Was heißt »Blu­me« auf Niederländisch?

Das Substantiv »Blu­me« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • bloem (weiblich)

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

Bienen fliegen von Blume zu Blume.

Bijen vliegen van bloem tot bloem.

Froh sind diejenigen, die Blumen lieben.

Gelukkig zij die van bloemen houden.

Blij zijn zij die van bloemen houden.

Ich gieße die Blumen im Garten jeden Tag.

Ik geef de bloemen in de tuin elke dag water.

Danke für die schönen Blumen.

Bedankt voor de mooie bloemen.

Interessierst du dich für Blumen?

Interesseer je je voor bloemen?

Diese Blume ist sehr schön.

Deze bloem is erg mooi.

Es kann sein, dass Herr Sato diese Blumen geschickt hat.

Misschien is het mijnheer Sato die deze bloemen gestuurd heeft.

Ich mag Blumen nicht besonders.

Ik hou niet zo van bloemen.

Ich mag Blumen, zum Beispiel Rosen.

Ik houd van bloemen, zoals bijvoorbeeld rozen.

Sie sagt, dass sie Blumen mag.

Ze zegt dat ze van bloemen houdt.

Betty gießt die Blumen.

Betty geeft de bloemen water.

Sie pflückte Blumen.

Zij plukte bloemen.

Ich werde mich um die Blumen kümmern.

Ik zal voor de bloemen zorgen.

Diese Blumen blühen früher als andere.

Deze bloemen bloeien vroeger dan andere.

Alle Blumen im Garten sind auf Grund des Wassermangels eingegangen.

Alle bloemen in de tuin zijn verslensd door gebrek aan water.

Diese Blume riecht gut.

Deze bloem ruikt lekker.

Wir müssen die Blumen gießen.

We moeten de bloemen water geven.

Diese Blume ist die schönste in dem Garten.

Deze bloem is de mooiste in de tuin.

Wir müssen der Blume Wasser geben.

We moeten de bloem water geven.

Bitte gieße die Blumen.

Geef de bloemen alsjeblieft water.

Der Garten war voller Blumen.

De tuin was vol met bloemen.

Diese Blumen sehen alle gleich aus.

Deze bloemen lijken allemaal op elkaar.

Keine der Blumen ist aus Plastik.

Geen van de bloemen is van plastic.

Er pflückte Blumen für sie.

Hij plukte bloemen voor haar.

Hij heeft voor haar bloemen geplukt.

Ich mag es, mein Zimmer mit Blumen zu schmücken.

Ik versier graag mijn kamer met bloemen.

Sie hat Blumen in der Hand.

Ze heeft bloemen in haar hand.

Ich sehe eine Blume auf dem Tisch.

Ik zie een bloem op de tafel.

Was für schöne Blumen du geholt hast!

Wat een mooie bloemen hebt ge gebracht!

Das Mädchen auf diesem Bild trägt eine Krone, nicht aus Gold, sondern aus Blumen.

Op de foto heeft het meisje geen gouden kroon, maar een kroon van bloemen op.

Es ist eine chinesische Tradition, den Frühling mit Blumen zu begrüßen.

Het is een Chinese traditie om de lente met bloemen te verwelkomen.

Warum hast du Blumen gekauft?

Waarom heb je bloemen gekocht?

Viele schöne Blumen blühen im Frühling.

Veel mooie bloemen bloeien in de lente.

Zwischen den Blumen wuchs viel Unkraut.

Tussen de bloemen groeide er veel onkruid.

Überall waren Blumen.

Overal waren er bloemen.

Ich schenkte meiner Mutter 19 Blumen zum Muttertag.

Ik gaf mijn moeder 19 bloemen op Moederdag.

Der Garten war voll mit gelben Blumen.

De tuin stond vol met gele bloemen.

Meine Tante hat mir Blumen gebracht.

Mijn tante heeft mij bloemen gebracht.

Die Kirche ist für die Hochzeit mit Blumen geschmückt.

De kerk is versierd met bloemen voor de bruiloft.

Sie mag Blumen sehr.

Ze houdt erg veel van bloemen.

Ist das eine Blume?

Is dit een bloem?

Wie viele Blumen kaufst du?

Hoeveel bloemen koop je?

Sie hat eine Blume in der Hand.

Zij heeft een bloem in haar hand.

Was für wunderbare Blumen!

Wat voor een prachtige bloemen.

Wie viele Blumen hast du gekauft?

Hoeveel bloemen heb je gekocht?

Er kaufte Blumen.

Hij kocht bloemen.

Er kam mit einem großen Strauß Blumen.

Hij kwam met een grote bos bloemen.

Sie gießt die Blumen.

Ze geeft de bloemen water.

Das ist eine sehr schöne Blume.

Dit is een erg mooie bloem.

Die Blumen haben ebensoviel Recht zu leben wie wir.

De bloemen hebben evenveel recht op leven als wij.

Das hier ist eine schöne Blume.

Dat is een mooie bloem.

Blumen sind gelb.

Bloemen zijn geel.

Tom pflückt Blumen.

Tom plukt bloemen.

Maria riecht an den Blumen.

Maria ruikt aan de bloemen.

Dies ist eine Blume?

Dit is een bloem?

Die Blume hat einen starken Duft.

Die bloem ruikt sterk.

Vater gießt Blumen.

Vader geeft bloemen water.

Sie ist neugierig, wer ihr wohl die Blumen schickte.

Ze is nieuwsgierig naar wie de bloemen stuurde.

Drei Dinge blieben uns vom Paradiese: die Sterne, die Blumen und die Kinder.

Drie dingen zijn ons uit het paradijs overgebleven: de sterren, de bloemen en de kinderen.

Weißt du noch, wie Blumen duften?

Weet je nog hoe bloemen ruiken?

An welcher Blume hat sie gerochen?

Aan welke bloem rook ze?

Es ist eine künstliche Blume.

Het is een kunstbloem.

Ich muss Blumen kaufen für meine Freundin.

Ik moet bloemen kopen voor mijn vriendin.

Wo hast du Blumen gekauft?

Waar heb je bloemen gekocht?

Wo hast du die Blumen gekauft?

Waar heb je de bloemen gekocht?

Wie heißt diese Blume?

Hoe heet deze bloem?

Weißt du, wie diese Blume heißt?

Weet jij de naam van deze bloem?

Die Blume ist rot.

De bloem is rood.

Ein langes Leben allen, die den Namen einer Blume tragen!

Hartelijk proficiat aan allen die de naam van een bloem dragen!

Kinder sind die Blumen unseres Lebens.

De kinderen zijn de bloemen van ons leven.

Das ist die schönste Blume des Gartens.

Dat is de mooiste bloem van de tuin.

Die Blumen sind am Verwelken.

Die bloemen zijn aan het verwelken.

Ist die Blume echt?

Is de bloem echt?

Der Junge pflückt gelbe Blumen.

De jongen plukt gele bloemen.

Die blaue Blume ist klein.

De blauwe bloem is klein.

Das sind schöne Blumen.

Dit zijn mooie bloemen.

Vielen Dank für die Blumen!

Erg bedankt voor de bloemen!

Die Blume ist gelb.

De bloem is geel.

Ich rieche Blumen.

Ik ruik bloemen.

Sie stellte die schönen Blumen in eine silberne Vase.

Ze zette de mooie bloemen in een zilveren vaas.

Die Blumen im Garten sind herrlich.

De bloemen in de tuin zijn prachtig.

Ich habe Blumen gekauft, weil ich heute Nachmittag meine Oma besuchen gehe.

Ik heb bloemen gekocht, omdat ik mijn oma vanmiddag ga bezoeken.

Blumen blühen.

Bloemen bloeien.

Diese Blume ist blau.

Deze bloem is blauw.

Weißt du, was das für eine Blume ist?

Weet je wat voor soort bloem dit is?

Wissen Sie, was das für eine Blume ist?

Weet u wat voor soort bloem dit is?

Sonnenblumen sind schöne Blumen.

Zonnebloemen zijn mooie bloemen.

Die Blume ist schön.

De bloem is mooi.

Die Blume ist blau.

Die bloem is blauw.

De bloem is blauw.

Was für eine Blume ist das?

Welke bloem is dat?

Freundschaft ohne Vertrauen ist wie eine Blume ohne Duft.

Vriendschap zonder vertrouwen is als een bloem zonder geur.

Jede duftende Blume erzählt uns die Geheimnisse des Universums.

Elke geurende bloem vertelt ons de geheimen van het universum.

Diese Blume ist schön, findest du nicht?

Deze bloem is mooi, vind je niet?

Tom ist im Garten und pflanzt Blumen.

Tom is in de tuin bloemen aan het planten.

Die Blumen in seinem Garten welkten.

De bloemen in zijn tuin zijn verwelkt.

Tom hat die Blumen fotografiert.

Tom heeft de bloemen gefotografeerd.

Die Blume in der Vase ist gelb.

De bloem in de vaas is geel.

Ein Haus ohne Kinder ist wie ein Garten ohne Blumen.

Een huis zonder kinderen is als een tuin zonder bloemen.

Tom goss die Blumen.

Tom gaf de bloemen water.

Wem haben Sie die Blumen gebracht?

Aan wie heb je de bloemen gebracht?

Erinnerst du dich noch, wie Blumen riechen?

Herinner je je nog hoe bloemen ruiken?

Synonyme

Bier­schaum:
bierschuim

Niederländische Beispielsätze

  • Tom mengt bloem met suiker.

  • De narcis is de nationale bloem van Wales.

  • Deze bloem is wit.

  • Deze bloem is zwart.

  • Ze heeft een bloem in haar hand.

  • Giet de bloem in een kom en voeg dan, terwijl u het geheel met een houten lepel of een paar eetstokjes doorroert, geleidelijk het warme water toe.

Übergeordnete Begriffe

Pflan­ze:
plant

Untergeordnete Begriffe

Edel­weiß:
edelweiss
Korn­blu­me:
korenbloem
Li­lie:
lelie
Mai­glöck­chen:
lelietje-van-dalen
meiklokje
Nel­ke:
anjer
Pe­tu­nie:
petunia
Ro­se:
roos
Son­nen­blu­me:
zonnebloem
zunneblomme
Stroh­blu­me:
strobloem
Tul­pe:
tulp
Ver­giss­mein­nicht:
vergeet-me-niet

Blume übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: Blume. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2022, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: Blume. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 341491, 342041, 344615, 356643, 365957, 366445, 368239, 368582, 368601, 370207, 370350, 370452, 372394, 378534, 381133, 395149, 399772, 438084, 441283, 508484, 607763, 608639, 616062, 618414, 637313, 666564, 690608, 700365, 751032, 766369, 784574, 796918, 824759, 931331, 942546, 978123, 982730, 1007985, 1019276, 1187308, 1195793, 1205331, 1211814, 1266115, 1341455, 1405125, 1489230, 1524518, 1578005, 1620516, 1704174, 1713324, 1714281, 1769486, 1790669, 1801829, 1813678, 1825397, 1843263, 1892399, 1919399, 1979494, 2116029, 2116030, 2201679, 2282872, 2979234, 3171997, 3226971, 3282670, 3375722, 3571659, 3897756, 3997876, 4166666, 4303251, 4308374, 4360011, 4603869, 4847194, 4909938, 5161699, 5318923, 5346938, 5346939, 5412299, 6005485, 6005486, 6036287, 6044485, 6127194, 6173810, 6482541, 6637620, 6734094, 6771330, 6839480, 6866452, 6941971, 7050754, 5927401, 6136973, 7327899, 7327900, 7902354 & 10291402. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR