Was heißt »Fehler« auf Niederländisch?
Das Substantiv »Fehler« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- fout (männlich)
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Ich bin ein Mensch, der viele Fehler hat, aber diese Fehler können leicht korrigiert werden.
Ik ben een mens met tekortkomingen, maar het zijn tekortkomingen die makkelijk verholpen kunnen worden.
Entschuldigung, erlauben Sie mir, auf drei Fehler in dem obigen Artikel hinzuweisen.
Excuseer, staat u me toe drie fouten in het bovenstaande artikel te vermelden.
Excuseer me, graag wil ik de aandacht vestigen op drie fouten in het bovenvermelde artikel.
Zur Vollkommenheit fehlte ihr nur ein Fehler.
Ze miste slechts een foutje om de perfectie te bereiken.
Om tot de volmaaktheid te geraken, mankeerde haar slechts een tekortkoming.
Het ontbrak haar slechts een gebrek om tot de volmaaktheid te geraken.
Du hast einen Fehler gemacht.
Je hebt een fout gemaakt.
Da es in Eile geschrieben wurde, wimmelt es in dem Buch vor Fehlern.
Omdat het in haast is geschreven, wemelt het in het boek van fouten.
Jeder kann Fehler machen.
Iedereen kan fouten maken.
Er hat Angst, einen Fehler zu begehen.
Hij is bang fouten te maken.
Wir neigen dazu, Fehler zu machen.
We hebben de neiging fouten te maken.
Er machte einen Fehler und trank Gift.
Hij vergiste zich en dronk vergif.
Du hast viele Fehler gemacht.
Ge hebt veel fouten gemaakt.
Obwohl sie Fehler hat, mag ich sie.
Ofschoon ze fouten heeft, mag ik haar.
Sie hat auch Fehler.
Ze heeft ook fouten.
Er macht immer wieder die gleichen Fehler.
Hij maakt keer op keer dezelfde fouten.
Jeder macht Fehler.
Iedereen maakt fouten.
Du darfst keine Angst haben, Fehler zu machen, wenn du eine Sprache lernst.
Heb geen schrik om fouten te maken, als ge een taal leert.
Du hast wieder denselben Fehler gemacht.
Je hebt weer dezelfde fout gemaakt.
Mach keinen Fehler.
Maak geen fout.
Vergis je er niet in.
Mein Fehler.
Mijn eigen schuld.
Er gab seinen Fehler zu.
Hij heeft zijn fout erkend.
Das ist nicht mein Fehler.
Het is niet mijn fout.
Jeder macht mal einen Fehler.
Iedereen maakt wel eens een foutje.
Ich denke, du hast einen Fehler gemacht.
Ik denk dat je een fout hebt gemaakt.
Man neigt dazu, seine eigenen Fehler zu vergessen.
Men is geneigd de eigen fouten te vergeten.
Jeder kann einen Fehler machen.
Iedereen kan wel een foutje maken.
Mach den gleichen Fehler nicht noch einmal.
Maak dezelfde fout niet nog eens.
Ich glaube, in meiner Rechnung ist ein Fehler.
Ik geloof dat er een fout op mijn rekening staat.
Sie lachten über seinen Fehler.
Zij lachten over zijn fout.
Glaubst du nicht, dass er viele Fehler hat?
Denkt ge niet dat hij veel gebreken heeft?
Der tragische Fehler betraf viele Menschen.
De tragische fout heeft veel mensen getroffen.
Fürchte nicht einen Fehler zu machen.
Wees niet bang om een fout te maken.
Wobei ist der Fehler aufgetreten?
Waar is de fout opgetreden?
Wie äußert sich der Fehler?
Hoe uit zich de fout?
Er bemerkte, dass er einen Fehler gemacht hatte.
Hij ontdekte dat hij een fout had gemaakt.
Du musst aus deinen Fehlern lernen.
Ge moet leren uit uw fouten.
Er zieht immer Vorteile aus den Fehlern seiner Rivalen.
Hij haalt altijd voordeel uit de gemaakte fouten van zijn tegenstanders.
Ich mache zu viele Fehler.
Ik maak te veel fouten.
Ich kann nicht verstehen, wie ich so einen Fehler machen konnte.
Ik kan maar niet verstaan hoe ik zo een fout heb kunnen maken.
Hab keine Angst davor, Fehler zu machen, wenn du Englisch sprichst.
Wees niet bang om fouten te maken wanneer je Engels spreekt.
Ein kluger Mensch lernt aus seinen Fehlern.
Een wijze leert uit zijn fouten.
Ich gebe es ja zu, ich habe einen Fehler gemacht.
Ik geef toe dat ik een fout heb gemaakt.
Wenn du einen Fehler siehst, poste einfach einen Kommentar!
Wanneer je een fout ziet, post dan simpelweg een commentaar!
Mittlerweile haben wir aus unseren Fehlern gelernt.
In de tussentijd hebben wij van onze fouten geleerd.
Federico Fellini meinte, intelligente Fehler zu machen, sei eine große Kunst.
Federico Fellini was van mening dat het maken van intelligente fouten, een grote kunst was.
Wir machen alle Fehler.
We maken allemaal fouten.
Jeder Mensch macht Fehler. Das Kunststück liegt darin, sie zu machen, wenn keiner zuschaut.
Iedereen maakt fouten. De kunst bestaat erin ze te maken wanneer niemand toekijkt.
Ich gebe meinen Fehler zu.
Ik erken mijn fout.
Sie haben einen Fehler gemacht.
U heeft een fout gemaakt.
Er fand fünf Fehler in fünf Zeilen.
Hij vond vijf fouten in vijf lijnen.
Du brauchst keine Angst zu haben, Fehler zu machen.
Je hoeft niet bang te zijn om fouten te maken.
Sie haben denselben Fehler begangen.
U hebt dezelfde fout gemaakt.
Warum geben Sie Ihren Fehler nicht zu?
Waarom geeft ge uw fout niet toe?
Das ist ein Fehler.
Het is een fout.
Trotz all seiner Fehler mag ich ihn.
Ondanks al zijn fouten, mag ik hem.
Deine Fehler lassen mich dich noch mehr lieben.
Je fouten maken dat ik nog meer van je hou.
Tom machte viele Fehler.
Tom maakte veel fouten.
Tom hat viele Fehler gemacht.
Tom heeft veel fouten gemaakt.
Verbessern Sie mich bitte, wenn ich Fehler mache!
Corrigeert u me als ik fouten maak, alstublieft.
So einen Fehler werde ich nie mehr machen.
Ik zal nooit meer zo’n fout maken.
Wenige Politiker geben ihre Fehler zu.
Weinig politici geven hun fouten toe.
Das war ein Fehler.
Dat was een fout.
Es war ein Fehler von ihrer Seite.
Het was een fout van hun kant.
Klug ist nicht, wer keine Fehler macht. Klug ist der, der es versteht, sie zu korrigieren.
Slim is niet, wie geen fouten maakt. Slim is wie ze weet te verbeteren.
Vielen Dank für die gewissenhafte Korrektur! Meine Fehler sind mir mehr als klar geworden.
Heel veel dank voor de weloverwogen correcties! Mijn fouten zijn me overduidelijk geworden.
Ich habe einen Fehler gemacht.
Ik heb een fout gemaakt.
Sie räumte ihren Fehler ein.
Ze gaf haar fouten toe.
Es ist nicht dein Fehler.
Het is niet jouw fout.
Der Satz weist einige schwere Fehler auf.
De zin heeft een paar ernstige fouten.
Wenn kleine Fehler nicht unmittelbar korrigiert werden, führen sie möglicherweise zu schwerwiegenden Problemen.
Indien kleine foutjes niet onmiddellijk worden verbeterd, dan kunnen ze tot ernstige problemen leiden.
Schon gut. Jeder macht Fehler.
Maak je geen zorgen. Iedereen kan zich vergissen.
Es gibt keine Fehler in deinem Aufsatz.
Er staan geen fouten in je opstel.
Er hat fünf Fehler in ebenso vielen Zeilen gefunden.
Hij heeft vijf fouten gevonden in evenzoveel regels.
Das muss ein Fehler sein.
Dat moet een fout zijn.
Machen Sie keine Fehler!
Maak geen fouten!
Ihr habt einen Fehler gemacht.
Jullie hebben een fout gemaakt.
Kein Fehler entging seinem wachen Blick.
Geen enkele fout ontsnapte aan zijn wakkere blik.
Das ist ein schrecklicher Fehler.
Dat is een verschrikkelijke fout.
Ich muss irgendwo einen Fehler gemacht haben.
Ik moet ergens een fout hebben gemaakt.
Machen Sie sich keine Sorgen! Das ist ein häufiger Fehler.
Maak u geen zorgen. Het is een veelvoorkomende fout.
Ich habe deine Fehler korrigiert.
Ik heb je fouten verbeterd.
Es gibt einen Fehler in der Rechnung.
Er is een fout in de rekening.
Er staat een fout in de rekening.
Das war mein Fehler.
Dit was mijn fout.
Es ist offensichtlich ein Fehler.
Het is duidelijk een fout.
Ich kontrollierte es zweimal, um sicher zu gehen, dass wir keinen Fehler gemacht haben.
Ik controleerde het twee maal om zeker te zijn dat we geen enkele fout maakten.
Wo ist der Fehler?
Waar is de fout?
Ich schwöre, dass es nicht mein Fehler war.
Ik zweer dat het niet mijn fout was.
Gott macht keine Fehler.
God maakt geen fouten.
Ich mag ihn trotz seiner Fehler.
Ik hou van hem, ondanks zijn gebreken.
Sie hat ihre Fehler, aber ich hab sie gern.
Ze heeft haar gebreken maar ik mag haar graag.
Ich habe viele dumme Fehler gemacht.
Ik maakte veel stomme fouten.
Wir haben schlicht zu viele Fehler gemacht.
We hebben gewoon te veel fouten gemaakt.
Fehler machen wir alle. Der erste muss aber besonders gefeiert werden.
We maken allemaal fouten. De eerste moet echter speciaal worden gevierd.
Weil du sie rechtzeitig gewarnt hast, hat sie diesen Fehler nicht gemacht.
Als je haar tijdig gewaarschuwd had, had ze deze fout niet gemaakt.
Du machst immer weniger Fehler.
Je maakt steeds minder fouten.
Wir können uns augenblicklich keine Fehler erlauben.
We kunnen ons op dit moment geen fouten permitteren.
Korrigieren Sie die Fehler.
Corrigeer de fouten.
Tom gab seinen Fehler nicht zu.
Tom gaf zijn fout niet toe.
Tom hat seinen Fehler nicht zugegeben.
Tom heeft zijn fout niet toegegeven.
Dem Architekten unterlief ein Fehler.
De architect heeft zich vergist.
De architect maakte een fout.
Mache Fehler, lerne daraus und wachse!
Maak fouten, leer ervan en groei!
Es ist ein interner Fehler aufgetreten.
Er is een interne fout opgetreden.
Synonyme
- Entgleisung:
- ontsporing
- Fauxpas:
- blunder
- Gebrechen:
- gebrek
- Nachteil:
- nadeel
- Panne:
- panne
- Schnitzer:
- blunder
- Unrichtigkeit:
- onjuistheid
- Unstimmigkeit:
- meningsverschil
- Verstoß:
- schending
Antonyme
- Qualität:
- kwaliteit
- Richtigkeit:
- juistheid
Niederländische Beispielsätze
Tom zei dat het jouw fout was.
Ik had dat niet moeten doen. Het was fout.
Je bent zelfs niet mans genoeg om je fout toe te geven.
Heb ik het fout?
Wat hij zegt, is fout.
Beide antwoorden zijn fout.
Straf hem niet omdat hij het raam gebroken heeft. Het is niet zijn fout.
Wat als ik het fout heb?
Ze geeft haar fout niet toe.
Allebei de antwoorden zijn fout.
Ook een leraar maakt al eens een fout.
Ik denk dat je het fout hebt.
Uw antwoord is fout.
Tom stortte zich in een roekeloos avontuur: op elke fout stond het doodvonnis.
Ik heb dezelfde fout gemaakt als de laatste keer.
Wat hij deed was niet fout.
Dat is niet de fout van Jack.
Het is moeilijk om goed van fout te onderscheiden.
Mijn rekenmachine heeft een fout gemaakt.
Mijn rekenmachine maakte een fout.
Untergeordnete Begriffe
- Rechenfehler:
- rekenfout
- Rechtschreibfehler:
- spelfout