Was heißt »schla­gen« auf Niederländisch?

Das Verb »schla­gen« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • slaan
  • verslaan
  • vechten
  • zingen
  • kloppen
  • vellen
  • aanslaan

Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen

So schlage ich zwei Fliegen mit einer Klappe.

Zo sla ik twee vliegen in één klap.

Der Blitz schlug in den Turm ein.

De bliksem sloeg in op de toren.

Zwei Fliegen mit einer Klappe schlagen.

Twee vliegen in een klap slaan.

Ich habe ihn im Schach geschlagen.

Ik versloeg hem in het schaken.

Er schlug mir mit seiner Faust ins Gesicht.

Hij sloeg met zijn vuist in mijn gezicht.

Wenn deine Augen eine schöne Frau erblicken, dann schlage sie nieder.

Wanneer je ogen een schone vrouw aanschouwen, sla ze dan neer.

Unsere Mannschaft hat unseren Gegner 5 zu 4 geschlagen.

Onze ploeg heeft onze tegenstander met 5-4 verslagen.

Die Armee schlug den Aufstand nieder.

Het leger onderdrukte de opstand.

Sie schlug mit der Faust auf den Tisch.

Ze sloeg met de vuist op tafel.

Es hat gerade acht Uhr geschlagen, nicht wahr?

Het heeft juist acht uur geslagen, of niet?

Wir müssen uns vereinigen, um den Feind zu schlagen.

We moeten ons verenigen om de vijand te verslaan.

Er schlug mit der Faust auf den Tisch.

Hij sloeg met zijn vuist op de tafel.

Zur Antwort schlug er mir auf den Kopf.

Als antwoord sloeg hij mij op mijn hoofd.

Womit wurden Sie geschlagen?

Met wat heeft men u geslagen?

Was schlägst du vor?

Wat stel je voor?

Sie schlug ihm ins Gesicht.

Zij sloeg hem in het gezicht.

Speck und Brot schlägt den Hunger tot.

Spek en brood slaat de honger dood.

Die Bäume schlagen aus.

De bomen lopen uit.

Man findet schnell einen Stock, wenn man einen Hund schlagen will.

Wie een hond wil slaan, kan gemakkelijk een stok vinden.

Ein Blitz schlug in die Scheune ein.

De schuur werd getroffen door bliksem.

Sie hat alle meine Warnungen in den Wind geschlagen.

Ze heeft al mijn waarschuwingen in de wind geslagen.

Tom schlug Mary grün und blau.

Tom sloeg Mary bont en blauw.

Tom wurde von seinem Vater krankenhausreif geschlagen.

Tom werd door zijn vader het ziekenhuis ingeslagen.

Sie schlug die Tür zu.

Ze sloeg de deur dicht.

Tom schlägt Maria.

Tom slaat Maria.

Ich schlage vor, hier ein Komma zu setzen.

Ik stel voor hier een komma te plaatsen.

Weil es sich hier nicht um deine Muttersprache handelt, schlage ich vor, dass du diesen Satz wieder freigibst, damit ihn ein Muttersprachler adoptieren kann. So können wir alle sicher sein, es mit einem guten Satz zu tun zu haben.

Omdat het niet je moedertaal is, stel ik voor dat je deze zin vrijgeeft, zodat een moedertaalspreker hem kan adopteren. Zo zijn we allen zeker dat we met een goede zin te doen hebben.

Ich schlage vor, ein Komma zu setzen.

Ik stel voor een komma in te voegen.

Einer von ihnen schlug mir auf den Rücken.

Eén van hen sloeg me op de rug.

Ich schlage vor, wir bleiben zu Hause und sehen fern.

Ik stel voor dat we thuisblijven en tv kijken.

Später, als sie fort waren, war keine Menschenseele mehr am Kai zu sehen, die Stadt mir ihren Zypressen schien gänzlich ausgestorben, nur die See toste noch und schlug gegen die Küste.

Later, toen ze weg waren gegaan, was er geen levende ziel meer te bekennen op de kade, de stad met zijn cipressen leek totaal uitgestorven, maar de zee bruiste nog en sloeg tegen de kust.

Sie sagte, ihr Ehemann habe sie geschlagen, in Wirklichkeit war es aber umgekehrt.

Ze zei dat haar man haar sloeg maar eigenlijk was het andersom.

Was schlägst du vor, dass wir jetzt tun?

Wat stel je voor dat we nu doen?

Er schlug die Tür krachend zu.

Hij sloeg de deur dreunend dicht.

Er schlägt stets auf denselben Amboss.

Hij slaat altijd op hetzelfde aambeeld.

Ich schlage vor, wir nehmen die Treppe.

Ik stel voor dat we de trap nemen.

Hör auf, deine Schwester zu schlagen.

Hou op je zus te slaan.

Obwohl es von ihm ist, schlage ich eine Umstellung vor.

Hoewel het van hem is, stel ik een omschakeling voor.

Ich habe Tom geschlagen.

Ik heb Tom geslagen.

Wir haben drei Mannschaften geschlagen.

We hebben drie teams verslagen.

Er schlug mir vor, sein Buch zu lesen.

Hij stelde me voor zijn boek te lezen.

Tom schlug Maria mit einem Baseballschläger.

Tom sloeg Maria met een honkbalknuppel.

Warum hast du ihn mit einem Stuhl geschlagen?

Waarom hebt ge hem met een stoel geslagen?

Ich schlug vor, einen Spaziergang zu machen.

Ik stelde voor te gaan wandelen.

Ihre revolutionären Ideen haben nun in der Bevölkerung Wurzeln geschlagen.

Haar revolutionaire ideeën hebben nu al wortel geschoten bij het volk.

Wo viel Schaum geschlagen wird, sind Wichtigtuer in ihrem Element.

Waar veel schuim wordt geklopt, zijn drukdoeners in hun element.

Ich schlage vor, du nimmst dir einen Anwalt.

Ik stel je voor een advocaat te nemen.

Der Preisboxer schlug seinen Herausforderer mit einem Schlag zu Boden.

De bokskampioen sloeg zijn uitdager met een klap tegen de grond.

Ich schlage vor, dass du ihr einen Dankesbrief schreibst.

Ik stel voor dat je haar een bedankbrief schrijft.

Ein erster Versuch, diese Mitteilung an Sie zu schicken, schlug leider fehl. Ich versuche es ein zweites Mal.

Een eerste poging om deze mededeling naar u te sturen, is helaas mislukt. Ik probeer het een tweede keer.

Tom hat Mary fast zu Tode geschlagen.

Tom heeft Mary bijna dood geslagen.

Das Eiweiß mit dem Rest des Zuckers schlagen und dann den Likör nach und nach hinzufügen.

Klop het eiwit op met de rest van de suiker, en voeg er daarna beetje bij beetje de likeur aan toe.

Wer hat dich geschlagen?

Wie heeft je geslagen?

Wer hat Sie geschlagen?

Wie heeft u geslagen?

Wer hat euch geschlagen?

Wie heeft jullie geslagen?

Tom schlug das Buch auf der letzten Seite auf.

Tom sloeg het boek op de laatste bladzijde open.

Tom schlug die Tür des Schließfachs zu.

Tom sloeg het kluisdeurtje dicht.

Ich schlug vor, das Treffen zu verschieben.

Ik stelde voor om de vergadering uit te stellen.

Mein Herz schlägt für dich.

Mijn hart klopt voor jou.

Tom wurde zum Ritter geschlagen.

Tom werd tot ridder geslagen.

Er hat sie geschlagen.

Hij heeft haar geslagen.

Er hat seine Frau geschlagen.

Hij heeft zijn vrouw geslagen.

Synonyme

äh­neln:
gelijken
overeenstemmen
bre­chen:
breken
dre­schen:
dorsen
ho­len:
halen
klat­schen:
applaudisseren
klop­fen:
tikken
prü­geln:
(in elkaar) slaan
pul­sie­ren:
bruisen
palpiteren
pulseren

Antonyme

ver­lie­ren:
verliezen

Niederländische Beispielsätze

  • Ik hoorde hem zingen.

  • Ik hoorde iemand op de deur kloppen.

  • Ik hoorde haar zingen.

  • Hebben jullie Tom ooit al eens horen zingen?

  • Hebt u Tom ooit al eens horen zingen?

  • Heb je Tom ooit al eens horen zingen?

  • Ik hoorde je zingen.

  • Betty zou beter kunnen zingen.

  • Ik zal vechten tot het einde.

  • Ze weigerden om te vechten.

  • Het zonnetje schijnt en de vogeltjes zingen.

  • Hij houdt van zingen.

  • Als eerste taak bij de televisie moest Maria een voetbalwedstrijd verslaan.

  • Ik zou willen dat ik zo kon zingen als jij.

  • Mijn hart begon te kloppen.

  • Hij kan zingen in het Japans.

  • Ik heb haar een lied horen zingen.

  • Hij kan goed zingen.

  • Ik kan je leren vechten.

  • Dit kan niet kloppen.

Untergeordnete Begriffe

prü­geln:
(in elkaar) slaan
strei­ten:
bakkeleien

Schlagen übersetzt in weiteren Sprachen:

Quellen:
  1. [Übersetzungen] Wiktionary-Autoren: schlagen. In: Wiktionary – Das freie Wörterbuch, 2023, [online] de.wiktionary.org, CC BY-SA 3.0
  2. [Synonyme] OpenThesaurus-User: schlagen. In: OpenThesaurus – Das freie Wörterbuch für Synonyme, 2023, [online] openthesaurus.de, CC BY-SA 4.0
  3. [Beispielübersetzungen] User-generated content: Satz Nr. 1041, 362166, 365515, 369150, 370425, 379573, 412213, 444483, 582668, 691771, 693835, 741517, 787399, 871948, 904931, 911736, 1097174, 1105412, 1218708, 1239070, 1393254, 1482710, 1600507, 1699257, 1713395, 2097612, 2109121, 2109128, 2224592, 2880182, 3062734, 3083221, 3481694, 3505904, 3550667, 4277964, 4927808, 5172509, 5245285, 5474039, 5511017, 5694097, 5854242, 5975028, 6103154, 6309676, 6377255, 6585748, 6589330, 6827135, 7063159, 7100530, 7369683, 7369684, 7372383, 7460329, 7795819, 7832586, 8203548, 8224433, 10194008, 11517232, 4328703, 3624501, 3522852, 3508706, 3508705, 3508703, 4566937, 4635496, 4654865, 4872927, 4915114, 5135341, 5157633, 2813207, 2790101, 5472768, 2244841, 2226210, 2088995 & 5965843. In: tatoeba.org, CC BY 2.0 FR