Was heißt »Ei« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Ei« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- ei
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Wo sind bitte die Eier?
Waar zijn de eieren, alsjeblieft?
Waar zijn de eieren, alstublieft?
Du darfst nicht zu viel Eis und Spaghetti essen.
Je mag niet te veel ijs en spaghetti eten.
Das Eis auf dem See ist zu dünn, um dein Gewicht zu tragen.
Het ijs op het meer is te dun om je gewicht te dragen.
Drei Eis, bitte.
Drie ijsjes, alstublieft.
Das Eis ist nicht dick genug, um uns zu tragen.
Het ijs is niet dik genoeg om ons te dragen.
Ich frage mich, ob der Meeresspiegel wirklich steigt, wenn das Eis am Nordpol schmilzt.
Ik vraag me af of de zeespiegel echt stijgt, wanneer het ijs op de Noordpool smelt.
Wie viele Eier sind in der Küche?
Hoeveel eieren zijn er in de keuken?
Wenn Eis schmilzt, wird es Wasser.
IJs wordt water wanneer het smelt.
Das Eis wird unter deinem Gewicht brechen.
Het ijs zal breken onder je gewicht.
Mein Neffe reagiert allergisch auf Eier.
Mijn neef is allergisch voor eieren.
Ich habe ein halbes Dutzend Eier gekauft.
Ik heb een half dozijn eieren gekocht.
Wie viele Eier legt diese Henne in jeder Woche?
Hoeveel eieren legt deze hen elke week?
Das Eis ist sehr dick.
Het ijs is heel dik.
Das Eis ist geschmolzen.
Het ijs is gesmolten.
Eis ist fest.
IJs is vast.
Das Eis ist fünf Zentimeter dick.
Het ijs is vijf centimeter dik.
Marie braucht ein Dutzend Eier.
Marie heeft een dozijn eieren nodig.
Eis schmilzt in der Sonne.
IJs smelt in de zon.
Ich frage mich, wieso Eier im Dutzend verkauft werden.
Ik vraag mij af waarom eieren per dozijn verkocht worden.
Das Eis ist dick genug, um darauf zu laufen.
Het ijs is dik genoeg om erop te stappen.
Het ijs is dik genoeg om erop te lopen.
Du kannst kein Omelett machen, ohne ein paar Eier aufzuschlagen.
Je kunt geen omelet maken zonder een paar eieren te breken.
Das sieht wie ein Ei aus.
Het lijkt op een ei.
Tee ohne Eis.
Thee zonder ijs.
Ich habe ein paar Eier gekauft und auch etwas Milch.
Ik heb enkele eieren gekocht, en wat melk.
Die Sonne kam zum Vorschein und das Eis schmolz.
De zon kwam te voorschijn en het ijs smolt.
Koche ein Ei.
Kook een ei.
Bitte das Eis ohne Sahne.
Het ijsje zonder slagroom, alstublieft.
Das Eis schmilzt.
Het ijs smelt.
Da hast du aber ganz schön Eier gezeigt, dem Chef so die Stirn zu bieten.
Je had behoorlijk wat lef om de baas zo het hoofd te bieden.
Sie kochte die Eier.
Ze kookte de eieren.
Wie viele Eier konntest du gestern bekommen?
Hoeveel eieren kon je gisteren krijgen?
Wir haben ein halbes Dutzend Eier.
We hebben een half dozijn eieren.
Wir haben sechs Eier.
We hebben zes eieren.
Das Eis hat unter seinem Gewicht nachgegeben.
Het ijs brak onder zijn gewicht.
Sie hat ein Dutzend Eier gekauft.
Ze kocht een dozijn eieren.
Möchtest du Eis?
Wil je wat ijs?
Möchtet ihr Eis?
Willen jullie wat ijs?
Möchten Sie Eis?
Wilt u wat ijs?
Sie hat die Eier gekocht.
Ze heeft de eieren gekookt.
Ich habe ein Ei.
Ik heb een ei.
Vor Ostern bemalen wir Eier.
Voor Pasen beschilderen we eieren.
Tom weiß, dass Maria keine rohen Eier mag.
Tom weet dat Maria geen rauwe eieren lust.
Nimm ein Ei aus dem Kühlschrank.
Neem een ei uit de koelkast.
Ich liebe Eis.
Ik ben gek op ijs.
Die Eier sind noch heiß.
De eieren zijn nog warm.
Tom kocht ein Ei.
Thomas kookt een ei.
Die Schlange verschlingt ein Ei.
De slang slikt een ei door.
Wir haben Eier.
We hebben eieren.
Wir haben Eier gegessen.
We hebben eieren gegeten.
Wir aßen Eier.
Wij aten eieren.
Das Eis war dick genug, um darauf zu gehen.
Het ijs was dik genoeg om erop te gaan.
Wie viele Eier legt eine Fliege?
Hoeveel eieren legt een vlieg?
Ich esse sehr gerne hartgekochte Eier.
Ik hou erg van hardgekookte eieren.
Ich möchte morgen Eier zum Frühstück.
Ik wil graag eieren voor het ontbijt morgen.
Wusstest du nicht, dass Schildkröten Eier legen?
Wist je niet dat schildpadden eieren leggen?
Ich brauche Eis.
Ik heb ijs nodig.
Wo ist das Eis?
Waar is het ijs?
Hast du Eier?
Heb je eieren?
Wollt ihr mehr Eis?
Willen jullie meer ijs?
Haben Sie frische Eier?
Hebt u verse eieren?
Wie viel kostet ein Ei?
Hoeveel kost een ei?
Tom isst gerade ein Eis.
Tom eet ijs.
Eier anmalen macht Spaß.
Eieren kleuren is leuk.
Es ist ungefähr so groß wie ein Ei.
Het is ongeveer net zo groot als een ei.
Wie viele Eier hast du heute gefunden?
Hoeveel eieren heb je vandaag gevonden?
Hennen legen beinahe jeden Tag ein Ei.
Hennen leggen bijna elke dag een ei.
Wenn du mir ein Eis kaufst, gebe ich dir einen Kuss.
Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
Als je mij een ijsje koopt, dan geef ik je een kus.
Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.
Warum schwimmt Eis?
Waarom drijft ijs?
Anschließend drei Eier, fünf Esslöffel Kondensmilch und die geschmolzene Schokolade hinzufügen und umrühren, bis ein geschmeidiger Teig entsteht.
Voeg vervolgens drie eieren, vijf eetlepels gecondenseerde melk en de gesmolten chocolade toe en roer tot er zich een glad deeg vormt.
Was kam erst: die Henne oder das Ei?
Wat kwam eerst: de kip of het ei?
Er könnte Eskimos Eis verkaufen.
Hij zou ijs aan Eskimo's kunnen verkopen.
Vögel legen Eier.
Vogels leggen eieren.
Nicht alle diese Eier sind frisch.
Niet al deze eieren zijn vers.
Eier sind sehr zerbrechlich.
Eieren zijn zeer broos.
Wir essen Eier.
We eten eieren.
Tom hat ein Eis mit Sahne gegessen.
Tom heeft een ijsje met slagroom gegeten.
Möchtest du noch etwas Eis?
Wil je meer ijs?
Möchten Sie noch etwas Eis?
Wilt u meer ijs?
Du kannst das für einen Apfel und ein Ei bekommen.
Je kan het krijgen voor een appel en een ei.
Triton umläuft Neptun nicht nur entgegen der Rotationsrichtung der anderen Monde, sondern er unterscheidet sich auch durch seine Zusammensetzung aus Gestein und Eis erheblich von diesen.
Triton draait niet alleen tegen de draairichting van de andere manen in om Neptunus, maar verschilt ook aanzienlijk van hen in zijn samenstelling van rots en ijs.
Vergessen Sie nicht Eier zu kaufen!
Vergeet niet eieren te kopen.
Das Verfalldatum dieser Eier ist schon lange vorbei.
De vervaldatum van deze eieren is al lang voorbij.
Das Wasser wurde zu Eis.
Het water veranderde in ijs.
Wusstet ihr nicht, dass Schildkröten Eier legen?
Wisten jullie niet dat schildpadden eieren leggen?
Wussten Sie nicht, dass Schildkröten Eier legen?
Wist u niet dat schildpadden eieren leggen?
Schildkröten legen Eier.
Schildpadden leggen eieren.
Wo sind die Eier?
Waar zijn de eieren?
Tom hat hartgekochte Eier gegessen.
Tom at hardgekookte eieren.
Alle Eier in der Schachtel waren kaputt.
Alle eieren in de doos waren gebroken.
Es sind Eier.
Het zijn eieren.
Ich will ein Eis.
Ik wil een ijsje.
Ich will kein Eis.
Ik wil geen ijs.
Fliegen legen Eier.
Vliegen leggen eieren.
Wer will Eis?
Wie wil er ijs?
Legen Alligatoren Eier?
Leggen alligators eieren?
Haben Sie Eier?
Hebt u eieren?
Heeft u eieren?
Ist das Eis kalt?
Is het ijs koud?
Tom kocht Eier.
Tom kookt eieren.
Tom is eieren aan het koken.
Kinder mögen Eis.
Kinderen houden van ijs.
Tom mag Eis.
Tom houdt van ijs.
Synonyme
Antonyme
- Kugel:
- bol
Übergeordnete Begriffe
- Geld:
- geld
- Geschlechtsorgan:
- geslachtsorgaan
- Körperteil:
- lichaamsdeel
- Zelle:
- cel