Was heißt »Kaffee« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Kaffee« (veraltet: Kaffe & Kaffeh) lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- koffie
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Möchten Sie eine Tasse Kaffee?
Wilt u een kopje koffie?
Wilt u een kop koffie?
Dieser Kaffee ist nicht heiß genug.
Deze koffie is niet warm genoeg.
Möchtest du eine Tasse Kaffee?
Wilt ge een tas koffie?
Möchtest du noch eine Tasse Kaffee trinken?
Wil je nog een kop koffie drinken?
Mach Kaffee.
Maak wat koffie.
Ga koffiezetten.
Maak koffie.
Weil sie den starken Kaffee getrunken hatte, konnte sie die ganze Nacht nicht schlafen.
Daar ze sterke koffie gedronken heeft, kon ze de hele nacht niet slapen.
Mein Vater mag starken Kaffee.
Mijn vader heeft graag sterke koffie.
Der Kaffee war so heiß, dass ich ihn nicht trinken konnte.
De koffie was zo heet, dat ik hem niet kon drinken.
Ich habe Durst. Ich hätte gerne eine Tasse Kaffee.
Ik heb dorst. Ik had graag een kopje koffie.
Dieser Kaffee ist zu bitter.
Deze koffie is te bitter.
Der Kaffee riecht gut.
De koffie ruikt goed.
Einen Kaffee mit Zucker und Kaffeesahne, bitte.
Een koffie met koffieroom en suiker, alstublieft.
Een koffie met koffieroom en suiker, alsjeblieft.
Ich trinke morgens immer zwei Tassen Kaffee.
Ik drink 's morgens altijd twee kopjes koffie.
Bringen Sie uns bitte zwei Tassen Tee und eine Tasse Kaffee.
Breng ons alstublieft twee tassen thee en een tas koffie.
Breng ons alstublieft twee koppen thee en een kop koffie.
Morgens trinke ich immer eine Tasse Kaffee.
's Morgens drink ik altijd een kop koffie.
Ich mag keinen Kaffee.
Ik hou niet van koffie.
Aber der Kaffee ist nicht gut.
Maar de koffie is niet goed.
Macht mir bitte eine Tasse Kaffee.
Maak mij alstublieft een kop koffie.
Ich hasse Kaffee.
Ik haat koffie.
Ich trinke keinen Kaffee.
Ik drink geen koffie.
Trinken Sie Kaffee?
Drinkt u koffie?
Der Kaffee ist kalt.
De koffie is koud.
Du hast drei Tassen Kaffee getrunken.
Je hebt drie koppen koffie gedronken.
Mir wurde angeboten, zwischen Tee oder Kaffee zu wählen.
Ik kreeg de keus tussen thee en koffie.
Wir importieren Kaffee aus Brasilien.
Wij voeren koffie in uit Brazilië.
Du trinkst zu viel Kaffee.
Ge drinkt te veel koffie.
Je drinkt te veel koffie.
Was möchtest du? Kaffee oder Tee?
Wat heb je liever: koffie of thee?
Eines der wichtigsten Erzeugnisse dieses Landes ist Kaffee.
Eén van de belangrijkste producten van dit land is koffie.
Was mögen Sie lieber, Tee oder Kaffee?
Wat mag u liever, thee of koffie?
Der Kaffee hält mich wach.
Koffie houdt me wakker.
Wollt ihr Tee oder Kaffee?
Willen jullie thee of koffie?
Ich mag Tee lieber als Kaffee.
Ik heb liever thee dan koffie.
Der Kaffee kommt nach dem Essen.
De koffie komt na het eten.
Trinken wir eine Tasse Kaffee?
Zullen we een kopje koffie drinken?
Drinken we een kopje koffie?
Bitte eine Tasse Kaffee.
Mag ik een kopje koffie?
Wie möchten Sie Ihren Kaffee?
Hoe wilt ge uw koffie?
Ich mache Kaffee.
Ik maak koffie.
Ik ben koffie aan het maken.
Ich bin es nicht gewohnt Kaffee ohne Zucker zu trinken.
Ik ben niet gewend om koffie zonder suiker te drinken.
Ich bevorzuge Kaffee.
Ik heb liever koffie.
Er mag keinen Kaffee.
Hij houdt niet van koffie.
Italiener trinken oft Kaffee.
Italianen drinken vaak koffie.
Ich würde gerne einen Kaffee trinken.
Ik zou een koffie willen drinken.
Würden Sie mir bitte eine Tasse Kaffee geben?
Geeft u me een kopje koffie, alstublieft?
Möchten Sie Tee oder Kaffee?
Wilt ge koffie of thee?
Lässt du deine Kinder Kaffee trinken?
Laat gij uw kinderen koffie drinken?
Ich fürchte, dass kein Kaffee übrig ist.
Ik ben bang dat er geen koffie meer over is.
Gegen die Schläfrigkeit werde ich mal einen Kaffee trinken und mich dem Wind draußen aussetzen.
Voor de slaperigheid neem ik een koffie en ga ik buiten wat frisse lucht opsnuiven.
Ich habe in dem Café eine Tasse Kaffee getrunken.
Ik heb in het café een kopje koffie gedronken.
Ich trinke Kaffee.
Ik drink koffie.
Nur Naoko trinkt Kaffee.
Alleen Naoko drinkt koffie.
Ich kann keinen Kaffee trinken.
Ik kan geen koffie drinken.
Kaffee oder Tee?
Koffie of thee?
Ich habe einen Liter Kaffee getrunken.
Ik heb een liter koffie gedronken.
Ich bestellte zwei Tee und drei Kaffee.
Ik heb twee thees en drie koffies besteld.
Ik heb twee thee en drie koffie besteld.
Der Kaffee ist bitter.
De koffie is bitter.
Trink doch etwas Kaffee. Er schmeckt sehr gut, finde ich.
Drink toch wat koffie. Het smaakt zeer goed, vind ik.
Kaffee verleiht dir Energie!
Koffie geeft je energie!
Trinkst du Kaffee?
Drink je koffie?
Tom nippte an seinem Kaffee.
Tom nipte aan zijn koffie.
Der Kaffee ist mir zu stark.
De koffie is te sterk voor me.
Ich liebe Kaffee.
Ik hou van koffie.
Sie mögen Kaffee.
Zij houden van koffie.
In der Kanne ist fast kein Kaffee mehr.
Er is nauwelijks koffie over in de pot.
Um fünf gibt es Kaffee und Kuchen.
Er is koffie en cake om vijf uur.
Was ich mir jetzt wünsche, ist eine Tasse heißen Kaffee.
Wat ik nu wil is een warme kop koffie.
Trinken Sie Tee oder Kaffee?
Drinkt u thee of koffie?
Trinkst du Tee oder Kaffee?
Drink je thee of koffie?
Tom trank Kaffee, während Maria eine Zigarette rauchte.
Tom dronk koffie terwijl Mary een sigaret rookte.
Tom trinkt nur Kaffee.
Tom drinkt alleen koffie.
Und wie wär's mit einem Kaffee?
Wat denk je van een koffie?
Wie trinkst du deinen Kaffee?
Hoe drink jij je koffie?
Gehen wir einen Kaffee trinken?
Gaan we koffie drinken?
Der Kaffee ist fertig.
De koffie is klaar.
Die Italiener trinken keinen Kaffee.
Italianen drinken geen koffie.
Warum mögt ihr den Kaffee stark?
Waarom heb je graag je koffie sterk?
Zwei Kaffees bitte.
Twee koffie, graag.
Eva trinkt nur Kaffee.
Eve drinkt alleen koffie.
Ich nehme etwas Milch in meinen Kaffee.
Ik deed wat melk in mijn koffie.
Ich brauche Kaffee.
Ik heb koffie nodig.
Sie liebt Kaffee.
Zij houdt van koffie.
Sie trinkt sehr gerne Kaffee.
Ze drinkt heel graag koffie.
Tom mag keinen irischen Kaffee.
Tom houdt niet van Irish Coffee.
Herr Ober, bitte drei Kaffee!
Ober, drie koffies, alstublieft.
Toms Firma führt Kaffee aus Brasilien ein.
Toms bedrijf importeert Braziliaanse koffie.
Tom hat schon drei Tassen Kaffee getrunken.
Tom heeft al drie kopjes koffie gedronken.
Anstatt mir Kaffee anzubieten, hat er mir Tee angeboten.
In plaats van me koffie aan te bieden, heeft hij me thee aangeboden.
Einen Kaffee bitte!
Koffie, graag.
Bitte geben Sie mir noch etwas Kaffee.
Meer koffie, alstublieft.
Ich will einen Kaffee.
Ik wil een kop koffie.
Wir haben eine Tasse Kaffee getrunken.
We hebben een kopje koffie gedronken.
Sie geben keinen Zucker in Ihren Kaffee.
U doet geen suiker in uw koffie.
Sie geben keinen Zucker in ihren Kaffee.
Zij doen geen suiker in hun koffie.
Sie geben selten Zucker in ihren Kaffee.
Ze doen zelden suiker in hun koffie.
Wir geben selten Zucker in unseren Kaffee.
We doen zelden suiker in onze koffie.
Ich gebe selten Zucker in meinen Kaffee.
Ik doe bijna nooit suiker in mijn koffie.
Sie trinkt keinen Kaffee.
Zij drinkt geen koffie.
Ze drinkt geen koffie.
Tom trinkt Kaffee.
Tom drinkt koffie.
Magst du Kaffee?
Hou je van koffie?
Mögt ihr Kaffee?
Houden jullie van koffie?
Ich habe aufgehört, Kaffee zu trinken.
Ik ben gestopt met koffie drinken.
Ik stopte met koffie drinken.
Synonyme
Antonyme
Niederländische Beispielsätze
Ik wil koffie.
De vrouw ruikt de koffie.
Er bestaan veel soorten koffie.
Ik ben pas te genieten na mijn eerste kopje koffie.
Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?
Hij deed per ongeluk zout in zijn kopje koffie.
Je moet je tong leren om goede koffie van slechte te onderscheiden.
Ik heb koffie, thee, water en vers vruchtensap.
Ik heb de koffie gedronken.
Tom zei mij dat hij minstens drie tassen koffie per dag drinkt.
Als dit koffie is, breng me thee. Maar als dit thee is, breng me koffie.
Ik heb meer koffie nodig.
Waarom heb je geen koffie gekocht?
Zij dronken koffie.
Ik drink koffie met melk.
Ik drink mijn koffie.
De koffie is heet.
Waarom hou je van zwarte koffie?
Tom en Maria zeiden dat ze geen koffie dronken.
Ik drink liever cola dan koffie.
Übergeordnete Begriffe
- Mahlzeit:
- maaltijd
Untergeordnete Begriffe
- Milchkaffee:
- koffie verkeerd