Was heißt »ja« auf Niederländisch?

Der Antwortpartikel »ja« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:

  • ja

Synonyme

bloß:
bloot
naakt
ongekleed
da:
daar
hun­dert­pro­zen­tig:
voor de honderd procent
ja­wohl:
jawel
nicht:
niet
oder:
dan wel
of
po­si­tiv:
positief
schließ­lich:
uiteindelijk
schön:
leuk
mooi
und:
en
was:
hetgeen
wat
wie:
hoe

Sinnverwandte Wörter

auch:
ook
eben:
egaal
vlak
frei­lich:
weliswaar
gut:
goed
je­den­falls:
althans
in ieder geval
tenmindste
klar:
sereen
na­tür­lich:
natuurlijk
selbst:
zelf
selbst­ver­ständ­lich:
natuurlijk
uiteraard
vanzelfsprekend
so­gar:
zelfs

Antonyme

nein:
nee
neen

Ja übersetzt in weiteren Sprachen: