet weten.
Das ist so eine traurige Geschichte.
Het is een heel treurig verhaal.
Der Vater erzählte den Kindern eine schöne Geschichte.
De vader vertelde de kinderen een mooi verhaal.
Das war eine herzzerreißende Geschichte.
Dat was een hartverscheurend verhaal.
Erzähl mir die Geschichte.
Vertel me het verhaal.
Ich habe diese Geschichte in einem Buch gelesen.
Ik heb dat verhaal in een of ander boek gelezen.
Ik heb dit verhaal in een boek gelezen.
Ihre Geschichte kann nicht stimmen. Sie erzählt oft Lügen.
Haar verhaal kan niet waar zijn. Ze liegt vaak.
Seine Geschichte klingt seltsam.
Zijn verhaal klinkt raar.
Zijn verhaal lijkt vreemd.
Sie erzählte mir eine interessante Geschichte.
Ze vertelde me een interessant verhaal.
Die Geschichte scheint wahr zu sein.
Dat verhaal lijkt waar te zijn.
Die Geschichte ist die Lehrmeisterin des Lebens.
De geschiedenis is de lerares van het leven.
Kann seine Geschichte wahr sein?
Kan zijn verhaal waar zijn?
Ein Teil seiner Geschichte ist wahr.
Een deel van zijn verhaal is waar.
"Ist seine Geschichte wahr?" "Ich fürchte, nein."
"Is zijn verhaal waar?" "Ik vrees van niet."
Er hat sich die ganze Geschichte ausgedacht.
Hij heeft het hele verhaal uit zijn duim gezogen.
Meine Mutter hat uns eine interessante Geschichte erzählt.
Mijn moeder heeft ons een interessant verhaal verteld.
Niemand wird seine Geschichte glauben.
Niemand zal zijn verhaal geloven.
Dies ist eine Geschichte über Sterne.
Dit is een verhaal over sterren.
Mein Vater interessiert sich für Alte Geschichte.
Mijn vader interesseert zich voor oude geschiedenis.
Wer ist der Verfasser dieser Geschichte?
Wie is de auteur van dit verhaal?
Ich kann seine Geschichte kaum glauben.
Ik kan zijn verhaal nauwelijks geloven.
Ich mag Erdkunde und Geschichte.
Ik houd van aardrijkskunde en geschiedenis.
Seine Geschichte war erfunden.
Zijn verhaal was verzonnen.
Seine Geschichte ist wahr.
Zijn verhaal is waar.
Er studiert Amerikanische Geschichte.
Hij studeert Amerikaanse geschiedenis.
Du kannst nicht erwarten, dass er die Geschichte kennt, da er sie noch nie gelesen hat.
Je kan niet verwachten dat hij het verhaal kent, aangezien hij het nog niet gelezen heeft.
Keiner kennt so viele Geschichten, wie der Gott des Schlafes.
Niemand kent zoveel verhalen als de god van de slaap.
Gibt es objektive Geschichte?
Bestaat objectieve geschiedenis?
Die Heldin dieser Geschichte ist ein kleines Mädchen.
De heldin van dat verhaal is een klein meisje.
Ich glaube, dass die Geschichte wahr ist.
Ik geloof dat het verhaal waar is.
Gestern habe ich eine interessante Geschichte gelesen.
Gisteren las ik een interessant verhaal.
Seine Geschichte ist seltsam, aber glaubwürdig.
Zijn verhaal is vreemd, maar geloofwaardig.
Ich werde dir meine Geschichte erzählen.
Ik zal u mijn verhaal vertellen.
Ik zal jou mijn verhaal vertellen.
Beide Geschichten sind wahr.
Beide verhalen zijn waar.
War ihre Geschichte wahr?
Was haar verhaal waar?
Seine Geschichte amüsierte uns sehr.
Zijn verhaal heeft ons erg vermaakt.
Er erzählte seinem Bruder die Geschichte.
Hij vertelde het verhaal aan zijn broer.
Seine Geschichte war interessant.
Zijn verhaal was interessant.
Tolle Geschichte, Alter.
Wat een gaaf verhaal, maat.
Patienten erzählen Geschichten.
Patiënten vertellen verhalen.
Erzähl meinem jungen Freund doch eine schöne Geschichte.
Vertel een mooi verhaal aan mijn jonge vriend.
Seine Geschichten unterhielten uns stundenlang.
Zijn verhalen hielden ons urenlang bezig.
Ich möchte an der Uni Japanische Geschichte studieren.
Ik wil de geschiedenis van Japan studeren aan de universiteit.
Ein Teil ihrer Geschichte ist wahr.
Een deel van haar verhaal is waar.
Er studiert Geschichte an der Universität.
Hij studeert geschiedenis aan de universiteit.
Das ist das Ende meiner Geschichte.
Dit is het eind van mijn verhaal.
Sie konnte nicht die ganze Geschichte verstehen.
Ze kon niet het hele verhaal begrijpen.
Lech interessiert sich für die Geschichte.
Lech interesseert zich voor geschiedenis.
Diese Geschichte ist wahr.
Dit verhaal is waar.
Dieser Tag wird in die Geschichte eingehen.
Deze dag zal de geschiedenis ingaan.
Die Geschichte wiederholt sich.
De geschiedenis herhaalt zich.
Tom weiß viel über amerikanische Geschichte.
Tom weet veel over de geschiedenis van Amerika.
Ich denke, die Geschichte ist wahr.
Ik denk dat het verhaal waar is.
Was für eine traurige Geschichte!
Wat een triest verhaal.
Man kann sich Wörter viel besser im Kontext einprägen, zum Beispiel in Sätzen und Geschichten.
Men kan woorden veel beter in context onthouden, bijvoorbeeld in zinnen of verhalen.
Die Geschichte Roms ist sehr interessant.
De geschiedenis van Rome is erg interessant.
Tom wusste, dass die Geschichte nicht wahr gewesen ist.
Tom wist dat het verhaal niet waar was.
Der alte Mann erzählte den Kindern eine lustige Geschichte.
De oude man vertelde de kinderen een amusant verhaal.
Er interessiert sich sehr für japanische Geschichte.
Hij is erg geïnteresseerd in Japanse geschiedenis.
Los, erzähl uns schon die ganze Geschichte!
Kom, vertel ons nu het hele verhaal!
Ich glaube, sie hat diese Geschichte erfunden.
Ik denk, dat ze dit verhaal heeft verzonnen.
Es ist wirklich eine ziemlich gute Geschichte.
Het is eigenlijk best een goed verhaal.
Kann jemand Ihre Geschichte bestätigen?
Kan iemand uw verhaal bevestigen?
Das ist eine wahre Geschichte.
Het is een waargebeurd verhaal.
Wir haben uns über ihre Geschichte köstlich amüsiert.
Wij waren heel erg geamuseerd van haar verhaal.
Die Geschichte klingt glaubwürdig.
Dat verhaal klinkt geloofwaardig.
Het verhaal klinkt echt.
Die Geschichte endet glücklich.
Het verhaal eindigt gelukkig.
Wir kennen die Geschichte.
We kennen het verhaal.
Dies ist eine wahre Geschichte.
Dit is een waargebeurd verhaal.
Die Geschichten, die Sie in diesem Buch lesen werden, handeln von einigen der vielen Probleme junger Menschen.
De verhalen die je in dit boek zult lezen, gaan over enkele van de vele problemen waarmee jonge mensen worden geconfronteerd.
Ich kenne die ganze Geschichte.
Ik ken het hele verhaal.
Man kann den Begriff „Freiheit“ nicht gut definieren, weil er im Verlauf der Geschichte so viele verschiedene Tönungen und Begriffsabschattungen angenommen hat.
Je kun het begrip "vrijheid" niet goed definiëren, omdat het in de loop van de geschiedenis zoveel verschillende tinten en nuances heeft aangenomen.
Die Geschichte neigt dazu, sich zu wiederholen.
De geschiedenis heeft de neiging zich te herhalen.
Das ist eine sehr unterhaltsame Geschichte.
Dit is een heel boeiend verhaal.
Viele Menschen wollen nicht glauben, dass dies eine erfundene Geschichte ist.
Veel mensen willen niet geloven dat dit een verzonnen verhaal is.
Ich kenne das Ende der Geschichte nicht.
Ik ken het eind van het verhaal niet.
Was geschehen ist, ist geschehen. Es ist Geschichte.
Wat gebeurd is, is gebeurd. Het is geschiedenis.
Sie war geschockt, als sie seine Geschichte hörte.
Ze was geschokt toen ze zijn verhaal hoorde.
Ich glaube nicht, dass seine Geschichte wahr ist.
Ik geloof niet dat zijn verhaal waar is.
Ich habe noch nie jemanden getroffen, der so viel über die australische Geschichte weiß wie Tom.
Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zoveel over de geschiedenis van Australië weet als Tom.
Die Geschichte, dass Tom meine Katze gegessen hat, ist nicht wahr.
Het verhaal dat Tom mijn kat opat is niet waar.
Ich habe diese Geschichte schon dutzendmal gehört.
Ik heb dat verhaal al tientallen keren gehoord.
Das ist eine nette Geschichte.
Dat is een leuk verhaal.
Den Rest der Geschichte kennst du.
Je kent de rest van het verhaal.
Seine traurige Geschichte hat mich berührt.
Zijn verdrietige verhaal raakte me.
Toms Mutter erzählte ihm eine Geschichte.
Toms moeder vertelde hem een verhaal.
Ich habe die Geschichte nicht gelesen.
Ik heb het verhaal niet gelezen.
Aber das ist eine andere Geschichte.
Maar dat is een ander verhaal.
Meine Lieblingsfächer auf dem Gymnasium waren Erdkunde und Geschichte.
Mijn lievelingsvakken op de middelbare school waren aardrijkskunde en geschiedenis.
Sie haben sich eine unwahrscheinliche Geschichte ausgedacht.
Ze verzonnen een onwaarschijnlijk verhaal.
Wir konnten nicht umhin, über seine Geschichte zu lachen.
We konden niet anders dan lachen om zijn verhaal.
Was für eine bizarre Geschichte!
Wat een bizar verhaal!
Ich interessiere mich wirklich nicht für Geschichte.
Ik interesseer me echt niet voor geschiedenis.
Susan studiert im Hauptfach amerikanische Geschichte.
Susan studeert als hoofdvak Amerikaanse geschiedenis.
Tom möchte beide Seiten der Geschichte hören.
Tom wil beide kanten van het verhaal horen.
Als ich klein war, kamen noch Opa und Oma um aufzupassen. Abends am Bett las Oma mir vor. Oder Opa erzählte eine Geschichte.
Toen ik klein was, kwamen opa en oma nog om op te passen. 's Avonds op bed las oma me voor. Of opa vertelde een verhaal.
Unsere Geschichte beginnt an einem schönen Frühlingstag.
Ons verhaal begint op een mooie lentedag.
Ich habe noch nie so eine Geschichte gehört.
Ik heb nog nooit zo'n verhaal gehoord.
Synonyme
- altbacken:
- oudbakken
- Annalen:
- annalen
- Chronik:
- kroniek
- durch:
- door
- Erzählung:
- vertelling
- Frage:
- vraag
- Jahrbuch:
- jaarboek
- Märchen:
- sprookje
- Sage:
- sage
Antonyme
- Zukunft:
- toekomst
Niederländische Beispielsätze
Hij bezit veel boeken over geschiedenis.
Meneer Green is leraar geschiedenis.
Het internationaal horlogemuseum toont de geschiedenis van de tijdsregistratie in drieduizend voorwerpen.
Het enige dat we van de geschiedenis leren, is dat we niets van de geschiedenis leren.
Tom heeft bij het examen geschiedenis gesjoemeld.
In het algemeen herhaalt de geschiedenis zichzelf.
Italië heeft een rijke geschiedenis.
Tom is leraar geschiedenis.
Mary is lerares geschiedenis, toch?
Dit is een primeur in de geschiedenis van dit land.
Übergeordnete Begriffe
- Literatur:
- literatuur
- Wissenschaft:
- wetenschap
Untergeordnete Begriffe
- Apostelgeschichte:
- Handelingen van de apostelen
- Erfolgsgeschichte:
- succesverhaal
- Märchen:
- sprookje
- Mediengeschichte:
- mediageschiedenis
- Medizingeschichte:
- geschiedenis van de Geneeskunde
- Sage:
- sage
- Vorgeschichte:
- prehistorie
- Zahnmedizingeschichte:
- geschiedenis van de tandheelkunde