Was heißt »plötz­lich« auf Niederländisch?

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Unser Zug hielt plötzlich an.

Onze trein stopte plotseling.

Plots bleef onze trein staan.

Die Braut brach plötzlich in Gelächter aus.

Plotseling barstte de bruid in lachen uit.

Herr Jordan wachte plötzlich auf.

Meneer Jordan werd plots wakker.

Das Wetter wurde plötzlich wärmer.

Het weer werd plots warmer.

Das Wetter schwang plötzlich um.

Het weer is plots omgeslagen.

Deine Idee ist nichts Wert. - Ha, nun ist es also plötzlich "meine" Idee!

Je idee is niets waard. - Ha, nu is het plotseling "mijn" idee!

Die Preise fielen plötzlich.

De prijzen werden plots lager.

Es begann plötzlich zu regnen.

Opeens begon het te regenen.

Mir kam plötzlich eine gute Idee.

Plotseling kreeg ik een goed idee.

Ihr Gesicht wurde plötzlich rot.

Haar gezicht werd plotseling rood.

Das Licht ging plötzlich an.

Het licht ging plotseling aan.

Eine plötzliche Krankheit zwang sie, den Termin abzusagen.

Door plotselinge ziekte moest ze haar afspraak afzeggen.

Ich verstehe nicht, warum er so plötzlich wegging.

Ik begrijp niet waarom hij zo opeens wegging.

Sie kamen plötzlich aus dem Nichts.

Plots kwamen zij uit het niets te voorschijn.

Der Bus hielt plötzlich mitten auf der Straße an.

De bus stopte plots in het midden van de straat.

Marias plötzlicher Tod hat alle überrascht.

De plotselinge dood van Maria heeft iedereen verrast.

Nach einem regnerischen Morgen teilten sich plötzlich die Wolken und am Himmel erschien ein doppelter Regenbogen.

Na de regenachtige ochtend braken de wolken open en verscheen een dubbele regenboog aan de hemel.

Warum ist es plötzlich so still?

Waarom is het plotseling zo stil?

Er war plötzlich vom Erdboden verschwunden und wurde nicht wiedergefunden.

Hij verdween plotseling van de aardbodem en is nooit teruggevonden.

Der Hund sprengte plötzlich einem Eichhörnchen hinterher.

De hond schoot plotseling achter een eekhoorntje aan.

Tom begann plötzlich zu heulen.

Tom begon plotseling te huilen.

Synonyme

jäh:

gauw

steil

schlag­ar­tig:

plotsklaps

Antonyme

all­mäh­lich:

geleidelijk

langzamerhand

ge­mäch­lich:

rustig

lang­sam:

langzaam

sloom

traag

Niederländische Beispielsätze

• Ze gaf me plotseling een kus.

• Hij stierf plotseling.