Was heißt »Mahlzeit« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Mahlzeit« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- maaltijd
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
"Mama, darf ich einen Keks essen?" "Nein, darfst du nicht. Man sollte nicht zwischen den Mahlzeiten essen."
"Mama, mag ik een koekje eten?" "Nee, dat mag je niet. Je hoort niet tussen de maaltijden te eten."
Diese Mahlzeit reicht für zwei.
Deze maaltijd is genoeg voor twee personen.
Putz dir nach jeder Mahlzeit die Zähne.
Poets je tanden na iedere maaltijd.
Diese Mahlzeit ist genug für drei Personen.
Deze maaltijd is genoeg voor drie personen.
Na prost Mahlzeit, du lebst noch?
Nou, mooi zo. Je leeft nog?
Fantastisch. Je leeft nog?
Zwischen den Mahlzeiten zu essen ist eine schlechte Angewohnheit.
Tussen de maaltijden door eten is een slechte gewoonte.
Sind die Mahlzeiten inkludiert?
Zijn maaltijden inbegrepen?
Teure Mahlzeiten gleichen Mangel an Schlaf nicht aus.
Dure maaltijden compenseren het gebrek aan slaap niet.
Tom trinkt immer zwei Gläser Wein pro Mahlzeit.
Tom drinkt twee glazen wijn bij elke maaltijd.
Synonyme
Sinnverwandte Wörter
- Fressen:
- vreten
Niederländische Beispielsätze
Ze bereidde hem een lekkere maaltijd.
De jeuk kwam op enkele uren na de maaltijd.
Een maaltijd zonder wijn is als een dag zonder zonneschijn.
Vergeet niet uw tanden te poetsen na elke maaltijd, en voor het slapengaan.
Vond je de maaltijd lekker?
De maaltijd was uitstekend maar erg duur.
Untergeordnete Begriffe
- Abendessen:
- avondeten
- Abendmahlzeit:
- avondmaaltijd
- Diner:
- diner
- Frühstück:
- ontbijt
- Henkersmahlzeit:
- galgenmaal
- Mittagessen:
- middageten