Was heißt »eingeben« auf Niederländisch?
Das Verb »eingeben« lässt sich wie folgt von Deutsch auf Niederländisch übersetzen:
- geven
- toedienen
- ingeven ((iemand iets) ingeven)
- aanpraten
- invoeren
- indienen
- voordragen
Deutsch/Niederländische Beispielübersetzungen
Nachdem Tom viermal eine falsche Geheimzahl eingegeben hatte, behielt der Geldautomat seine Karte ein.
Nadat Tom vier keer een verkeerde pincode had ingegeven, slikte de geldautomaat zijn kaart in.
Synonyme
- hinzufügen:
- toevoegen
- schreiben:
- schrijven
Sinnverwandte Wörter
- bereitstellen:
- beschikbaar
- einloggen:
- inloggen
- einnehmen:
- gebruiken
- empfehlen:
- aanbevelen
- aanbieden
- aanprijzen
- aanraden
- adviseren
- indruk
- maken
- op
- opvallen
- presenteren
- recommanderen
- verlaten
- entfachen:
- stichten
- entfesseln:
- losmaken
- entstehen:
- ontstaan
- geben:
- verstrekken
- Jargon:
- jargon
- lassen:
- laten
- Luxemburg:
- Luxemburg
- Medizin:
- geneeskunde
- provozieren:
- provoceren
- Schweiz:
- Zwitserland
- suggerieren:
- suggereren
- tasten:
- tasten
- überlassen:
- overlaten
Niederländische Beispielsätze
We zouden Tom een kans moeten geven.
Bananen geven energie.
Het vereist veel moed, toe te geven dat men ongelijk heeft.
Ik wil je moed geven.
Zij was genoodzaakt het plan op te geven.
Hij was genoodzaakt het plan op te geven.
We moeten hen iets geven.
Zou je me het zout kunnen geven wanneer je klaar bent?
Ik zou alles geven om haar listige glimlach nogmaals te zien.
Ik ben gereed om antwoord te geven.
Tom wist niet aan wie hij de omslag moest geven.
Ik kan je de helft van mijn brood geven.
Ik heb twee witgeschilderde stoelen om te geven.
Een alcoholslot is een toestel om het alcoholgehalte in het bloed van een autobestuurder te constateren vooraleer hem de toestemming te geven de auto te besturen.
Ik weiger antwoord te geven.
Ik zal jullie morgen antwoord geven.
Ik zal u morgen een antwoord geven.
Kan je mij je telefoonnummer geven?
Ik zal je alles geven behalve dit.
Mag ik je een kus geven?