Was heißt »Geburtstag« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Geburtstag« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- geboortedag (männlich)
- verjaardag (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Heute ist der 18. Juni und das ist der Geburtstag von Muiriel!
Vandaag is het 18 juni en het is de verjaardag van Muiriel!
Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Muiriel!
Gefeliciteerd met je verjaardag, Muiriel!
Alles Gute zum Geburtstag, Muiriel!
Gelukkige verjaardag Muiriel!
Ich freue mich auf meinen Geburtstag.
Ik verheug me op mijn verjaardag.
Mein Geburtstag ist am 22. März.
Mijn verjaardag is 22 maart.
Morgen habe ich Geburtstag.
Morgen ben ik jarig.
Gestern war mein Geburtstag.
Gisteren was mijn verjaardag.
Wir feierten seinen Geburtstag.
We vierden zijn verjaardag.
Ich weiß nicht, was ich ihm zum Geburtstag kaufen soll.
Ik weet niet wat ik voor hem voor zijn verjaardag moet kopen.
Wenn jemand aus der Klasse Geburtstag hat, malt die Lehrerin immer eine Fahne an die Tafel.
Als er iemand in de klas jarig is, tekent de juf altijd een vlag op het bord.
Er hat am 5. Mai Geburtstag.
Zijn verjaardag is op vijf mei.
Leider habe ich nur einmal im Jahr Geburtstag.
Helaas ben ik maar één keer per jaar jarig.
Wann hast du Geburtstag?
Wanneer is het jouw verjaardag?
Toms Geburtstag war gestern.
Toms verjaardag was gisteren.
Unsere Familie ist ziemlich groß. Zum Geburtstag meines Vaters kamen über 80 Leute.
Onze familie is redelijk groot. Bij de verjaardag van mijn vader waren we met meer dan 80 personen.
Sie macht sich besondere Mühe unsere Geburtstage nicht zu vergessen.
Ze doet erg haar best onze verjaardagen niet te vergeten.
Sie feierte gestern ihren fünfzehnten Geburtstag.
Ze vierde haar vijftiende verjaardag gisteren.
Ze vierde gisteren haar vijftiende verjaardag.
Mama hat zu meinem Geburtstag einen Kuchen gebacken.
Mamma had een taart voor mijn verjaardag gebakken.
Morgen ist ihr Geburtstag.
Morgen is haar verjaardag.
Morgen is het haar verjaardag.
Mein Großvater schenkte mir etwas zum Geburtstag.
Mijn grootvader gaf me een verjaardagscadeautje.
Ich habe am 10. November Geburtstag.
Mijn verjaardag is op tien november.
Er starb ein paar Tage vor seinem hundertsten Geburtstag.
Hij stierf enkele dagen voor zijn honderdste verjaardag.
Bald ist mein Geburtstag.
Het is bijna mijn verjaardag.
Ihr Geburtstag wurde groß gefeiert.
Haar verjaardag werd groots gevierd.
Alles Gute zum Geburtstag!
Gelukkige verjaardag!
Tom hat heute Geburtstag.
Tom is vandaag jarig.
Wann hat mein Bruder Geburtstag?
Wanneer is mijn broers verjaardag?
Sie wünscht sich zu ihrem Geburtstag etwas ganz Besonderes.
Ze wil iets heel speciaals voor haar verjaardag.
Sie hat meinen Geburtstag vergessen.
Ze vergat mijn verjaardag.
Er hat meinen Geburtstag vergessen.
Hij is mijn verjaardag vergeten.
Hij vergat mijn verjaardag.
Heute ist der Geburtstag von einem meiner Freunde.
Vandaag is het de verjaardag van een van mijn vrienden.
Ich habe im Juli Geburtstag.
Ik verjaar in juli.
Wann ist dein Geburtstag?
Wanneer is je verjaardag?
Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Fräulein Aiba!
Hartelijk gefeliciteerd met uw verjaardag, juffrouw Aiba!
Wann hat Tom Geburtstag?
Wanneer is Toms verjaardag?
Ich möchte ihm gerne etwas zum Geburtstag schenken.
Ik zou hem graag een cadeau voor zijn verjaardag willen geven.
Der Geburtstag meines Vaters fällt in diesem Jahr auf einen Sonntag.
Mijn vaders verjaardag valt dit jaar op een zondag.
Heute habe ich Geburtstag.
Vandaag ben ik jarig.
Ik ben jarig vandaag.
Wir vergessen unseren Geburtstag nicht.
Wij vergeten onze verjaardag niet.
Weißt du, wann Tom Geburtstag hat?
Weet je wanneer het de verjaardag van Tom is?
Wann hat Ernő Geburtstag?
Wanneer verjaart Ernö?
Alles Gute zum Geburtstag, Rumänien!
Gelukkige verjaardag, Roemenië!
Tom hat nächste Woche Geburtstag.
Toms verjaardag is volgende week.
Heute ist dein Geburtstag.
Vandaag is je verjaardag.
Du hast meinen Geburtstag vergessen.
Je bent mijn verjaardag vergeten.
Mein Geburtstag ist erst in einem Monat.
Mijn verjaardag is pas over een maand.
Amys Geburtstag ist im Oktober.
Amy's verjaardag is in oktober.
Tom hat zu Marias Geburtstag eine Handtasche gekauft.
Tom heeft een handtas gekocht voor Maria's verjaardag.
Toms Geburtstag war vorgestern.
Toms verjaardag was eergisteren.
Gratulation zu deinem Geburtstag!
Gefeliciteerd met je verjaardag!
Wie feierst du deinen Geburtstag?
Wat doe jij om je verjaardag te vieren?
Herzlichen Glückwunsch zum runden Geburtstag!
Hartelijke gelukwensen voor je ronde verjaardag!
Mama hat mir zum Geburtstag einen Kuchen gebacken.
Mamma heeft voor mijn verjaardag een cake gebakken.
Ich habe heute Geburtstag.
Ik ben vandaag jarig.
Niederländische Beispielsätze
Enkele jaren later werd in plaats van "De Internationale Taal van doctor Esperanto" gewoonlijk de korte naam "Esperanto" gebruikt. Op deze dag vieren we dus in de hele wereld de 125ste verjaardag van Esperanto.
Herinner je je de geboortedag van je vader?
Übergeordnete Begriffe
- Geburtsdatum:
- geboortedatum
- Tag:
- dag